Binnenkort de eerste vergadering van het C.P.B.W.


58156

Van 7 tot 20 mei 2012 kiezen de werknemers van de ondernemingen die in 2011 gemiddeld meer dan 50 werknemers tewerkgesteld hebben hun vertegenwoordigers in het comité voor preventie en bescherming van hun onderneming. Dit overlegorgaan zal gedurende de volgende vier jaren worden geraadpleegd over aangelegenheden die verband houden met het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van het werk. Hieronder geven wij u een algemene informatie over de opdrachten en de werkwijze van het comité.

Group S organiseert opleidingen op maat in de ondernemingen over het tactische en strategische beheer van het comité, alsook over de andere overlegorganen, namelijk de ondernemingsraad en de vakbondsafvaardiging. Group S biedt werkgevers eveneens de mogelijkheid én de middelen om hen te begeleiden en bij te staan in hun onderhandelingen met de sociale partners. Haar bijstand en expertise dekken een brede waaier van verschillende facetten binnen het domein van het sociaal overleg. Voor alle vragen in verband met de voorwaarden van deze begeleiding, verzoeken wij u contact op te nemen met mevrouw Sabine de Cock, Senior Advisor - Legal & Social Affairs, sabine.decock@groups.be,  02/507.19.30.

Wie is lid van het comité?

In het comité zetelen de werkgever en de afgevaardigden die de werkgever en de werknemers vertegenwoordigen. Deze afgevaardigden van de werknemers worden om de vier jaar met de sociale verkiezingen gekozen. De afgevaardigden van de werkgever worden door de werkgever aangeduid onder het leidinggevend personeel van de onderneming. Deze leden moeten voorkomen op de lijsten van het leidinggevend personeel die in het kader van de sociale verkiezingsprocedure werden bepaald. Het aantal werkgeversafgevaardigden mag in geen geval groter zijn dan het aantal werknemersvertegenwoordigers.

Welke opdrachten heeft het comité?

Volgens het Koninklijk Besluit van 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en de werking van   de comités voor preventie en bescherming op het werk, heeft het comité -in het bijzonder- de opdracht advies uit te brengen en voorstellen te doen voor het beleid dat gericht is op het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, voor het globale preventieplan en voor het door de werkgever opgestelde jaarlijkse actieplan, en voor de wijzigingen, de uitvoering en de resultaten ervan.

Het comité wordt ook betrokken bij het beheer en de activiteiten van het departement dat belast is met het medisch toezicht van de interne dienst. Zij komt hierover minstens tweemaal per jaar bijeen, met een tussenfase van hoogstens zes maanden, op basis van een rapport van de preventieadviseur die belast is met het medisch toezicht.

Het comité brengt een voorafgaand advies uit over projecten die gevolgen kunnen hebben voor het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, over de invoering van nieuwe technologieën met betrekking tot de gezondheid  en de veiligheid van de werknemers, de keuze of de vervanging van een externe dienst (onder andere de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk), de wijze van samenstelling van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk en de middelen die tot zijn beschikking worden gesteld, de voorziene maatregelen om beroepsvermoeidheid te voorkomen, de ergonomie, de inrichting van de werkplek voor werknemers met een handicap, de keuze en het onderhoud van de arbeidsuitrusting en – bescherming. Het doet eveneens  voorstellen om de werkvloer te verfraaien.

Het comité is ook belast met het onthaal van de werknemers, de informatie en de opleiding in verband met de preventie en bescherming op het werk. Het stimuleert en volgt de goede werking van de interne dienst. Het onderzoekt de klachten van de werknemers over het welzijn en de prestaties van de diensten waarop de onderneming een beroep doet  in toepassing van de arbeidsongevallenwet. Minstens éénmaal per jaar doet het -in beperkte afvaardiging- een grondig onderzoek naar de toestand van alle tewerkstellingsplaatsen. Het zendt ook een afvaardiging naar de plaatsen waar arbeidsongevallen dreigen voor te komen of zijn voorgevallen.

Het comité moet bovendien zijn voorafgaand akkoord geven in de gevallen die door de verschillende wetten en uitvoeringsbesluiten zijn bepaald. Het betreft onder andere de aanwijzing en vervanging van de preventieadviseurs van de interne dienst en over de minimumduur van hun prestaties.

Het vervult ook alle andere opdrachten die het krachtens specifieke bepalingen toegewezen kreeg.

De werkgever is ertoe gehouden het comité alle nuttige informatie te bezorgen zodat het zijn advies volstrekt correct kan uitbrengen. Daartoe stelt hij een documentatie samen met betrekking tot de welzijnsproblematiek, in het bijzonder de rapporten en documenten inzake leefmilieu die hij ter beschikking van de overheid houdt, de informatie betreffende de veiligheids- en gezondheidsrisico’s, de beschermings- en preventiemaatregelen en de informatie op het gebied van eerste hulp, brandbestrijding en evacuatie van de werknemers,...

Wat zijn de opdrachten van het comité bij afwezigheid van ondernemingsraad ?

In de ondernemingen die niet over een ondernemingsraad beschikken (in principe alle ondernemingen met 50 tot 99 werknemers), heeft het comité ook de opdracht om binnen de twee maanden na de verkiezing of herverkiezing van haar leden, de zogenaamde economische en financiële basisinformatie betreffende de onderneming te ontvangen van de werkgever (onder andere over het statuut van de onderneming, haar concurrentiepositie, haar productie en productiviteit, haar programma en haar algemene toekomstverwachtingen,…). Indien er geen ondernemingsraad is, moeten de leden van het comité ook een exemplaar van de balans, van de winst- en verliesrekening en van het  jaarverslag ontvangen, en dit binnen de drie maanden na afsluiting van het boekjaar of indien het een commerciële onderneming betreft, vóór de bijeenkomst van de algemene vergadering van haar aandeelhouders.

Bij afwezigheid van ondernemingsraad en vakbondsafvaardiging neemt het comité de plaats van deze organen in voor wat betreft het recht op informatie en raadpleging over bepaalde sociale aangelegenheden: jaarlijkse, periodieke en occasionele informatie zoals bedoeld in de CAO nr. 9 van de NAR of bij invoering van een arbeidsregeling met nachtprestaties, collectief ontslag, structurele wijzingen van de onderneming, invoering van nieuwe technologieën of invoering van een nieuwe arbeidsregeling.

Welk gevolg geven aan de adviezen van het comité?

 De werkgever geeft zo spoedig mogelijk gevolg aan het unanieme advies van het comité over de dreigende ernstige risico’s voor het welzijn van de werknemers en geeft ook een gepast gevolg wanneer er uiteenlopende standpunten binnen het comité zijn. Hij geeft gevolg aan alle andere adviezen binnen de door het comité vastgestelde termijn of ten laatste binnen zes maanden na hun beslissing. Indien de werkgever zich niet schikt naar de adviezen of kiest tussen de uiteenlopende adviezen, moet hij die keuze verantwoorden aan het comité.

Hoe werkt het comité?

Het secretariaat van het comité wordt verzekerd door de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. De secretaris krijgt een reeks taken die bepaald zijn door het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en de werking van de comités voor preventie en bescherming op het werk.

De werkingsmodaliteiten van het comité worden vastgelegd in een huishoudelijk reglement. Het comité is verplicht dit reglement op te stellen. Indien in de onderneming reeds een reglement aanwezig was, kan dit worden overgenomen indien het opnieuw wordt goedgekeurd door het nieuwe comité tijdens de eerste vergadering.

In dit huishoudelijk reglement moeten een aantal punten verplicht worden opgenomen: het reglement moet melding maken van de naam en voornaam van de voorzitter en van de effectieve afgevaardigden en hun vervangers, de modaliteiten van de taak van de voorzitter en van zijn vervanging, de wijze van vermelding van een punt op de agenda, de wijze van oproeping van de leden, de modaliteiten van plaats en tijd van de vergaderingen,  de modaliteiten van de voorbereidende en bijkomende vergaderingen, het verloop van de vergaderingen, het vereiste aanwezigheidsquorum, de vaststellingswijze van een gerealiseerd akkoord, de oproeping van experten, de raadpleging van rapporten en adviezen die de werkgever ter  beschikking stelt van het comité, de wijze en de duur van bewaring van het archief van het comité, de wijze waarop het personeel in kennis wordt gesteld van de beslissingen  van het comité, de modaliteiten voor de aanduiding van beperkte afvaardigingen, de procedure voor wijziging van het reglement...

Group S kan een voorbeeldmodel van huishoudelijk reglement tot uw beschikking stellen en u begeleiden in het kader van onderhandelingen daaromtrent. Voor alle vragen in verband met de voorwaarden van deze begeleiding vragen wij u contact op te nemen met Sabine de Cock, Senior Advisor - Legal & Social Affairs, sabine.decock@groups.be, 02/507.19.30.

Wanneer vergadert het comité?

Wanneer geen beroep werd aangetekend tegen het resultaat van de verkiezingen vindt de eerste vergadering van het comité uiterlijk plaats op dag Y + 45, namelijk tussen 21 juni en 4 juli 2012, in functie van de datum van de verkiezingen. Het huishoudelijk reglement kan evenwel in een kortere termijn voorzien in de ondernemingen waar reeds een comité bestond.

De dagorde van deze eerste vergadering moet volgende punten bevatten: aanduiding van de  voorzitter, aanduiding van de secretaris en goedkeuring van het huishoudelijk reglement.

De werkgever zorgt ervoor dat het comité minstens eenmaal per maand vergadert, alsook telkens wanneer een derde van de personeelsafvaardiging erom vraagt. De werkgever zorgt er ook voor dat het  comité minstens tweemaal per jaar,  met een tussenpauze van hoogstens 6 maanden, vergadert  over  de kwesties  die betrekking hebben op het medisch toezicht, wanneer in de interne dienst een departement is opgericht dat belast is met het medisch toezicht.