Crisispremie voor ontslagen arbeiders : vrijstelling van betaling voor de ondernemingen die minder dan 10 werknemers tewerkstellen en die economische moeilijkheden hebben


45036

In het artikel over de crisispremie dat op 5 januari van dit jaar op onze website verscheen, berichtten wij dat de Commissie Ondernemingsplannen de ondernemingen met minder dan 10 werknemers kon vrijstellen van de betaling van hun deel van de crisispremie op voorwaarde dat zij economische moeilijkheden kennnen en dat zij hiervoor een aanvraag doen. In dat geval betaalt de RVA de volledige premie. Het nodige uitvoeringsbesluit hieromtrent moest wel nog genomen worden. Dit uitvoeringsbeluit is ondertussen genomen op 11 februari 2010 (BS van 16 februari 2010).

Wat zijn de te volgen spelregels om deze vrijstelling van betaling te bekomen ?

1.Onderneming met minder dan 10 werknemers

Enkel de ondernemingen met minder dan 10 werknemers kunnen vragen om hun deel van de crisispremie niet te moeten betalen.

Een onderneming met minder dan 10 werknemers is een onderneming die gedurende de periode van het vierde kwartaal 2008 tot en met het derde kwartaal 2009 gemiddeld minder dan 10 werknemers heeft tewerkgesteld

De gemiddelde tewerkstelling wordt als volgt berekend : het totaal van de op het einde van elk kwartaal van de betrokken periode aangegeven werknemers delen door het aantal kwartalen waarvoor een RSZ-aangifte werd gedaan. Indien één of meer RSZ-aangiftes voor de betrokken periode ontbreken, dan wordt voor het ontbrekende tijdvak het rekenkundig gemiddelde van het op de ingediende RSZ-aangiften voorkomende aantal werknemers genomen.

2.Onderneming in moeilijkheden

Een onderneming is in economische moeilijkheden als zij aantoont dat zij zich bevindt in één van de volgende situaties:

  1. De onderneming is gebonden door een door de Comissie Ondernemingsplannen goedgekeurd ondernemingsplan dat crisistijdskrediet en/of crisiswerkloosheid voor bedienden invoert;
  2. De onderneming is gebonden door een sectorale of ondenemingsCAO die crisistijdskrediet en/of crisiswerkloosheid voor bedienden invoert;
  3. De onderneming wordt, tijdens het kwartaal dat voorafgaat aan het kwartaal waarin de aanvraag tot afwijking op de betaling van de crisispremie wordt gevraagd, geconfronteerd met een substantiële daling van minimum 15% van de omzet, productie of bestellingen, vergeleken met hetzelfde kwartaal van het jaar voordien;
  4. De onderneming wordt, tijdens het kwartaal dat voorafgaat aan het kwartaal waarin de aanvraag tot afwijking op de betaling van de crisispremie wordt gevraagd, geconfronteerd met een tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor arbeiders van ten minste 10 % van het globaal aantal (zowel voor arbeiders als bedienden) aan de RSZ aangegeven dagen (ook voor deeltijdse werknemers);
  5. De onderneming boekt, in de jaarrekeningen van de twee boekjaren die voorafgaan aan het jaar waarin de aanvraag tot afwijking op de betaling van de crisispremie wordt gevraagd, vóór belastingen, een verlies uit de gewone bedrijfsuitoefening én voor het laatste boekjaar overschijdt dit verlies het bedrag van de afschrijvingen en de waardevermindering op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa;
  6. de onderneming is failliet;
  7. een zaakvoerder, bestuurder of werkende vennoot van de onderneming heeft een uitkering ontvangen in het kader van de “faillissementsverzekering voor zelfstandigen ” én dit op basis van minstens één van de volgende criteria:
  • de onderneming verkreeg in het kader van een gerechtelijke reorganisatie van de rechter, in de periode van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2010, een vonnis tot openverklaring van de procedure van gerechtelijke organisatie;
  • uit de btw-aangiftes van de zaakvoerder, bestuurder of werkende vennoot of de btw-aangiftes van zijn onderneming met betrekking tot het derde of vierde kwartaal 2008, of het eerste, het tweede, het derde of het vierde kwartaal van 2009 blijkt dat de omzet van zijn onderneming of, wanneer de zaakvoerder, bestuurder of werkende vennoot zelfstandige meerdere ondernemingen heeft, de totale omzet van die ondernemingen samen, gedaald is met minstens 50 % ten opzichte van respectievelijk het derde of vierde kwartaal 2007, of het eerste, tweede, derde of het vierde kwartaal van 2008;
  • de zaakvoerder, bestuurder, of werkende vennoot heeft ten vroegste op 1 juli 2008 en ten laatste op 31 december 2009 een afbetalingsplan voor de betaling van zijn schulden met betrekking tot sociale bijdragen voor werknemers verkregen;
  • de schulden van de zaakvoerder, bestuurder of werkende vennoot met betrekking tot sociale zekerheidsbijdragen voor werknemers maakten ten vroegste op 1 juli 2008 en ten laatste op 31 december 2009, het voorwerp uit van een dwangbevel of van een dagvaarding;
  • de zaakvoerder, bestuurder of werkende vennoot kan aantonen dat zijn vennootschap beschikte over een kaskrediet dat in de periode tussen 30 juni 2008 en 1 juli 2010 door de financiële instelling werd opgezegd;
  • 50 % van het omzetcijfer van de zaakvoerder, bestuurder of werkende vennoot of dat van zijn vennootschap voor de periode van 1 juli 2008 tot en met 30 juni 2009 of van 30 juni 2009 tot en met 1 juli 2010 komt van ondernemingen die failliet of in gerechtelijke reorganisatie verklaard werden,of nog, van zelfstandigen die in collectieve schuldenregeling verklaard werden, tijdens de periode van 1 juli 2008 tot en met 30 juni 2009 of van 30 juni 2009 tot en met 1 juli 2010;
  • uit de btw-aangiftes van de zaakvoerder, bestuurder of werkende vennoot of de btw-aangiftes van zijn vennootschap met betrekking tot het tweede, derde of het vierde kwartaal van 2009 blijkt dat de omzet van zijn onderneming of, wanneer hij meerdere ondernemingen heeft, de totale omzet van die ondernemingen samen, met minstens 60 % is gedaald, ten opzichte van respectievelijk het tweede, derde of het vierde kwartaal van 2007.

3. Hoe de vrijstelling van betaling bekomen?

De aanvraag tot vrijstelling van betaling van de crisispremie moet bij aangetekend schrijven of per electronische post overgemaakt worden aan de directeur-generaal van de Algemene Directie Collectieve arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO, Ernest Blerotstraat, 1 in 1070 Brussel, coa@werk.belgie.be.

Deze aanvraag moet niet voorafgaandelijk aan het ontslag gebeuren. Op de site van de FOD WASO kan een modelformulier van aanvraag gedownload worden : model.

Na lectuur van dit model zal u kunnen vaststellen dat de werkgever in deze aanvraag op eer moet verklaren dat zijn onderneming economische moeilijkheden kent zoals vermeld hierboven. Enkel wanneer de Commissie Ondernemingsplannen hem dit vraagt en voorzover de betrokken gegevens niet reeds beschikbaar zijn bij de publieke overheden, zal de werkgever moeten bewijzen dat zijn onderneming economische moeilijkheden kent:

  1. De onderneming is gebonden door een door “de comissie ondernemingsplannen” goedgekeurd ondernemingsplan dat crisistijdskrediet en/of crisiswerkloosheid voor bedienden invoert ⇒ het neerleggingsnummer van dit ondernemingsplan invullen;
  2. De onderneming is gebonden door een ondenemingsCAO die crisistijdskrediet en/of crisiswerkloosheid voor bedienden invoert ⇒ het registratienummer van de ondenemingsCAO invullen;
  3. De onderneming is gebonden door een sectorale CAO die crisistijdskrediet en/of crisiswerkloosheid voor bedienden invoert ⇒ het nummer van het betrokken paritair comité invullen en, indien de Commissie Ondernemingsplannen het vraagt, een copie van het werkloosheidsformulier Crisiswet 1 dat aan de RVA werd overgemaakt, overmaken;
  4. De onderneming wordt, tijdens het kwartaal dat voorafgaat aan het kwartaal waarin de aanvraag tot afwijking op de betaling van de crisispremie wordt gevraagd, geconfronteerd met een substantiële daling van minimum 15% van de omzet, productie of bestellingen, vergeleken met hetzelfde kwartaal van het jaar voordien ⇒ indien de Commissie Ondernemingsplannen het vraagt, de BTW-aangiftes van de betreffende kwartalen bijvoegen indien men een  substantiële daling van minimum 15% van de omzet inroept. BTW-aangiftes van de betreffende kwartalen of andere bewijskrachtige documenten bijvoegen indien men een substantiële daling van minimum 15% van de productie of bestellingen inroept;
  5. De onderneming wordt, tijdens het kwartaal dat voorafgaat aan het kwartaal waarin de aanvraag tot afwijking op de betaling van de crisispremie wordt gevraagd, geconfronteerd met een tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor arbeiders van ten minste 10 % van het globaal aantal (zowel voor arbeiders als bedienden) aan de RSZ aangegeven dagen (ook voor deeltijdse werknemers) ⇒ er moet geen bijkomende informatie gegeven worden;
  6. De onderneming boekt, in de jaarrekeningen van de twee boekjaren die voorafgaan aan het jaar waarin de aanvraag tot afwijking op de betaling van de crisispremie wordt gevraagd, vóór belastingen, een verlies uit de gewone bedrijfsuitoefening én voor het laatste boekjaar overschijdt dit verlies het bedrag van de afschrijvingen en de waardevermindering op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa ⇒indien de Commissie Ondernemingsplannen het vraagt, de jaarrekeningen van de twee boekjaren die voorafgaan aan het jaar waarin de aanvraag tot afwijking op de betaling van de crisispremie wordt gevraagd, overhandigen;
  7. een zaakvoerder, bestuurder of werkende vennoot van de onderneming heeft een uitkering ontvangen in het kader van de “faillissementsverzekering” én dit op basis van minstens één van de vornoemde criteria ⇒ indien de Commissie Ondernemingsplannen het vraagt, bewijs leveren dat enerzijds de persoon die de uitkering ontving een zaakvoerder, bestuurder of werkende vennoot van de onderneming is en dat anderzijds hij een uitkering heeft ontvangen in het kader van de “faillissementsverzekering voor zelfstandigen” én dit op basis van minstens één van de vornoemde criteria.

Tip:Alhoewel de werkgever bepaalde informatie enkel aan de Commissie Ondernemingsplannen moet overmaken als hem dit wordt gevraagd, raden wij de werkgevers aan om die informatie waarover de Commissie Ondernemingsplannen niet onmiddellijk kan beschikken en die zij dus ook zal moeten opvragen, toch uit eigen beweging over te maken. Dit kan alleen maar leiden tot een snellere afhandeling van de aanvraag tot vrijstelling van betaling van de crisispremie.

De directeur-generaal van de Algemene Directie collectieve arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO bezorgt de aanvraag tot afwijking op de betaling van de crisispremie aan de Commissie Ondernemingsplannen die hierover uitspraak zal doen binnen de twee weken na ontvangst van de aanvraag. Deze beslissing geldt voor alle ontslagen van arbeiders die plaatshebben in de periode van januari tot juni 2010.

De directeur-generaal van de Algemene Directie collectieve arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO maakt de gemotiveerde beslissing van de Commissie Ondernemingsplannen over aan de onderneming en bezorgt een kopie ervan aan de RVA.