Onrechtmatig ontslag van een werknemer die het toepasselijke paritair comité betwistte

Van 

Het ontslag van een werknemer die een legitiem verzoek ingediende om binnen het bedrijf onder een ander paritair comité te vallen, is als onrechtmatig verklaard geweest.


In zijn vonnis van 14 november 2023 oordeelde het arbeidshof van Luik dat het ontslag van een werknemer als vergelding voor zijn legitieme verzoek om onder een ander paritair comité binnen het bedrijf te vallen, onrechtmatig was.

De werknemer was net aan de slag gegaan bij een bedrijf met meerdere paritaire comités, maar betwistte het paritair comité dat aan hem was toegewezen. Hij vroeg om te worden ingedeeld bij een ander paritair comité binnen het bedrijf zodat hij maaltijdcheques kon krijgen, want die werden alleen toegekend aan werknemers die tot dat andere paritair comité behoorden.

Het arbeidshof van Luik wees allereerst op de principes waarmee het bevoegde paritair comité wordt vastgesteld. De bevoegdheid van een paritair comité wordt bepaald door de hoofdactiviteit van de onderneming, tenzij een ander criterium is vastgelegd in het Koninklijk Besluit over de oprichting van het paritair comité. In principe valt een werkgever dus onder de bevoegdheid van slechts één paritair comité, zelfs als er verschillende activiteiten in het bedrijf worden uitgevoerd. Dit volgt namelijk uit het principe dat 'de bijkomstige activiteit de hoofdactiviteit volgt'. Een werkgever kan echter onder verschillende paritaire comités vallen als er verschillende economische activiteiten binnen het bedrijf worden uitgevoerd zonder dat er een min of meer rechtstreekse band bestaat tussen deze activiteiten. De voorwaarde is daarbij wel dat ze worden uitgevoerd op afzonderlijke locaties die op een afstand van elkaar liggen, met personeel dat uitsluitend voor elk van deze activiteiten wordt ingezet. In deze context kan rekening worden gehouden met het bestaan van meerdere vestigingen of technische eenheden binnen het bedrijf.

Het hof was van oordeel dat de onderneming terecht onder de bevoegdheid van meerdere paritaire comités valt voor haar verschillende afdelingen, gezien de verschillende activiteiten die binnen deze afdelingen worden uitgevoerd door personeel dat uitsluitend in elk van deze afdelingen actief is.

Het hof oordeelde dat het verzoek van de werknemer om onder hetzelfde paritair comité te vallen als alle collega's in zijn afdeling legitiem was, ongeacht de functie die de werknemer bekleedde. Het bedrijf had aan dit verzoek moeten voldoen omdat het paritair comité waartoe de werknemer wilde behoren, bevoegd was voor alle werknemers van deze bedrijfsafdeling − en dus ook voor deze werknemer, die uitsluitend in de betreffende afdeling werkte.

Het hof concludeerde uit de correspondentie tussen de werkgever en de werknemer na zijn ontslag dat de werknemer was ontslagen uit vergelding voor zijn aandringen om van paritair comité te veranderen en dan ook maaltijdcheques te krijgen.

Het hof oordeelde dat de werkgever misbruik had gemaakt van zijn recht om de werknemer te ontslaan, aangezien het ontslag een vergelding was voor de verzoeken van de werknemer om naar een ander paritair comité binnen het bedrijf over te stappen, hoewel deze verzoeken volkomen legitiem waren. Bijgevolg veroordeelde het hof de werkgever tot het betalen van een schadevergoeding aan de werknemer wegens misbruik van recht. Omdat de anciënniteit van de werknemer minder dan 6 maanden bedroeg, was hij uitgesloten van het toepassingsgebied van cao nr. 109 van de NAR betreffende de motivering van het ontslag en had hij dus geen recht op schadevergoeding voor een kennelijk onredelijk ontslag.

Het hof oordeelde ook dat het verzoek van de werknemer om maaltijdcheques gegrond was. Een ondernemings-cao voorziet namelijk in de uitgifte van maaltijdcheques aan werknemers die onder het paritair comité vallen waarvoor de werknemer een legitiem verzoek tot aansluiting had ingediend. Het hof veroordeelde de werkgever daarom tot betaling van een schadevergoeding ter waarde van de maaltijdcheques die verschuldigd waren voor de contractperiode van de werknemer.

Bron:

Arbeidshof Luik, vonnis van 14 november 2023, rol nr. 2021/AL/656

Toegang tot de volledige tekst van de gerechtelijke beslissing:

Arbeidshof - Luik, afdeling Luik - 3e kamer B - Vonnis van 14 november 2023 - Rol nr. 2021/AL/656