Mobiliteitsbudget: een nieuwe stap werd gezet

Van 
91596

Over één van de maatregelen van de jobsdeal werd al een akkoord bereikt in de ministerraad die een eerste wetsontwerp tot invoering van het mobiliteitsbudget heeft goedgekeurd.

In maart 2018 werd daarover al een principeakkoord bereikt (zie ons artikel van 19 maart 2018). In het begrotingsakkoord van deze zomer maakt het mobiliteitsbudget deel uit van de lijst van maatregelen op sociaal vlak (jobsdeal) en in aansluiting daarop heeft de ministerraad zich op donderdag 26 juli al over een eerste tekst gebogen.

Het volgende artikel is gebaseerd op het perscommuniqué van de minister van Werk, de enige tekst die momenteel beschikbaar is.

1. Wat is een mobiliteitsbudget?

Een mobiliteitsbudget is een budget - berekend op jaarbasis - dat de werkgever aan een werknemer kan toekennen als alternatief voor de bedrijfswagen waarop hij aanspraak kan maken. Dit mobiliteitsbudget biedt de werknemer de mogelijkheid de bedrijfswagen waarop hij aanspraak kan maken, te vervangen (als hij er volledig van afziet) of te kiezen voor de combinatie van een milieuvriendelijkere en/of goedkopere bedrijfswagen (kleiner leasingbudget of lagere afschrijvingskosten) met duurzame vervoerswijzen en -diensten. Alleen het niet-gebruikte deel van het mobiliteitsbudget kan op het einde van het jaar aan de werknemer worden betaald.

Het initiatief voor het invoeren van het mobiliteitsbudget ligt bij de werkgever die bijzondere voorwaarden kan opleggen. Van zijn kant kan de werknemer vrij beslissen om er al dan niet aan deel te nemen.

2. Voor wie?

Het mobiliteitsbudget zal uiteraard toegankelijk zijn voor werknemers die al een bedrijfswagen hebben, maar ook voor werknemers die er geen hebben maar er wel voor in aanmerking komen (voorbeeld: een nieuwe werknemer of een gepromoveerde werknemer van wie de bedrijfswagen deel uitmaakt van het basisloonpakket zou onmiddellijk kunnen opteren voor het mobiliteitsbudget).

3. Hoeveel?

De waarde van het mobiliteitsbudget zal worden berekend op basis van de reële kost van de vroegere bedrijfswagen:

  • leasingkosten
  • brandstofkosten
  • solidariteitsbijdrage
  • verzekeringen
  • enz…

Op dit ogenblik is nog niet gekend hoe deze totale kost zal worden berekend ...

Dat betekent dat een werknemer die verder van zijn werk woont, een hoger budget zal krijgen dan iemand die dichterbij woont (omwille van hoger brandstofverbruik, meer onderhoud, enz…).  

4. Hoe het mobiliteitsbudget gebruiken?

Het mobiliteitsbudget zal samengesteld zijn uit 3 pijlers:

  • 1e pijler: keuze van een milieuvriendelijkere wagen;
  • 2e pijler: bedrag besteed aan duurzame vervoermiddelen en -diensten:
    - zachte mobiliteit: aankoop, onderhoud en verplichte uitrusting van alle soorten (elektrische) fietsen, bromfietsen, scooters, monowheels enz… die niet sneller kunnen dan 45 km/uur, alsook elektrische motorfietsen;
    - openbaar vervoer: abonnementen en afzonderlijke tickets (abonnementen moeten betrekking hebben op woon-werkverplaatsingen), waterbussen of individuele tickets die ook voor anderen kunnen worden aangekocht, zoals voor gezinsleden (bijvoorbeeld voor gezinsuitstappen naar zee, naar de Ardennen of zelfs naar het buitenland);
    - georganiseerd gemeenschappelijk vervoer;
  • 3e pijler: saldo aan de werknemer betaald op het einde van het jaar.

5. Welke sociale en fiscale behandeling ?

Elke pijler krijgt een bijzondere behandeling:

  • 1e pijler: zelfde behandeling op sociaal en fiscaal vlak als de huidige behandeling;
  • 2e pijler: volledige vrijstelling, zowel voor werknemer als werkgever;
  • 3e pijler: het niet gebruikte saldo op het einde van het jaar wordt vrijgesteld van bedrijfsvoorheffing maar er zijn wel socialezekerheidsbijdragen verschuldigd.

6. En wie dichtbij woont?

Dichtbij het werk wonen, is ook een duurzame mobiliteitsoplossing. Het mobiliteitsbudget kan dan eveneens aantrekkelijk zijn.

Wie binnen een straal van 5 kilometer van het werk woont, kan het mobiliteitsbudget gebruiken voor het betalen van zijn huur. Als de woning niet gehuurd maar aangekocht is, dan kan het mobiliteitsbudget worden gebruikt om de interesten op de hypothecaire lening te betalen. Kapitaalsaflossingen komen niet in aanmerking.

7. En de mobiliteitsvergoeding (cash for car) dan?

De twee systemen zullen naast elkaar bestaan (mobiliteitsvergoeding en mobiliteitsbudget) en altijd op vrijwillige basis.

8. Vanaf wanneer?

Het mobiliteitsbudget zou al op 1 oktober 2018 worden ingevoerd maar we bevinden ons momenteel nog maar aan het begin van het wetgevend parcours: advies van de Raad van State, parlementaire debatten, mogelijke amendementen, enz…

We volgen dit dossier van nabij op. We nodigen u uit onze website regelmatig te raadplegen of u in te schrijven op onze newsletter (u wordt dan automatisch op de hoogte gebracht).

Bron: perscommuniqué van Kris Peeters, minister van Werk.