De sociale partners zijn overeengekomen om de verlaagde minimumlonen voor jonge werknemers van 18, 19 en 20 jaar, tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst, in verschillende fases weg te werken. Jongeren tewerkgesteld met een studentenovereenkomst en jongeren tewerkgesteld in het kader van een stelsel van alternerend leren, worden uitgesloten van deze nieuwe bepalingen.
Hiertoe werden op 28 maart 2013 drie nieuwe CAO's gesloten in de Nationale Arbeidsraad.
Regels geldig tot 31 maart 2013
CAO n°43
Werknemers van minimum 21 jaar oud, die voltijdse prestaties verrichten in het kader van een arbeidsovereenkomst, hebben recht op een gemiddeld minimum maandinkomen (GMMI).
Dit GMMI geldt voor alle sectoren.
CAO n°50
CAO n°50 voorziet in een verlaagde percentages van het GMMI, voor jongeren onder de 21 jaar:
- 20 jaar: 94%;
- 19 jaar: 88%;
- 18 jaar: 82%;
- 17 jaar: 76%;
- 16 jaar en jonger: 70%.
CAO n°50 heeft een suppletief karakter, deze bedragen gelden slechts voor de sectoren die geen eigen regels voorzien voor de jonge werknemers.
Nieuwe regels
Geleidelijk aan wordt het GMMI van toepassing op de werknemers vanaf 18 jaar (ipv. vanaf 21 jaar). De jonge werknemers van 18, 19 en 20 jaar (met uitzondering van de studenten en de jonge werknemers die onder een stelsel van alternerd leren vallen), zullen uitgesloten worden van het toepassingsgebied van de CAO n°50.
De afschaffing zal in drie fases verlopen:
1ste fase: vanaf 1 april 2013
Het verminderingspercentage van het GMMI voor de jongeren die minimum 18 jaar oud zijn, wordt op 4% gebracht (ipv. 6%):
- 20 jaar: 96%;
- 19 jaar: 92%;
- 18 jaar: 88%.
2de fase: vanaf 1 januari 2014:
Het verminderingspercentage van het GMMI voor de jongeren die minimum 18 jaar oud zijn, wordt op 2% gebracht (ipv. 4%):
- 20 jaar: 98%;
- 19 jaar: 96%;
- 18 jaar: 94%.
3de fase: vanaf 1 januari 2015: Definitieve afschaffing van de degressierve jeugdlonen voor werknemers van 18, 19 en 20 jaar
Alle werknemers die minimum 18 jaar oud zijn, hebben recht op ten miste het interprofessioneel vastgestelde gemiddeld minimum maandinkomen.
Hieronder een overzichtstabel van de evolutie van het GMMI:
Tot 31/03/2013 | 01/04/2013 | 01/01/2014 | 01/01/2015 |
18 jaar: 82%(*) | 18 jaar: 88% | 18 jaar: 94% | - |
19 jaar: 88%(*) | 19 jaar: 92% | 19 jaar: 96% | - |
20 jaar: 94%(*) | 20 jaar: 96% | 20 jaar: 98% | - |
21 jaar: basisbedrage | 21 jaar: basisbedrage | 21 jaar: basisbedrage | 18 jaar: basisbedrage |
21 jaar en 6 maanden anciënniteit: 1ste verhoging | 21 jaar en 6 maanden anciënniteit: 1ste verhoging | 21 jaar en 6 maanden anciënniteit: 1ste verhoging | 19 jaar en 6 maanden anciënniteit: 1ste verhoging |
22 jaar en 12 maanden anciënniteit: 2de verhoging | 22 jaar en 12 maanden anciënniteit: 2de verhoging | 22 jaar en 12 maanden anciënniteit: 2de verhoging | 20 jaar en 12 maanden anciënniteit: 2de verhoging |
(*) suppletieve regeling van de CAO n°50.
Andere jongere werknemers
Werknemers die jonger zijn dan 18 jaar, werknemers jonger dan 21 jaar die verbonden zijn door een studentenovereenkomst en de jongeren die zich in een stelsel van alternerend leren bevinden, blijven onder het toepassingsgebied van de CAO n°50 vallen.
Het suppletieve verminderingspercentage van het GMMI blijft behouden voor deze jonge werknemers.