Bouwsector: flitscontroles in januari 2024

Van 

Met het oog op de uitvoering van het Actieplan Sociale Fraudebestrijding 2023-2024, zullen de sociale inspectiediensten de hele maand januari flitscontroles uitvoeren in bedrijven die actief zijn in de bouwsector (inclusief elektrotechnische en metaal sectoren).


Net als in 2023 zullen in 2024 in verschillende sectoren flitscontroles worden georganiseerd om sociale fraude te bestrijden. Gedurende de maand januari 2024 zullen zulke controles plaatsvinden in de bouwsector (PC 124), met inbegrip van de elektrotechnische en metaalsector (PP 149.01, 111 en 209). Ze zullen worden uitgevoerd tijdens de campagne #EU4FairConstruction van de Europese Arbeidsautoriteit. Deze campagne richt zich op de rechten en plichten van bedrijven en werknemers in de bouwsector die gedetacheerd zijn naar landen in de Europese Unie.

Ter herinnering: deze flitscontroles worden aangekondigd door de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) en zijn voornamelijk informatief en preventief van aard. Dit belet de sociale inspecteurs echter niet om een proces-verbaal op te stellen als er ernstige of herhaalde inbreuken worden vastgesteld. In dergelijke gevallen kunnen sancties worden opgelegd (zie punt 2).

Naast de bestaande onaangekondigde controles, hebben deze flitscontroles tot doel bedrijven te dwingen om de sociale wetgeving na te leven.

1. Reikwijdte van de controle

Bij een al dan niet aangekondigde controle van de sociale inspectie, moet de onderneming verschillende sociale documenten kunnen voorleggen. Naast het voorleggen van documenten, worden er ook verhoren afgenomen: de sociale inspecteurs hebben het recht om zowel de werkgever als de werknemers of gelijk welke persoon wiens verhoor zij noodzakelijk achten, te ondervragen over elk feit dat zij nuttig achten voor de uitoefening van het toezicht.

Om te helpen voor te bereiden op een controle, biedt SIOD checklists met :

  • de belangrijkste documenten die sociale inspecteurs kunnen opvragen bij de werkgever, aangestelde of lasthebber en bij werknemers ;
  • de onderwerpen waarover de sociale inspecteurs vragen mogen stellen.

De checklist van bouwsector, elektrotechnische en metaalsector zijn beschikbaar op de SIOD-website.

1.1. Documenten opgevraagd door de sociale inspecteurs

De volgende documenten kunnen worden opgevraagd door sociale inspecteurs:

  • bewijs van inschrijving bij de KBO, bij de RSZ;
  • bewijs van aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen;
  • DIMONA;
  • arbeidsreglement met alle werkroosters alsook bewijs van elektronisch geregistreerde prestaties;
  • arbeidsovereenkomsten, met eventuele bijvoegsels, individuele rekeningen, loonfiches, prestatielijsten,…;
  • afwijkingsdocument of registratiesysteem voor deeltijdse werknemers;
  • bewijs van de aangifte van werf en Checkin@Work;
  • bij tewerkstelling van niet-Belgische werknemers of zelfstandigen kunnen volgende documenten gevraagd worden: de arbeidskaarten en/of arbeidsvergunningen en verblijfsvergunningen voor niet EU-onderdanen; beroepskaarten voor buitenlandse zelfstandigen die niet vrijgesteld zijn (niet EU-onderdanen); Limosa formulieren L1, documenten A1;
  • arbeidsongevallenverzekering.

Deze checklist betekent niet dat de sociale inspecteurs niet het recht hebben om zich alle documenten te laten voorleggen die zij noodzakelijk achten voor het onderzoek.

1.2. Vragen gesteld door sociale inspecteurs

Sociale inspecteurs kunnen rechtstreeks vragen stellen aan personen die arbeidsprestaties verrichten betreffende:

  • identificatie van de werkgever en of opdrachtgever;
  • hun statuut (werknemer loontrekkende, zelfstandige, student, uitzendkracht,…);
  • hun statuut als sociaal verzekerde (werkloos, arbeidsongeschikt, leefloon, pensioen,…);
  • hun loon-en arbeidsduur gegevens.

Deze personen moeten ook bepaalde documenten kunnen overleggen, zoals:

  • controlekaarten (C3A, C3.2A,…), behalve wanneer werknemers gebruik maken van een elektronische controlekaart;
  • toestemmingen deeltijdse werkhervatting afgeleverd door de adviserend geneesheer.

2. Herinnering aan sanctieniveaus

De werkgever, aangestelde of lasthebber die een inbreuk pleegt zoals bedoeld in het Sociaal Strafwetboek, kan een administratieve of strafrechtelijke sanctie opgelegd krijgen. Deze sancties zijn onderverdeeld in 4 niveaus:

 

Gevangenisstraf

Strafrechtelijke geldboete

Administratieve geldboete

Niveau 1

/

/

10 tot 100 euro

Niveau 2

/

Ofwel een geldboete van 50 tot 500 euro

Ofwel een geldboete van 25 tot 250 euro

Niveau 3

/

Ofwel een geldboete van 100 tot 1.000 euro

Ofwel een geldboete van 50 tot 500 euro

Niveau 4

Ofwel een gevangenisstraf van 6 maanden tot 3 jaar

En/of een geldboete van 600 tot 6.000 euro

Ofwel een geldboete van 300 tot 3.000 euro

Merk op dat de bedragen in de tabel moeten worden verhoogd met extra opdeciemen (sinds 1 januari 2017 wordt het bedrag van de boete vermenigvuldigd met 8)!

Bron : Flitscontroles | Sociale Inlichtingen-en Opsporingsdienst (belgie.be)