Beperkte belastingvrijstelling op ontslagvergoedingen vanaf 2012


51384

In het kader van haar bemiddelingsvoorstel voor het interprofessioneel akkoord 2011-2012 (IPA), wenst de regering een beperkte belastingvrijstelling in te voeren op de bezoldigingen die werknemers of bedrijfsleiders ontvangen naar aanleiding van een ontslag. Een ontwerp van wet van 6 april 2011 voorziet deze maatregel. Hij zou in werking moeten treden vanaf 1 januari 2012.

1. Bezoldigingen van werknemers of bedrijfsleiders

De belastingvrijstelling zal niet alleen van toepassing zijn op bezoldigingen die werknemers ontvangen naar aanleiding van een ontslag maar ook op bezoldigingen die bedrijfsleiders ontvangen naar aanleiding van een ontslag indien zij met hun vennootschap verbonden waren door een arbeidsovereenkomst.

2. Bezoldigingen ontvangen naar aanleiding van een ontslag

Niet alleen de ontvangen opzeggingsvergoeding ingeval van een onmiddelijk ontslag maar ook de ontvangen bezoldigingen tijdens een te presteren opzeggingstermijn komen in aanmerking voor de beperkte belastingvrijstelling. Het maakt dus geen verschil of de werknemer of bedrijfsleider een opzeggingstermijn moet presteren of onmiddellijk wordt ontslagen. Indien een opzeggingstermijn wordt gepresteerd dan wordt een deel van de bezoldigingen vrijgesteld, indien een opzeggingsvergoeding wordt betaald dan wordt deze vrijgesteld.

3. Voorwaarden om de vrijstelling van belastingen te genieten

Om de vrijstelling van belastingen te genieten moet de arbeidsovereenkomst :

  • een arbeidsovereenkomst voor een onbepaalde duur zijn
  • die door de werkgever wordt beëindigd;
  • niet tijdens de proefperiode;
  • noch met het oog op pensioen;
  • noch met het oog op brugpensioen.

Zij zal dus niet worden toegekend wanneer de arbeidsovereenkomst:

  • een arbeidsovereenkomst is voor bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk;
  • wordt beëindigd door de werknemer;
  • wordt beëindigd tijdens de proefperiode;
  • wordt beëindigd met het oog op pensioen of brugpensioen;
  • wordt beëindigd om een dringende redenen.

4. Van belastingen vrijgesteld bedrag.

4.1. Bedrag

De bezoldigingen of opzeggingsvergoedingen:

  • die vanaf 2012 worden toegekend en voor zover de opzegging door de werkgever ten vroegste op 1 januari 2012 is ter kennis gebracht, worden vrijgesteld tot een bedrag van 425 euro (te indexeren bedrag, met indexatiecoëfficiënt voor aanslagjaar 2012, ongeveer 600 euro);
  • die vanaf 2014 worden toegekend en voor zover de opzegging door de werkgever ten vroegste op 1 januari 2014 is ter kennis gebracht, worden vrijgesteld tot een bedrag van 850 euro (te indexeren bedrag, met indexatiecoëfficiënt voor aanslagjaar 2014, ongeveer 1.200 euro).

4.2. beperking van het bedrag

Teneinde misbruiken tegen te gaan, wordt de vrijstelling op twee wijzen beperkt. Ze wordt namelijk beperkt per opzeg en per belastbaar jaar.

Beperking van het bedrag per opzeg

Het maximumbedrag van de vrijstelling geldt ten eerste per beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Wanneer een arbeidsovereenkomst wordt beëindigd en de bezoldigingen of opzeggingsvergoedingen die naar aanleiding van de beëindiging van deze arbeidsovereenkomst worden betaald of toegekend, over méér dan één belastbaar jaar zijn verspreid, dan zal de vrijstelling slechts voor maximum 425 (850) euro worden verleend. Wanneer in het eerste belastbaar jaar minder dan het voornoemde maximumbedrag werd betaald of toegekend, kan in het daaropvolgende belastbaar jaar wel nog een vrijstelling worden verleend, zij het slechts voor het saldo. Het maximumbedrag van de vrijstelling per opzeg wordt bepaald in functie van het ogenblik van de betekening van de opzegging of ontslag.

Bijvoorbeeld, een werkgever betekent op 5 februari 2012 aan een bediende een opzeggingstermijn van 12 maanden die ingaat op 1 maart 2012. Ook al zullen de bezoldigingen die naar aanleiding van de beëindiging van deze arbeidsovereenkomst worden betaald of toegekend, over 2012 en 2013 verspreid zijn, de vrijstelling zal slechts voor maximum 425 euro worden verleend.

Desgevallend zal de vrijstelling binnen eenzelfde belastbaar jaar bij voorrang worden aangerekend op de bezoldigingen voor de gepresteerde opzegtermijn. Deze zijn in beginsel immers belastbaar tegen het progressief tarief, in tegenstelling tot de opzeggingsvergoedingen die in beginsel belastbaar zijn tegen een gemiddeld tarief.

Beperking per belastbaar jaar

Dat het maximumbedrag van de vrijstelling geldt per beëindiging van de arbeidsovereenkomst, heeft ook tot gevolg dat de vrijstelling meerdere keren kan genoten worden, namelijk telkens als een werkgever een arbeidsovereenkomst beëindigt.
Het maximumbedrag van de vrijstelling geldt echter ook per belastbaar jaar.

Wanneer in eenzelfde belastbaar jaar meerdere werkgevers een arbeidsovereenkomst beëindigen en bijgevolg bezoldigingen of opzeggingsvergoedingen betalen naar aanleiding van de beëindiging van deze arbeidsovereenkomsten, dan zal de vrijstelling slechts voor maximum 425 (850) euro worden verleend.

Het maximumbedrag zal het bedrag zijn dat van toepassing is op de in het belastbaar jaar zelf betekende opzeggingen en de vrijstelling zal ook bij voorrang worden aangerekend op de bezoldigingen voor de gepresteerde opzeggingstermijn.
Bijvoorbeeld, een werkgever ontslaat op 5 februari 2012 een arbeider mits betaling van een opzeggingsvergoeding van 56 kalenderdagen. Diezelfde arbeider wordt op 1 maart 2012 aangeworven door een andere werkgever maar wordt door die werkgever op 15 juni 2012 ontslagen mits prestatie van een opzeggingstermijn van 7 dagen. De bezoldigingen en opzeggingsvergoedingen die betaald werden naar aanleiding van de beëindiging van deze arbeidsovereenkomsten, zullen slechts voor maximum 425 euro worden verleend.

4.3. Bedrijfsvoorheffing

De belastingvrijstelling zal reeds verrekend worden in de bedrijfsvoorheffing die moet ingehouden worden op de bezoldigingen die ontvangen worden naar aanleiding van een ontslag. De werkgever zal bijgevolg ook met de voornoemde beperking en aanrekeningsvolgorde rekening moeten houden bij het inhouden van de bedrijfsvoorheffing.
De uitvoeringsmodaliteiten hiervoor moeten wel nog medegedeeld worden.

4.4. Fiscale fiches

De werkgever zal ook met de voornoemde beperking en aanrekeningsvolgorde rekening moeten houden bij het opstellen van de fiscale fiches 281.10 en 281.20.

De uitvoeringsmodaliteiten hiervoor moeten wel nog medegedeeld worden.

5. Datum van inwerkingtreding van de belastingvrijstelling

Indien ze wordt goedgekeurd, dat zal deze belastingvrijstelling toegepast worden op de bezoldigingen of opzeggingsvergoedingen die vanaf 2012 worden toegekend en voor zover de opzegging door de werkgever ten vroegste op 1 januari 2012 is ter kennis gebracht.

6. Invloed van de belastingvrijstelling op de belastingheffing op kleine opzeggingsvergoedingen

Tot 615 euro (nog te indexeren bedrag) wordt een opzeggingsvergoeding momenteel progressief belast. Daarboven worden de opzeggingsvergoedingen afzonderlijk belast tegen de gemiddelde aanslagvoet van het laatste vorig jaar waarin de belastingplichtige een normale beroepswerkzaamheid heeft gehad.

in het licht van de hierboven vermelde belastingvrijstelling heeft de belastingheffing van opzeggingsvergoedingen tot 615 euro volgens het progressief tarief nog weinig zin en zal deze bijgevolg worden opgeheven.