Hoe de terbeschikkingstelling van een woning door de werkgever behandelen?


66844

Een recente fiscale omzendbrief geeft verduidelijking over de manier waarop  het voordeel van alle aard betreffende het gratis ter beschikking stellen van een onroerend goed forfaitair wordt geraamd. Dit geeft ons de gelegenheid om de stand van zaken te geven over de behandeling van dergelijk voordeel.

De werkgevers kunnen een woning ter beschikking stellen van hun werknemers.

Dit voordeel, in de hoedanigheid van voordeel waarop de werknemer recht heeft uit hoofde van zijn dienstbetrekking, is onderworpen aan de bijdragen van de sociale zekerheid en aan de belastingen. De vraag die zich stelt is hoe dergelijk voordeel wordt geraamd.

1. Aspecten van sociale zekerheid

Een gebouw dat kosteloos ter beschikking wordt gesteld, is een voordeel van alle aard dat onderworpen is aan de bijdragen van de sociale zekerheid, zowel in hoofde van de werkgever als van de werknemer.

Deze bijdragen worden berekend op de vermoedelijke huurwaarde van het goed, indien de werknemer het genot heeft van meerdere woonvertrekken of van een appartement dat afzonderlijk kan worden betrokken. Als er slechts één vertrek ter beschikking wordt gesteld, dan wordt het voordeel forfaitair vastgesteld op 0,74 EUR per dag of 266,40 EUR per jaar.

2. Fiscale behandeling

De terbeschikkingstelling van een onroerend goed (of een gedeelte van een onroerend goed) uit hoofde of naar aanleiding van het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid van een werknemer, vormt een belastbaar voordeel van alle aard. Dit voordeel wordt forfaitair vastgesteld op basis van het kadastrale inkomen van het onroerend goed (of het gedeelte van het onroerend goed).

2.1. Vaststelling van het voordeel

De raming van de terbeschikkingstelling van een gebouw of een deel van een gebouw kan als volgt schematisch worden voorgesteld :

Werkgever Aard van het onroerend goed Vaststelling van het voordeel
Natuurlijk persoon Ongebouwd onroerend goed 100/90 van het geïndexeerd kadastraal inkomen
Gebouwd onroerend goed 100/60 van het geïndexeerd kadastraal inkomen
Rechtspersoon Gebouwd onroerend goed Niet-geïndexeerd KI ≤ 745 EUR: 100/60 van het geïndexeerd KI, x 1,25
Niet-geïndexeerd KI > 745 EUR: 100/60 van het geïndexeerd KI, x 3,8

De indexeringscoëfficiënt van het kadastraal inkomen bedraagt 1,7000 voor het inkomstenjaar 2014.

Indien de ter beschikking gestelde woning bemeubeld is, wordt het voordeel dat werd vastgesteld zoals hierboven beschreven, verhoogd met 2/3.

2.2. Opgelegde betrekking

De recente fiscale omzendbrief geeft net de stand van zaken over deze situatie.

Wanneer iemand beroepsmatig verplicht is om een onroerend goed te bewonen, waarvan de omvang duidelijk zijn persoonlijke behoeften overtreft, moet men voor de bepaling van het belastbaar voordeel enkel rekening houden met het kadastraal inkomen van een onroerend goed dat overeenstemt met de reële behoeften van de bewoner . De delen van het onroerend goed die niet worden gebruikt voor persoonlijke doeleinden komen niet in aanmerking om het belastbaar voordeel te bepalen.

Het betrekken van een goed kan worden aangemerkt als "opgelegd" wanneer een werkgever een werknemer verplicht om er te verblijven wegens dwingende redenen verbonden aan de uitoefening van de beroepswerkzaamheid van de werkgever, en er geen alternatief is dat beantwoordt aan de reële behoeften van de werknemer.

Voorbeelden gegeven door de fiscale administratie :

  • een filiaalhouder van een bankagentschap die contractueel verplicht is om een appartement boven het agentschap of een onroerend goed daartegenover te betrekken;
  • een onderhouds- en toezichtsagent die is belast met een autonome productie-eenheid en die deze in geval van defect binnen een korte tijd moet kunnen heropstarten of repareren en hiertoe snel ter plaatse moet kunnen zijn, zonder afhankelijk te zijn van een transportmiddel.

Uit de uitdrukkelijke bewoordingen van de wetgeving blijkt dat het ter beschikking gestelde goed op een onbetwistbare wijze de behoeften van de betrekker, rekening houdend met zijn maatschappelijke stand en de samenstelling van zijn gezin, moet te boven gaan.

Tot de vele beoordelingscriteria die toelaten om te bepalen of de belangrijkheid van het goed de persoonlijke behoeften van de betrekker duidelijk te boven gaat, behoren: de bewoonbare oppervlakte, het aantal vertrekken, de plaats waar het goed gelegen is, het type van woning, het uitrustingsniveau, enz.

2.3. Bronnen

  • Art. 18, § 3, 2 KB/WIB 1992.
  • Circulaire AAFisc Nr. 12/2014 (nr. Ci.RH.241/632.642) dd. 02.04.2014. www.fisconet.fgov.be.

We maken gebruik van dit artikel om u mee te delen dat dit voordeel uitgebreider is gedetailleerd in ons naslagwerk “Alternatieve verloning: hoe het loon van uw werknemers optimaliseren” waarvan de editie 2014 weldra beschikbaar zal zijn. U kunt meer dan 600 pagina’s doorlopen over de extralegale voordelen die u aan uw werknemers kunt toekennen.