Nieuwe socialezekerheidsbijdragen en -inhoudingen op (pseudo)brugpensioenen. Deel III : aanvullingen op tijdskrediet


45853

Na aangekondigd te zijn eind 2006 en na vele keren te zijn uitgesteld, wordt het nieuwe systeem van socialezekerheidsbijdragen en -inhoudingen op de brugpensioenen, pseudobrugpensioenen en tijdskredietaanvullingen (DECAVA) dan toch van kracht op 1 april 2010.

De wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (B.S. van 28 december 2006) bevat de basisprincipes betreffende de inning van de patronale bijdragen die verschuldigd zijn op de brugpensioenvergoedingen. Deze wet werd gewijzigd door de programmawet van 30 december 2009 (B.S. van 30 december 2009) en door de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen (B.S. van 31 december 2009). Er zal ook een Koninklijk uitvoeringsbesluit voor die nieuwe maatregelen worden uitgevaardigd.

De analyse die volgt is gebaseerd op die wetten en dit ontwerp van Koninklijk besluit. Zij zal dus pas bevestigd zijn na de officiële publicatie van de nog te verwachten teksten.

Wij hebben het bewust niet over de situatie van de onderneming in moeilijkheden want hier is er nog geen duidelijkheid.

Hieronder volgt het deel gewijd aan de tijdskredietaanvullingen 50+ (volledig en halftijds).

1. Bijzondere werkgeversbijdrage

De werkgeversbijdrage blijft 32,25% van het brutobedrag van de maandelijkse aanvullende vergoeding. Deze bijdrage wordt door de betaalplichtige van de aanvullende vergoeding trimestrieel aan de RSZ aangegeven en gestort.

Opmerking : volledigheidshalve moet er ook vermeld worden dat de nieuwe regeling een aantal vrijstellingen voorziet, anders gezegd, het zijn gevallen waarin geen enkele bijdrage of inhouding wordt toegepast) :

  • de aanvullende vergoeding wordt reeds betaald vóór 45 jaar;
  • de aanvullende vergoeding wordt reeds betaald vóór 1 januari 2006;
  • Paritair Comité voor het stads- en streekvervoer;
  • Eindeloopbaanmaatregel non-profitsector is van toepassing;
  • Gesubsidieerd vrij onderwijs;
  • voorzien door een sectorale of nationale CAO voor onbepaalde duur die reeds geldig was op 30 september 2005;
  • voorzien door een sectorale of nationale CAO voor bepaalde duur die reeds reeds geldig was op 30 september 2005 en ononderbroken verlengd werd en de aanvulling werd niet gewijzigd tenzij door CAOindexatie of NAR-herwaardering;
  • CAO ploegenarbeid met nachtprestaties
  • toegekend in geval van thematiche verloven;
  • toegekend ingeval van 1/5-tijdskrediet of loopbaanonderbreking;
  • toegekend ingevavl van crisistijdskrediet;

2. Inhouding voor de werknemer

Tot 31 maart 2010 gebeuren er twee inhoudingen:

  • een inhouding van 3,5 % ten gunste van de RVP door de debiteur van de aanvullende vergoeding;
  • een bijdrage van 3% door de RVA op de tijdskrediet uitkering.

Vanaf 1 april 2010 zullen die twee inhoudingen worden samengevoegd tot één inhouding gelijk aan 6,5%.

Deze inhouding voor de werknemer zal berekend worden door de schuldenaar van de aanvullende vergoeding op de som van de uitkering tijdskrediet en de aanvullende uitkering.

Het totaal bedrag van de volledige vergoeding (d.w.z. uitkering tijdskrediet + aanvullende uitkering) mag door deze inhouding echter niet verminderd worden tot een bedrag lager dan een bepaalde drempel.

De persoonlijke inhouding word elk kwartaal aangegeven en betaald aan de RSZ via de DmfA.

3. Geval van halftijds tijdskrediet

3.1. Vrijstelling van prestaties

Als de werkgever de werknemer vrijstelt van zijn halftijdse prestaties, dan worden zowel de werknemer als de werkgever daarvoor gesanctioneerd.

Deze sanctie bestaat uit een verdubbeling van de bedragen waarop de bijdragen en inhoudingen worden berekend.

3.2. Vervanging van de halftijdse werknemer

Indien de werknemer die in halftijds tijdskrediet is, door zijn werkgever wordt vervangen, dan zullen zowel de werkgeversbijdragen als de persoonlijke bijdragen met 95% worden verminderd (of 1,61% voor de werkgeversbijdragen en 0,33% voor de persoonlijke inhouding).

Er worden niettemin een aantal cumulatieve voorwaarden opgelegd:

  • de aanvullende vergoeding wordt toegekend op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten door de NAR of door een sector;
  • de werknemer blijft halftijds werken (geen vrijstelling van prestaties) ;
  • de werknemer wordt daadwerkelijk vervangen;
  • een CAO van de NAR voorziet in de vervanging (de NAR heeft wel nog geen dergelijke CAO gesloten. Deze  vermindering van percentage is bijgevolg nog niet van toepassing