De vrijwillige deeltijdse werkhervatting wordt gestimuleerd


52537

Een arbeidsongeschikte werknemer die vrijwillig het werk deeltijds wil hervatten, moet hiervoor geen voorafgaande toelating meer hebben van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds. De voorafgaande toelating zal ook na de werkhervatting kunnen gegeven worden. De toelating blijft wel nog nodig maar er zullen geen wachttijden meer zijn. De artikels 16 tot 18 van de Programmawet van 4 juli 2011 (BS van 19 juli 2011) bepalen dit.
De werknemer die de toelating krijgt de arbeid te hervatten wordt als arbeidsongeschikt erkend, ook tijdens de periode van werkhervatting, zolang er vanuit geneeskundig oogpunt een vermindering van het vermogen blijft van tenminste 50%.
Tijdens de gedeeltelijke werkhervatting betaalt de mutualiteit een uitkering aan de werknemer die gecumuleerd (plafond) mag worden met het verkregen loon voor de toegelaten arbeid.
De werknemer die het werk hervat heeft maar geen a posteriori (na de werkhervatting) toelating krijgt, zal onderworpen worden aan een geneeskundig onderzoek om na te gaan of de werknemer nog arbeidsongeschikt is. Indien de werknemer niet langer meer arbeidsongeschikt is, zal hij de uitkeringen moeten terugbetalen die hij ontvangen heeft voor de dagen tijdens welke hij de activiteit die niet a posteriori wordt toegestaan, verricht heeft. In behartenswaardige gevallen en bij afwezigheid van een bedrieglijk opzet kan het Beheerscomité van de Dienst uitkeringen geheel of gedeeltelijk afzien van de terugvordering.
De koning moet wel nog bepalen wanneer deze a posteriori toelating in werking treedt.