Economische werkloosheid voor bedienden vanaf 2012 : noodzaak om een nieuwe CAO te sluiten of een nieuw ondernemingsplan op te stellen !


55244

De IPA-wet, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 28 april 2011, voorziet in een eerste fase in de verlenging van de crisismaatregel crisiswerkloosheid voor bedienden tot en met 31 december 2011.

Daarna zorgt een tweede fase in deze wet ervoor dat deze maatregel in een aangepaste vorm behouden blijft voor onbepaalde duur. Dit wordt gerealiseerd door de definitieve opname van een regeling van economische werkloosheid voor bedienden in de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978. Dit permanente stelsel blijft evenwel gebaseerd op de bestaande tijdelijke crisismaatregel.

Zo wordt de definitieve regeling eveneens uitdrukkelijk beperkt tot ondernemingen in moeilijkheden die verbonden zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst of een ondernemingsplan dat werd goedgekeurd door de Commissie Ondernemingsplannen van de FOD WASO.

Opmerking: de ondernemingen die reeds in het kader van de regeling van crisisschorsing bedienden een CAO hebben gesloten of gebonden waren door een geldig ondernemingsplan en die de nieuwe regeling van economische werkloosheid voor bedienden willen toepassen vanaf 1 januari 2012, zullen een nieuwe CAO moeten afsluiten of een nieuw ondernemingsplan moeten opstellen en ter goedkeuring voorleggen.

Er zijn twee referentiepunten om uit te maken of het gaat om een onderneming in moeilijkheden: hetzij een belangrijke daling (10 % vergeleken met hetzelfde kwartaal van het jaar 2008) van het zakencijfer, de productie of de bestellingen, hetzij een belangrijke toevlucht (tenminste 10 % van het totaal aantal dagen dat wordt aangegeven aan de RSZ) tot de regeling van tijdelijke werkloosheid voor de werklieden.

De Koning kan bij een in de Ministerraad overlegd besluit de criteria tot erkenning van onderneming in moeilijkheden alsook het referentiejaar (2008) wijzigen.

Slechts twee regelingen van economische werkloosheid worden door de wet toegestaan:

  • hetzij een volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst;
  • hetzij een regeling van gedeeltelijke arbeid met tenminste twee arbeidsdagen per week.

Deze regelingen kunnen worden ingevoerd voor een periode die is vastgelegd in de CAO of het ondernemingsplan zonder dat deze periode maximaal 16 weken voor de volledige en 26 weken voor de gedeeltelijke schorsing per kalenderjaar overschrijdt en op voorwaarde dat de betrokken bedienden geen inhaalrust meer hebben openstaan voor overschrijdingen in verhouding tot de normale arbeidsduurgrenzen, prestaties op zon- of feestdagen.

Vooraleer de werkgever één van deze regelingen kan invoeren, dient hij ter controle minstens 14 dagen op voorhand aan het werkloosheidsbureau van de RVA de elementen ter kennis brengen die zijn penibele economische toestand aantonen evenals het feit dat hij gebonden is door hetzij een CAO hetzij een goedgekeurd ondernemingsplan. Deze kennisgeving moet vanaf 1 januari 2012 gebeuren via een aangetekende verzending van het nieuwe werkloosheidsformulier C106A. Na deze controle zal hij worden verwittigd van het feit of hij al dan niet aan de gestelde voorwaarden voldoet om te vermijden dat hij ten onrechte overgaat tot de kennisgeving van de betrokken regeling.

Deze kennisgeving moet ten minste 7 dagen op voorhand gebeuren door middel van aanplakking in de onderneming of individuele kennisgeving aan de betrokken bedienden en via elektronische weg voor de RVA. Ook nu wordt de ondernemingsraad (of de vakbondsafvaardiging) op de hoogte gebracht.

Deze nieuwe regeling verplicht de werkgever bovendien een supplement te betalen bovenop de werkloosheidsuitkeringen van de bedienden per dag waarop niet werd gewerkt, tenzij de betaling ervan ten laste wordt gelegd van het Fonds voor Bestaanszekerheid bij een door de Koning algemeen verbindend verklaarde CAO.

Het bedrag van dit supplement wordt als volgt bepaald:

  • door de collectieve arbeidsovereenkomst:

Stelt de werkgever eveneens arbeiders tewerk, dan moet dit bedrag minstens gelijk zijn aan het supplement voorzien voor de arbeiders van de onderneming (minstens 2 euro!).

Stelt de werkgever geen arbeiders tewerk, dan zal dit bedrag minstens gelijk moeten zijn aan het supplement dat is vastgesteld voor de arbeiders in een sectorale CAO gesloten in het paritair comité waaronder de werkgever zou ressorteren indien hij arbeiders zou tewerkstellen (minstens 2 euro!). Bij gebrek aan dergelijke sectorale CAO, zal het supplement voor de bedienden minstens gelijk moeten zijn aan het wettelijk minimumbedrag van 2 euro voor de arbeiders.

  • door het ondernemingsplan:

Stelt de werkgever eveneens arbeiders tewerk, dan moet dit bedrag minstens gelijk zijn aan het supplement voorzien voor de arbeiders van de onderneming, zonder dat het bedrag kleiner mag zijn dan 5 euro.

Stelt de werkgever geen arbeiders tewerk, dan zal dit bedrag minstens gelijk moeten zijn aan het supplement dat is vastgesteld voor de arbeiders in een sectorale CAO gesloten in het paritair comité waaronder de werkgever zou ressorteren indien hij arbeiders zou tewerkstellen, zonder dat het bedrag kleiner mag zijn dan 5 euro. Bij gebrek aan dergelijke sectorale CAO, zal het supplement voor de bedienden minstens gelijk moeten aan 5 euro.

Er kan enkel worden afgeweken van de minimale grens van 5 euro bij beslissing van de Commissie Ondernemingsplannen. Dergelijke beslissing van de Commissie kan echter nooit voorzien in een supplement van minder dan 2 euro per gewerkte dag.

Tenslotte heeft elke betrokken bediende het recht om tijdens de periodes van volledige schorsing of gedeeltelijke arbeid de arbeidsovereenkomst zonder opzegging te beëindigen.

In geval van opzegging door de werkgever gegeven vóór of tijdens de periodes van volledige schorsing of gedeeltelijke arbeid, houdt de opzeggingstermijn op te lopen tijdens de schorsing.