Brexit: wetsontwerp neergelegd in de Kamer

Van 
93557

De deadline van 29 maart nadert. België bereidt zich voor op een no-deal brexit. Er werd een wetsontwerp in deze zin neergelegd in de Kamer. We overlopen het hierna.

Overzicht van de feiten

Ingevolge het referendum van 23 juni 2016 zou het Verenigd Koninkrijk de EU moeten verlaten op 29 maart 2019. Ter herinnering: er werd een ontwerp van terugtrekkingsakkoord onderhandeld tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk dat echter werd verworpen door het Britse parlement.

Op dit ogenblik is het nog moeilijk te voorspellen hoe de betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk na 29 maart zullen verlopen. Er zijn drie mogelijke scenario's:

  1. Heronderhandeling van het verworpen terugtrekkingsakkoord;
  2. Uitstel van de brexit voor een verlenging van de onderhandelingen om op termijn tot een nieuw akkoord te komen;
  3. Brexit zonder terugtrekkingsakkoord (“no-deal brexit”).

België heeft beslist zich op deze laatste mogelijkheid voor te bereiden door een wetsontwerp  en een ontwerp van koninklijk besluit aan te nemen. Het eerste werd openbaar gemaakt. We lichten het hierna toe.

Wetsontwerp: no-deal brexit

De brexit die eraan komt, zal voor de burgers gevolgen hebben op sociaal vlak en in het bijzonder voor wat betreft de regels inzake verblijfsrecht, arbeidsrecht en sociale zekerheid. Hoewel er momenteel nog geen enkele duidelijkheid bestaat over de toekomst, zal de brexit waarschijnlijk het einde betekenen van het systeem waarin personen als Europese burger naar het Verenigd Koninkrijk kunnen gaan om er te verblijven en te werken. Zo zal een Britse burger waarschijnlijk een arbeidsvergunning nodig hebben om na de brexit in België te kunnen werken. Oorspronkelijk werden deze situaties geregeld in een terugtrekkingsakkoord, dat werd verworpen.

Om zo veel mogelijk de rechten te vrijwaren van Britse onderdanen die hun recht op vrij verkeer hebben uitgeoefend, werden een wetsontwerp en een koninklijk besluit uitgewerkt. Het eerste voorziet in maatregelen inzake verblijfsrecht en sociale zekerheid. Het tweede regelt de tewerkstelling van Britse onderdanen. België bereidt zich op deze wijze voor op een mogelijk no-deal scenario.

We geven u hierna een overzicht van de maatregelen waarin het wetsontwerp voorziet.

Drie voorafgaande verduidelijkingen :

  1. De wet en het koninklijk besluit treden enkel in werking indien op 29 maart 2019 geen akkoord tot stand is gekomen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk.
  2. De hierna uiteengezette beginselen zijn van tijdelijke aard. Met andere woorden: deze maatregelen blijven slechts gewaarborgd gedurende een beperkte periode die (uiterlijk) op 31 december 2020 eindigt.
  3. De maatregelen van het wetsontwerp worden enkel van toepassing als de Britse overheid dezelfde bepalingen ten gunste van Belgische onderdanen in het Verenigd Koninkrijk aanneemt. Dit wordt het wederkerigheidsbeginsel genoemd.

1. Verblijfsrecht

Een van de grondbeginselen van de Europese Unie is het vrij verkeer van personen op het grondgebied van de Unie op voorwaarde dat hun verblijf niet langer duurt dan 3 maanden. De brexit zal hieraan een einde stellen.

De wetgever wil zich er echter van verzekeren dat alle onderdanen van het Verenigd Koninkrijk die wettelijk in België verblijven, na 29 maart 2019 nog steeds als legale inwoners worden beschouwd. U vindt hierna de verschillende verzachtingen van de gevolgen van de brexit inzake verblijf die in voornoemd wetsontwerp worden voorzien:

a) Brits onderdaan die zijn recht op vrij verkeer heeft uitgeoefend en die vóór 29 maart 2019 een verblijfsrecht heeft bekomen

Hij zal dit verblijfsrecht kunnen behouden maar slechts tijdelijk (in principe tot 31 december 2020).

b) Verblijfsaanvragen die nog hangende zijn op 29 maart 2019

Deze aanvragen zullen worden behandeld volgens de voorwaarden die vóór de brexit golden.

c) Verblijfsaanvragen ingediend na 29 maart 2019

Deze aanvragen zullen onderworpen zijn aan de algemene regels die op onderdanen van derde landen van toepassing zijn.

d) Aanvragen van familieleden ingediend na 29 maart 2019

Voor verblijfsaanvragen van familieleden van onderdanen a) en b) ingediend na 29 maart 2019 zullen de regels van vóór de brexit worden toegepast. Om deze behandeling te kunnen krijgen, moeten deze aanvragen voor het einde van de overgangsperiode worden ingediend (in principe dus voor 31 december 2020).

Naaranalogie zullen de aanvragen ingediend door familieleden van onderdanen c) onderworpen zijn aan de algemene regels die in de Europese Unie op onderdanen van derde landen van toepassing zijn.  

e) Hernieuwing van vervallen verblijfsdocumenten tijdens de overgangsperiode

Hernieuwing van verblijfsdocumenten zal mogelijk zijn bij het gemeentebestuur. Het nieuwe verblijfsdocument zal echter slechts geldig zijn tot het einde van de overgangsperiode. Daarna worden de wettelijke bepalingen inzake verblijf van onderdanen van derde landen toegepast.

2. Sociale zekerheid

In de Europese Unie wordt de sociale zekerheid van personen die zich binnen de Unie  verplaatsen hoofdzakelijk geregeld door verordening 883/2004. Deze verordening bepaalt in het bijzonder in welk land de sociale bijdragen verschuldigd zijn, in welk land een onderdaan van een lidstaat recht heeft op sociale uitkeringen in geval van werkloosheid, ziekte,  pensioen, enz.

De dag na de brexit zal deze Europese verordening niet meer van toepassing zijn op Britse onderdanen. Om te vermijden dat deze personen in een problematische juridische en financiële situatie terechtkomen, bepaalt voornoemd wetsontwerp dat België het Verenigd Koninkrijk fictief gelijkstelt met een lidstaat van de Europese Unie. Concreet betekent dit dat verordening 883/2004 in haar geheel van toepassing zal zijn voor wat betreft de uitkeringen  die onder de bevoegdheid van de federale staat vallen (dus met uitzondering van de gezinsbijslagen en bepaalde uitkeringen inzake langdurige zorg) en dit tot 31 december  2020.

Overeenkomstig deze Europese verordening zal in geval van detachering de socialezekerheidswetgeving van het uitsturende land onder bepaalde voorwaarden van toepassing blijven. Britse werknemers die naar België zijn gedetacheerd, blijven bijgevolg  onderworpen aan de Britse wetgeving. Hiervoor moet wel contact worden opgenomen met de bevoegde Britse overheid.

3. Arbeidsrecht

Op 1 februari werd door de ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 september 2018 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse onderdanen die zich in een specifieke verblijfssituatie bevinden.

Het is de bedoeling te waarborgen dat Britse onderdanen die op het ogenblik van de brexit in België verblijven en er tijdelijk kunnen blijven op basis van de brexitwet, er ook zonder formaliteiten kunnen blijven werken.

Het ontwerp werd voor advies overgemaakt aan de Raad van State.

Lopende onderhandelingen

We wijzen er met nadruk op dat voornoemde maatregelen enkel in werking treden als er geen akkoord tot stand is gekomen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. Op minder dan vijf weken van de brexit, is het nog moeilijk te voorspellen welk scenario de overhand zal hebben.

We houden u op de hoogte van de ontwikkelingen in dit dossier.

Bron : Wetsontwerp van 19 februari 2019 betreffende de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.