De decemberafrekening van het vakantiegeld voor bedienden ingeval van een vermindering van de arbeidsduur, ingevoerd in het vakantiejaar 2007, wordt vereenvoudigd vanaf 2014.
Wat is de huidige situatie geldig tot en met 2013?
Wanneer een werkgever met een bediende een overeenkomst of een bijlage aan de arbeidsovereenkomst sluit die tot gevolg heeft dat het gemiddeld aantal wekelijkse arbeidsuren wordt verminderd, moet de werkgever, in de maand december, overgaan tot betaling van het vakantiegeld zoals wanneer de werknemer de onderneming zou verlaten. Het gaat om de zogenaamde ‘decemberafrekening’.
Volgende stappen moeten worden genomen:
1. Op het ogenblik van wijziging van de arbeidsregeling: er moet geen enkele stap worden ondernomen;
2. Wanneer de bediende vakantie opneemt: de werkgever moet het enkel en dubbel vakantiegeld berekenen volgens de gebruikelijke regels;
3. In december van het lopende jaar moet de werkgever:
- een vertrekvakantiegeld berekenen van 15,34% ven de bruto bezoldigingen van het vorige vakantiedienstjaar en van het brutobedrag van het vertrekvakantiegeld het enkel en dubbel aftrekken dat in de loop van het jaar reeds werd betaald;
- een vertrekvakantiegeld berekenen van 15,34% van de bruto bezoldigingen van het lopende vakantiedienstjaar.
Er moet geen vakantieattest worden afgeleverd en er moet geen rekening worden gehouden met de eindejaarspremie of de dertiende maand.
4. Wanneer de bediende in 2014 zijn vakantie opneemt, moet de werkgever het enkel en dubbel vakantiegeld berekenen volgens de gebruikelijke regels en van deze bedragen het brutobedrag van het vervroegd vertrekvakantiegeld aftrekken.
Uitzonderingen
Wanneer de bediende voltijdse loopbaanonderbreking of voltijds tijdskrediet opneemt of indien hij onder de wapens wordt geroepen moet de werkgever onmiddellijk overgaan tot het afrekenen van het vakantiegeld! Bij deze berekening moet wel rekening worden gehouden met de eindejaarspremie of de dertiende maand.
Wat verandert er vanaf 2014?
Vanaf 2014 wordt de regeling van de decemberafrekening vereenvoudigd:
- In de maand december van het vakantiejaar waarin de vermindering van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur plaatsvindt, moet wel nog een afrekening gebeuren voor de nog niet genoten vakantierechten op basis van het voorafgaande vakantiedienstjaar.
- Daarentegen zal er geen vervroegd vakantiegeld of een voorafbetaling van het vakantiegeld voor het volgende vakantiejaar meer moeten betaald worden in de maand december van het jaar van vermindering van prestaties. De bediende zal in het daaropvolgende vakantiejaar vakantie nemen en vakantiegeld ontvangen in het verminderde stelsel waarin hij werkt op dat ogenblik. Het niet ontvangen vakantiegeld zal op het einde van dat vakantiejaar worden afgerekend.