De kosteloze beschikking over een onroerend goed of de kosteloze verstrekking van verwarming en elektriciteit : nieuwe berekening van het fiscaal voordeel.


56297

De werkgevers kunnen een woning ter beschikking stellen aan hun werknemers of aan hun bedrijfsleiders.

De werkgevers kunnen eveneens beslissen de verwarmings- en elektriciteitskosten te betalen.

Deze voordelen, in de hoedanigheid van voordelen waarop de werknemer recht heeft uit hoofde van zijn dienstbetrekking, zijn onderworpen aan de bijdragen van de sociale zekerheid en aan de belastingen. De vraag die men zich dan ook stelt, is: wat is de waarde van die voordelen?

In navolging van het advies dat door de FOD Financiën op zijn website werd gepubliceerd op 23 december 2011, heeft het Koninklijk Besluit van 23 februari 2012 (B.S. 28 februari 2012) de wijze waarop deze voordelen fiscaal worden geraamd, gewijzigd.

 De kosteloze beschikking over een onroerend goed

Vanaf 1 januari 2012 wordt de multiplicatorcoëfficiënt die wordt gebruikt om het belastbaar voordeel voor de gratis woning te bepalen, vermeerderd tot 3,8 voor de gebouwen met een kadastraal inkomen hoger dan 745 euro.

Ter herinnering: het fiscaal voordeel voor de kosteloze beschikking van een onroerend goed wordt als volgt vastgesteld:

Aard van het onroerend goed Vaststelling van het voordeel
Ongebouwd onroerend goed of gedeelte ervan 100/90 van het geïndexeerd kadastraal inkomen van het onroerend goed of het gedeelte ervan
Gebouwd, niet-bemeubeld onroerend goed of gedeelte ervan dat niet ter beschikking wordt gesteld door een rechtspersoon 100/60 van het geïndexeerd kadastraal inkomen van het onroerend goed of het gedeelte ervan
Gebouwd, niet-bemeubeld, onroerend goed of gedeelte ervan dat ter beschikking wordt gesteld door een rechtspersoon Het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen van het onroerend goed of het gedeelte ervan is kleiner dan of gelijk aan 745 EUR: 100/60 van het geïndexeerd kadastraal inkomen van het onroerend goed of het gedeelte ervan, x 1,25
Het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen van het onroerend goed of het gedeelte ervan is groter dan 745 EUR: 100/60 van het geïndexeerd kadastraal inkomen van het onroerend goed of het gedeelte ervan, x 3,8
Gebouwd, bemeubeld, onroerend goed of gedeelte ervan dat niet ter beschikking wordt gesteld door een rechtspersoon 100/36 van het geïndexeerd kadastraal inkomen van het onroerend goed of het gedeelte ervan
Gebouwd, bemeubeld, onroerend goed of gedeelte ervan dat ter beschikking wordt gesteld door een rechtspersoon Het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen van het onroerend goed of het gedeelte ervan is kleiner dan of gelijk aan 745 EUR: 125/36 van het geïndexeerd kadastraal inkomen van het onroerend goed of het gedeelte ervan
Het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen van het onroerend goed of het gedeelte ervan is groter dan 745 EUR: 200/36 van het geïndexeerd kadastraal inkomen van het onroerend goed of het gedeelte ervan

 

  De kosteloze verstrekking van verwarming en elektriciteit

Wanneer een werkgever zelf de energiefacturen van zijn werknemers betaalt, maakt deze betaling in hoofde van de werknemers een voordeel van alle aard uit.

Dit voordeel wordt forfaitair geraamd zonder rekening te houden met het werkelijke verbruik. Er wordt evenwel een onderscheid gemaakt in functie van de genieter van deze verstrekking.

Vanaf 1 januari 2012 worden de forfaits voor de bepaling van het voordeel van alle aard voor gratis verwarming en elektriciteit voor de bedrijfsleiders en directiepersoneel opgetrokken:

  • tot  1245 EUR per jaar voor verwarming (geïndexeerd bedrag inkomstenjaar 2012: 1820 EUR)
  • tot 620 EUR per jaar voor elektriciteit (geïndexeerd bedrag inkomstenjaar 2012: 910 EUR.

Voor de andere genieters wordt het voordeel forfaitair vastgesteld op:

  • 560  EUR  per jaar voor verwarming (geïndexeerd bedrag inkomstenjaar 2012: 820 EUR)
  • 280 EUR per jaar voor elektriciteit (geïndexeerd bedrag inkomstenjaar 2012: 410 EUR).

Bron : K.B. van 23 februari 2012 tot wijziging van artikel 18, § 3, KB/WIB 92 op het stuk van de forfaitaire waardering van de voordelen van alle aard voor de kosteloze beschikking over onroerende goederen en de kosteloze verstrekking van verwarming en elektriciteit, art. 2, B.S. 28 februari 2012.