(Elektrische) fietsen: een kort overzicht

Van 
80378

Steeds meer werknemers gebruiken de fiets. Dit is dan ook een reden om de sociale en fiscale behandeling van dit vervoermiddel toe te lichten.

Hypothese 1 : de werknemer gebruikt zijn fiets voor zijn woon-werkverplaatsingen

A. Sociale en fiscale behandeling

In geval de werkgever tussenkomt in de verplaatsingskosten van de woon-werkverplaatsingen die per fiets worden afgelegd, bedraagt de maximaal vrijgestelde vergoeding 0,22 EUR per werkelijk afgelegde kilometer en dit zowel voor het traject heen als het traject terug.

B. Elektrische fietsen

De vrijstelling van de fietsvergoeding heeft enkel betrekking op woon-werkverplaatsingen die worden afgelegd met een klassieke fiets overeenkomstig de Wegcode.

Hiertoe moet de fiets aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • er moet sprake zijn van trapondersteuning, dit betekent dat de bestuurder zelf moet meetrappen om vooruit te komen, waarbij de elektrische motor extra kracht oplevert, en dat de motor ook stilvalt wanneer de bestuurder niet trapt;
  • er is slechts ondersteuning van de motor tot een snelheid van 25 km/u;
  • het geleverde vermogen bedraagt maximaal 250 Watt.

Andere voertuigen, zoals fietsen met een motor met een groter vermogen of elektrische scooters, geven geen recht op een fietsvergoeding.

C. Speed pedelecs ?

Momenteel zijn er in de handel, naast de klassieke elektrische fiets, die tot 25 km per uur haalt, echter ook nieuwe types van licht gemotoriseerd tweewielers met trapondersteuning te koop die snelheden kunnen halen tot 45 kilometer per uur: snelle elektrische fietsen, of in het vakjargon speed pedelecs.

Die snelle elektrische fietsen worden, volgens de Belgische wegcode, niet beschouwd als een fiets maar als een bromfiets klasse B. Bijgevolg kan de fietsvergoeding niet worden toegekend.

Voor zover dit type elektrische fiets wordt gebruikt voor de woon-werkverplaatsingen is enkel de vrijstelling voorzien voor 'andere vervoermiddelen' mogelijk. Bijgevolg zal de vergoeding die wordt toegekend door de werkgever vrijgesteld worden binnen de volgende grenzen :

  • maximum 380 EUR per jaar op fiscaal vlak (inkomsten 2016);
  • reële waarde overeenstemmend met de kosten opgelopen voor de woon-werkverplaatsingen op sociaal niveau (momenteel hanteert de RSZ geen forfait).

Hypothese 2 : de werkgever stelt een (elektrische) fiets ter beschikking van de werknemer

A. Sociale en fiscale behandeling

Het voordeel dat voortvloeit uit de terbeschikkingstelling van een fiets (met toebehoren) die daadwerkelijk wordt gebruikt voor de verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling wordt bij de genieter behandeld als een sociaal voordeel vrijgesteld van belasting. Die vrijstelling geldt zowel voor de verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling als voor andere verplaatsingen (zuivere privéverplaatsingen : tijdens weekends, de vakantie of de vrije tijd).

De vrijstelling slaat dus op het volledige voordeel dat voortvloeit uit de terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets. Het volstaat dat de berdrijfsfiets (minstens) voor het woon-werkverkeer gebruikt wordt.

Pas op ! Wat dat betreft, volgt de RSZ de fiscus niet in zijn zienswijze. Als een werkgever een fiets ter beschikking stelt, dan is dat een voordeel waarop socialezekerheidsbijdragen moeten worden berekend, tenzij de fiets uitsluitend gebruikt wordt voor beroepsverplaatsingen en/of woon-werkverkeer. Anders gezegd, als de fiets gebruikt wordt voor privéverplaatsingen, dan zal een naturavoordeel moeten worden berekend in evenredigheid met dat privégebruik.

B. Vrijgesteld fietstype

Uit de logica van de terbeschikkingstelling voor het woon-werkverkeer vloeit wel voort dat de vrijstelling enkel kan worden verleend voor stads- of hybride (=  tussenvorm tussen een stadsfiets en een mountainbike) fietsen. De terbeschikkingstelling door de werkgever van een zogenaamde mountainbike of een koersfiets volgt de algemene regels en moet dan ook worden beschouwd als een belastbaar voordeel dat aan socialezekerheidsbijdragen onderworpen is.

C. Cumulatie met de kilometervergoeding?

Voornoemde vrijstelling is cumuleerbaar met de vrijstelling van de fietsvergoeding voor woon-werkverplaatsingen (0,22 EUR per kilometer: bedrag 2016).

D. Elektrische fietsen

Om overeenkomstig de Wegcode als een klassieke fiets te worden beschouwd, moet een elektrische fiets aan de volgende voorwaarden voldoen :

  • er moet sprake zijn van trapondersteuning, dit betekent dat de bestuurder zelf moet meetrappen om vooruit te komen, waarbij de elektrische motor extra kracht oplevert, en dat de motor ook stilvalt wanneer de bestuurder niet trapt ;
  • er is slechts ondersteuning van de motor tot een snelheid van 25 km/u ;
  • het geleverde vermogen bedraagt maximaal 250 Watt.

Elektrische fietsen die niet aan de drie voormelde voorwaarden voldoen (zoals snelle elektrische fietsen of speed pedelecs die een snelheid van 45 km/u kunnen halen), worden bijgevolg niet beschouwd als gewone fietsen  en komen dan ook niet in aanmerking voor de vrijstelling die voor bedrijfsfietsen zijn voorzien.

Voor de terbeschikkingstelling van dergelijke fiets zijn de algemene regels bijgevolg van toepassing en wordt de werknemer belast op de werkelijke waarde van het voordeel.