Buitenlandse kaderleden: het “sociaal” forfait voor kosten eigen aan de werkgever wordt verhoogd


60890

Een bijzonder fiscale regeling is van toepassing op sommige kaderleden die naar België worden gedetacheerd of die in het buitenland worden aangeworven om tijdelijk in België te werken. Dit stelsel wordt behandeld in de omzendbrief van de Belgische Fiscale Administratie nr CI.RH.624-325.294 van 8 augustus 1983.

De speciale belastingsregeling biedt volgende voordelen :

  • een deel van het salaris (berekend op basis van de technische nota van de FOD Financiën) mag als kosten eigen aan de werkgever worden beschouwd en is dus niet onderworpen aan Belgische belasting;
  • het buitenlands kaderlid is slechts in België belastbaar op de inkomsten bekomen door de uitoefening van zijn beroep in België. De bezoldiging voor beroepsactiviteiten uitgeoefend in het buitenland is niet belastbaar in België. Deze uitsluiting wordt travel exclusion genoemd;
  • ze worden fiscaal behandeld als niet-inwoners en worden in België bijgevolg enkel belast op hun inkomsten van Belgische oorsprong.

Deze kosten eigen aan de werkgever zijn geplafonneerd tot 11.250 euro per jaar en 29.750 euro per jaar voor onderzoekers en personen met een coördinerende functie.

Wat de behandeling op het niveau van sociale zekerheid betreft (RSZ), zijn de kosten eigen aan de werkgever niet onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen. Het salaris voor in het buitenland gepresteerde dagen is echter wel onderworpen aan Belgische sociale zekerheid. De RSZ past dus geen systeem van travel exclusion toe.

De RSZ heeft onlangs zijn standpunt gewijzigd. Om rekening te houden met het systeem van travel exclusion, mag het forfait van 11.250 EUR worden verhoogd in functie van het percentage van tewerkstelling van het buitenlandse kaderlid in België, met een limiet van 29.750 EUR, overeenkomstig de volgende modaliteiten:

        Door de RSZ max. aanvaarde forfait = 11.250/% aanwezigheid in België x 100

Voorbeelden (waarin de plafond van 11.250 EUR wordt bereikt en mag overschreden worden):

  • 20% reizen naar het buitenland: 11.250/80 x 100 = 14.062,50 EUR
  • 40% reizen naar het buitenland: 11.250/60 x 100 = 18.750 EUR
  • 60% reizen naar het buitenland: 11.250/40 x 100 = 28.125 EUR
  • 80% reizen naar het buitenland: 11.250/20 x 100 = 29.750 EUR (absoluut maximum)

Voorbeelden (wanneer het bedrag van onkostenvergoedingen minder bedraagt dan het plafond van 11.250 EUR, zelfde ratio):

  • 20% reizen naar het buitenland: 5.000/80 x 100 = 6.250 EUR
  • 40% reizen naar het buitenland: 5.000/60 x 100 = 8.333,33 EUR
  • 60% reizen naar het buitenland: 5.000/40 x 100 = 12.500 EUR
  • 80% reizen naar het buitenland: 5.000/20 x 100 = 25.000 EUR.

Het percentage van de reizen naar het buitenland en het verblijf in België toegepast door de RSZ wordt vastgesteld door de Fiscale Administratie.

Voor de categorieën van werknemers op wie steeds de maximumgrens van 29.750 EUR van toepassing is (onderzoekers, …) mag nooit een proratisering van de kosten toegepast worden, ook niet wanneer de som van alle kosten lager is dan dit grensbedrag.