Betalingstermijnen van de RSZ-bijdragen: zwaardere sancties


64627

De werkgever moet zijn sociale bijdragen per kwartaal betalen. Ze moeten uiterlijk op de laatste dag van de maand die volgt op het kwartaal op de rekening van de RSZ staan:

 Betalingen voor: 1ste kwartaal   2de kwartaal  3de kwartaal  4de kwartaal
 Grensdatum  30 april  31 juli  31 oktober  31 januari

Als die grensdata overschreden worden dan stelt de werkgever zich aan de volgende sancties bloot:

  • een bijdrageopslag van 10 % op het bedrag dat niet binnen de wettelijke termijn werd betaald;
  • verwijlintresten ten belope van 7 % per jaar (8 % tot 31 augustus 1996) ingaand na het verstrijken van de wettelijke betalingstermijn en verschuldigd tot de betaling gedaan wordt.

Bovendien moet de werkgever die voor een kwartaal voorschotten verschuldigd is en die niet voldoet aan zijn verplichtingen wat dat betreft, aan de RSZ een forfaitaire vergoeding betalen die in functie staat van de schijf van bijdragen die werden aangegeven in het betreffende kwartaal.

Tot vandaag kon de RSZ afzien van de toepassing van bijdrageopslagen voor zover de betaling gedaan werd voor het einde van het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarvoor de bijdragen verschuldigd waren.

Voorbeeld : met betrekking tot de bijdragen voor het 1ste kwartaal kon de RSZ aan de opslagen verzaken op voorwaarde dat de betaling gedaan werd op 30 juni.

Vanaf 1 oktober 2013 (K.B. van 4 december 2013, B.S. 13 december 2013), wordt de termijn voor verzaking ingekort.

Voortaan kan de RSZ aan de toepassing van opslagen verzaken op voorwaarde dat de betaling uiterlijk gedaan wordt in de tweede maand die volgt op het kwartaal waarvoor de bijdragen verschuldigd zijn. De werkgevers hebben dus een maand minder tijd om hun schuld aan RSZ te vereffenen.

In ons voorbeeld hierboven kan de RSZ voor de bijdragen van het 1ste kwartaal verzaken aan de opslagen voor zover de betaling gedaan is op 31 mei.

Hetzelfde principe is van toepassing voor:

  • de sanctie die van toepassing is voor het niet betalen van de voorschotten;
  • de sanctie ingeval van te late kwartaalaangifte.

Verder kan de RSZ ingeval van toepassing van opslagen en verwijlintresten, een vermindering of de kwijtschelding ervan toekennen aan de werkgever als hij:

  1. daartoe een aanvraag doet bij de cel Betalingsplan van de directie Inningen;
  2. en als hij overmacht, uitzonderlijke omstandigheden, dwingende redenen van billijkheid of ook nog dwingende redenen van nationaal of regionaal belang kan inroepen.

Vanaf 1 oktober 2013, kan in geval van niet-betaling van de voorschotten binnen de gestelde termijn de vermindering van 50% van het bedrag van de opslagen en van de forfaitaire vergoeding op 100% worden gebracht op voorwaarde dat:

  • de werkgever zijn bijdragen niet gewoonlijk buiten de termijn betaald heeft;
  • het niet tijdig betalen van de bijdragen de financiering van de sociale zekerheid niet in gevaar brengt;
  • de werkgever de bijdragen voor het kwartaal waarvoor hij te laat is betaald heeft voor het einde van de derde maand die volgt op dat kwartaal;
  • de werkgever tijdig de bijdragen betaald heeft voor het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarvoor hij een betalingsachterstand had.