In de economische herstelwet van 29 maart 2009 (Belgisch Staatsblad van 7 april 2009) heeft de federale regering twee maatregelen voorzien om de werkgevers te helpen die worden geconfronteerd met financiële problemen tengevolge van de huidige economische crisis.
Een eerste maatregel was een tijdelijk uitstel van betaling van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing. Meer hierover kan u lezen in een artikel van 9 april 2009.
Een tweede maatregel is dat werkgevers die gebruik maken van dit betalingsuitstel gedurende zes maanden ook een intrestbonificatie kunnen genieten.
Deze maatregel geldt enkel voor leningen aangegaan om de storting en de betaling van de bedrijfsvoorheffing te vergemakkelijken. Ze is beperkt tot het bedrag van een lening die gelijk is aan de tijdig betaalde bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen.
Een koninklijk besluit moest wel nog een aantal dingen uitvoeren zoals :
- het percentage van de bonificatie;
- het oorspronkelijke bedrag van de lening waarop de bonificatie wordt toegekend;
- de modaliteiten van de leenovereenkomst.
Dit koninklijk besluit van 27 september 2009 is uiteindelijk verschenen in het BS van 30 september 2009.
De intrestbonificatie bedraagt 1,5 % op jaarbasis op het aanvangsbedrag van de lening. De intrestbonificatie wordt berekend volgens de duurtijd van de leningovereenkomst met een maximum van zes maanden. Zij wordt pro rata temporis per maand berekend; elke begonnen maand telt voor een volledige maand. De intrestbonificatie is beperkt tot het bedrag van de betaalde intresten in het kader van de leningovereenkomst en dit maximaal gedurende de eerste zes maanden van dit contract.
Om te kunnen genieten van de intrestbonificatie moet de tussen de kredietgever en de kredietnemer afgesloten leningovereenkomst beantwoorden aan de volgende voorwaarden :
- het bedrag van het ontleend kapitaal bedraagt ten hoogste de bedrijfsvoorheffing waarvoor betalingsuitstel werd gevraagd;
- de leningovereenkomst wordt aangegaan met als enig doel het financieren van de bedrijfsvoorheffing waarvoor betalingsuitstel werd gevraagd;
- de kredietnemer informeert de kredietgever over zijn intentie om een leningovereenkomst af te sluiten in het kader van de maatregel « liquiditeit van de ondernemingen » en van zijn wens om te genieten van de intrestbonificatie.
De leningovereenkomst moet ten minste de volgende vermeldingen bevatten:
- de uitdrukkelijke verklaring van de kredietnemer dat de leningovereenkomst uitsluitend bestemd is om het bedrag van de bedrijfsvoorheffing die betaald zal worden binnen de termijnen en in het kader van het betalingsuitstel;
- het aanvangsbedrag van de leningovereenkomst;
- de duurtijd van de leningovereenkomst;
- het bedrag van de intrest;
- de terugbetalingsmodaliteiten van de leningovereenkomst;
- het rekeningnummer van de kredietnemer;
- de verklaring van de kredietnemer dat deze wenst te genieten van de intrestbonificatie en dat hij zich ertoe verbindt de voorwaarden verbonden aan de toekenning van deze bonificatie te respecteren.
Het gebruik van bijlagen bij de overeenkomst is toegelaten. In dit geval maken de bijlagen integraal deel uit van de overeenkomst.
De kredietgever van zijn kant moet vóór het einde van elke maand een lijst met een aantal inlichtingen naar de Aministratie van de Thesaurie van de FOD Financiën opsturen. Bij afwezigheid van overeenkomst afgesloten in de loop van de maand die er aan voorafgaat, moet geen enkele inlichting verstuurd worden.
De kredietnemer is verantwoordelijk voor de naleving van de wettelijke voorwaarden, in het bijzonder wat betreft de naleving van de termijnen voorzien op het vlak van de betaling van de bedrijfsvoorheffing.
De kredietnemer moet alle bewijsstukken ter beschikking houden van de Aministratie van de Thesaurie van de FOD Financiën en op eenvoudig verzoek van hen een kopie ervan overmaken. Het betreft o.m.:
- het bewijs van de storting van de bedrijfsvoorheffing volgens de regels bepaald in artikel 20, § 1, van de wet (kopie van rekeninguittreksels of een ander document of attest);
- de leningovereenkomst.
De Aministratie van de Thesaurie van de FOD Financiën onderzoekt op basis van de door de kredietgever verstuurde documenten en de desgevallend door de kredietnemer verstrekte bewijsstukken of de intrestbonificatie kan worden verleend.
In geval van een positieve beslissing sort de Aministratie van de Thesaurie van de FOD Financiën de intrestbonificatie in één keer en binnen de zes maanden die volgen op de ontvangst van lijst met inlichtingen van de kredietgever, op de rekening van de kredietnemer.