Op 24 november 2011 heeft de Europese Commissie België aangemaand om zijn vakantieregeling te herzien. De Commissie beoogt in het bijzonder de regel die sommige bedienden belet om betaalde vakantie te nemen tijdens hun eerste werkjaar.
Situatieschets
De Europese richtlijn over de arbeidstijd legt aan de Lidstaten minimumregels op, met name in termen van rusttijden voor werknemers. Elke Lidstaat moet in haar wetgeving voorzien dat iedere werknemer recht heeft op minstens 4 weken jaarlijkse vakantie. Het is net deze verplichting die België volgens de Commissie niet naleeft.
In de Belgische regeling zijn het de prestaties van het vorige jaar die recht geven op betaalde vakantie alsook het aantal dagen bepalen. Onder bepaalde voorwaarden bestaat hierop echter een afwijking voor jonge en oudere werknemers. Deze regel geldt niet voor arbeiders.
Een werknemer die in januari 2011 begint te werken heeft dat jaar inderdaad geen recht op betaalde vakantie. Het is pas in 2012 dat hij recht zal hebben op zijn 4 weken vakantie.
De kern van het probleem…
De Commissie vindt deze wachttijd veel te lang. Ze start een procedure tegen België als gevolg van klachten van onder andere buitenlandse werknemers die in een andere Staat dan België werken en een job aangeboden kregen in een onderneming die in België is gevestigd. In het ergste geval moesten deze werknemers een jaar wachten alvorens recht te hebben op betaalde vakantie. Hetzelfde geldt voor bedienden die in een internationale instelling in België zijn tewerkgesteld. Wanneer ze deze instelling verlaten om voor een Belgische werkgever te werken, hebben ze geen recht op hun 4 weken vakantie.
De ingebrekestelling is de eerste etappe van een procedure wegens niet-nakoming tegen een Staat. Indien België zou besluiten niets te doen, zou het kunnen gedagvaard worden voor het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. Op het einde van de procedure zou België veroordeeld kunnen worden tot een boete.
Ons advies
Sommige internationale cliënten hebben dit probleem al aangekaart bij onze dienst sociaaljuridische begeleiding. Ze hadden het bijvoorbeeld over de problemen die ze soms hebben om buitenlandse werknemers aan te trekken ingevolgde deze verplichtende regel.
In afwachting van nieuwe voorschriften raden we de werkgevers aan extralegale vakantie toe te kennen die op individuele basis wordt bepaald in een overeenkomst met de werknemer.