Bijzondere activeringsbijdrage: belangrijke wijzigingen verwacht op 1 januari 2024

Van 

De regering wil de bijzondere activeringsbijdrage vanaf 1 januari 2024 aanzienlijk verhogen. Het toepassingsgebied zal ook uitgebreid worden.


Vanaf 1 januari 2018 werd een activeringsbijdrage ingevoerd als ontradende maatregel voor werkgevers die hun werknemers met een al dan niet verminderd loon, vrijstellen van prestaties om op deze manier de striktere voorwaarden van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) te omzeilen.

Vanaf 1 januari 2024 zal een programmawet belangrijke wijzigingen aanbrengen, in het bijzonder wat de bijdragen en het toepassingsgebied betreft.

De programmawet van 22 december 2023 is ondertussen gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2023.

1. Een verhoogde bijdrage maar identieke leeftijdsschijven

Vanaf 1 januari 2024 zullen de bijdragen sterk verhogen. De leeftijdsschijven en de minimumbedragen blijven ongewijzigd.

Leeftijd bij aanvang vrijstelling prestaties

Standaard bijdrage in 2023, in %

Standaard bijdrage in 2024, in %

Minimum per kwartaal, in euro

< 55 jaar

20

50

300

≥ 55 jaar < 58 jaar

20

50

300

≥ 58 jaar < 60 jaar

20

50

300

≥ 60 jaar < 62 jaar

15

45

225,60

≥ 62 jaar

10

40

225,60

2. Uitbreiding van het toepassingsgebied

Tot nu toe zijn de betrokken werknemers de werknemers die onder het toepassingsgebied vallen en gedurende een volledig kalenderkwartaal vrijgesteld zijn van prestaties.

Vanaf 2024 zal de bijdrage ook verschuldigd zijn voor werknemers die tijdens het betreffende kwartaal minder dan een derde van de wekelijkse arbeidstijd van een voltijdse werknemer van dezelfde categorie in het bedrijf presteren.

3. Wijziging van de verlaagde activeringsbijdrage (-40%)

Tot nu toe, als de werknemer tijdens de periode van vrijstelling van prestaties wordt verplicht om een opleiding georganiseerd door zijn werkgever te volgen, die ten minste 15 dagen omvat over een periode van 4 opeenvolgende kwartalen, wordt het bijdragepercentage met 40 % verminderd gedurende de 4 betrokken kwartalen.

Vanaf 1 januari 2024 moet de werkgever, indien hij deze verlaagde activeringsbijdrage nog wenst te genieten, de werknemer een outplacementbegeleiding van 60 uur gedurende de vier eerste kwartalen laten volgen. De waarde van deze begeleiding moet overeenkomen met één twaalfde van de jaarlijkse bezoldiging van de werknemer voor het kalenderjaar voorafgaand aan de vrijstelling van prestaties; met een minimale waarde van 1800 euro en een maximale waarde van 5500 euro.

4. Verwijdering van één van de vrijstellingen

De vrijstelling voor kwartalen waarin de werknemer een nieuwe tewerkstelling van ten minste 1/3 VTE op kwartaalbasis heeft aangevangen, bij een werkgever of als zelfstandige, verdwijnt vanaf 2024.

Bron: Programmawet van 22 december 2023, B.S. van 29 december 2023.