Op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg is een lijst gepubliceerd met aandachtspunten bij de opstelling van een toetredingsakte waarmee u een systeem van niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen kan invoeren. Deze lijst kan u hier terugvinden.
We maken van de gelegenheid gebruik om de grote lijnen van de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen even te herhalen.
Waaruit bestaan de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen?
De werkgever bepaalt collectieve doelstellingen die binnen een bepaalde periode (referteperiode genoemd) door al zijn werknemers samen of door een bepaalde werknemerscategorie moeten worden bereikt. Als die doelstellingen op het einde van de referteperiode bereikt zijn, krijgen de betrokken werknemers een bonus. De beoogde doelstellingen mogen niet individueel zijn en de verwezenlijking ervan mag niet kennelijk zeker zijn bij de invoering van het plan.
Hoe deze bonus invoeren?
Er moet een zekere procedure (collectieve arbeidsovereenkomst of toetredingsakte) worden nageleefd.
Wanneer er voor de door het systeem van resultaatsgebonden voordelen beoogde werknemers een vakbondsafvaardiging is in de onderneming moeten de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen voor die werknemers door een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau worden ingevoerd.
Wanneer er voor de door het systeem beoogde werknemers geen vakbondsafvaardiging is in de onderneming moeten de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen voor die werknemers naar keuze van de werkgever, hetzij via een collectieve arbeidsovereenkomst, hetzij via een toetredingsakte worden ingevoerd.
Binnen welke termijn?
Indien u in uw onderneming een dergelijk voordeel wil toekennen, moet u beslissen op welke referteperiode de collectieve doelstellingen betrekking zullen hebben. Vergeet niet dat, indien u het kalenderjaar 2015 als referteperiode neemt, uw collectieve arbeidsovereenkomst of uw toetredingsakte uiterlijk op 30 april 2015 moeten worden neergelegd. De effectieve uitvoering van het plan in de onderneming kan namelijk maximaal met een derde van de referteperiode terugwerken.
| Voorbeelden referteperiode | Neerlegging uiterlijk op |
| 1e kwartaal 2015 | 31 januari 2015 |
| 2e kwartaal 2015 | 30 april 2015 |
| 3e kwartaal 2015 | 31 juli 2015 |
| 4e kwartaal 2015 | 31 oktober 2015 |
| 1e semester 2015 | 28 februari 2015 |
| 2e semester 2015 | 31 augustus 2015 |
| Kalenderjaar 2015 | 30 april 2015 |
Wat is het sociale en fiscale statuut van de bonus?
Sedert 1 januari 2013 moet de werknemer een solidariteitsbijdrage van 13,07% op het toegekende bedrag betalen. De werkgever moet op het bedrag een patronale bijdrage van 33 % betalen.
Voor de fiscus hoeft er geen bedrijfsvoorheffing te worden ingehouden zolang het grensbedrag niet wordt overschreden. Het fiscale grensbedrag wordt bekomen na inhouding van de solidariteitsbijdrage van de werknemer.
De na te leven bedragen worden elk jaar geïndexeerd.
Voor 2015 zijn de grensbedragen :
- 3.130 EUR voor de socialezekerheidsbijdragen;
- 2.722 EUR voor de bedrijfsvoorheffing.
Hoe kan Group S u helpen?
Sinds de instelling van dit systeem in 2008 hebben we een groot aantal van onze aangeslotenen kunnen begeleiden bij de invoering van dit type bonus. Maak gebruik van onze ervaring en aarzel niet om contact op te nemen met uw dossierbeheerder.