Nieuwe doelgroepvermindering voor mentors


45007

Om de opleiding in onderneming te bevorderen wordt er op 1 januari 2010 een nieuwe doelgroepvermindering voor de mentors ingevoerd.

De praktische schikkingen van die vermindering zijn getroffen in een Koninklijk Besluit van 3 februari 2010 (BS van 16 februari 2010).

Wat wordt er onder mentor verstaan?

Om als mentor beschouwd te kunnen worden, moet de werknemer aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • hij heeft een beroepservaring van ten minste vijf jaar in het beroep dat geheel of gedeeltelijk aangeleerd wordt in het kader van de stage of opleiding;
  • hij is in het bezit van:
    - hetzij een getuigschrift, uitgereikt door een onderwijs- of opleidingsverstrekker die door de bevoegde Gemeenschap werd ingericht of erkend, dat aantoont dat hij met succes een mentoropleiding heeft gevolgd,
    - hetzij een getuigschrift, uitgereikt door de bevoegde Gemeenschap of door een door de bevoegde Gemeenschap erkende instantie, dat aantoont dat hij geslaagd is in een beoordeling ter validatie van zijn competenties als mentor. 

De mentor zal het verloop van de stage moeten volgen of instaan voor de opleidingen en zulks gedurende minstens 400 uren per jaar en voor de opleiding van maximum 5 personen die tot de hieronder beschreven categorie behoren.

Welke categorieën van werknemers zijn betrokken bij de stage of bij de opleiding?

  • de leerlingen of leerkrachten van het voltijds of alternerend secundair technisch onderwijs en van het voltijds beroepssecundair onderwijs,
  • de werkzoekenden van minder dan 26 jaar die een beroepsopleiding volgen zoals bedoeld door de werkloosheidsreglementering,
  • de studenten jonger dan 26 jaar van het onderwijs voor sociale promotie en de leerlingen die een opleiding volgen die erkend is door de bevoegde gemeenschap, in het kader van te sluiten overeenkomsten met respectievelijk ofwel onderwijs- of opleidingsinstellingen ofwel met een gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling of beroepsopleidingsdienst.
      

Welke zijn de betrokken werkgevers?

De werkgever die deze doelgroepvermindering wenst te genieten, moet de verbintenis aangaan tot het organiseren van stages of opleidingen voor de hierboven bedoelde personen en de mentors belasten met het volgen en de uitvoering van de stages en opleidingen.

Deze verbintenis moet worden vastgelegd in een overeenkomst met volgende kenmerken:

1° zij wordt gesloten tussen de werkgever en een of meer onderwijs- of opleidingsinstellingen of -operatoren op wiens initiatief of onder wiens toezicht de stages of opleidingen georganiseerd worden, in geval van opleiding van leerkrachten of van jongeren, buiten diegene bedoeld onder 2°;

2° zij wordt gesloten tussen de werkgever en de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding of een instelling voor volwassenenonderwijs, in geval van opleiding van jonge werkzoekenden;

3° zij bepaalt duidelijk de begin- en einddatum van de periode tijdens dewelke de verbintenis geldt, zonder dat deze periode 12 maanden kan overschrijden; overeenkomsten voor een langere duur dan 12 maanden worden beschouwd als overeenkomsten met een geldigheidsduur van 12 maanden. De begindatum van de overeenkomst moet samenvallen met de eerste dag van een kwartaal, terwijl de einddatum moet samenvallen met de laatste dag van een kwartaal;

4° zij bevat in duidelijke bewoordingen de verbintenis van de werkgever om gedurende een welbepaald aantal uren aan een welbepaald aantal jongeren of leerkrachten de mogelijkheid te geven stage te lopen of een opleiding te volgen;

5° zij kan nadere verbintenissen bevatten tussen de werkgever en de betrokken onderwijs- of opleidingsinstelling(en) of -operator(en) omtrent de organisatie van de stages en opleidingen, de pedagogische omkadering en de spreiding in de tijd van de stages en opleidingen;

6° zij wordt gedateerd en ondertekend door de werkgever en door de verantwoordelijke van elke betrokken onderwijs- of opleidingsinstelling of -operator of van de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding;

7° indien de werkgever reeds eerder een doelgroepvermindering heeft genoten, dient zij een gedateerde en ondertekende verklaring te bevatten vanwege de verantwoordelijke(n) van de onderwijs- of opleidingsinstelling(en) of gewestelijke dienst(en) voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding die betrokken waren bij de overeenkomst(en) die de werkgever had gesloten met het oog op deze doelgroepvermindering, ter bevestiging dat de werkgever zijn verbintenis(sen), vervat in die overeenkomst(en), effectief is nagekomen.

Welke formaliteiten?

,Om de vermindering te bekomen zal de werkgever aan de Algemene Directie van de FOD Arbeid, Werkgelegenheid en Sociaal Overleg volgende documenten moeten verstrekken ;

  • een kopie van overeenkomst waarvan sprake hierboven;
  • een lijst van de mentors die hij tewerkstelt;
  • voor elke mentor:

    • het bewijs van de minimaal vereiste praktijkervaring (cf. hierboven: "wat wordt er onder mentor verstaan ?")
    • een kopie van het getuigschrift van de gevolgde mentoropleiding.

Hoeveel bedraagt het voordeel?

De doelgroepvermindering voor mentor die wordt toegekend, is gelijk aan de forfaitaire vermindering G2 of 400 EUR/trim.

De toepassing van de vermindering is evenwel beperkt tot een aantal mentors gelijk aan:

  • 1/5e van het aantal betreffende jongeren of leerkrachten;
  • het aantal stage- of opleidingsuren gedeeld door 400 (cf. aantal uren in de overeenkomst). Indien de duur van de overeenkomst korter is dan één jaar, dan is de noemer van de breuk gelijk aan 100 vermenigvuldigd met het aantal kwartalen in de duur van de overeenkomst.

De vermindering zal slechts worden toegekend tijdens de kwartalen in de geldigheidsperiode van de overeenkomst.

Wanneer de werkgever reeds een dergelijke vermindering genoot en als de werkgever zijn verbintenissen niet nakwam (of niet het bewijs onder 7 hierboven levert), dan zal er geen nieuwe vermindering worden toegekend.