Ontslag van top managers bij beursgenoteerde vennootschappen en autonome overheidsbedrijven : vertrekvergoeding wordt beperkt.


46870

De wet van 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de beursgenoteerde vennootschappen en de autonome overheidsbedrijven, legt de verplichting op om binnen de schoot van de Raad van bestuur, een remuneratiecomité op te richten. Dit comité heeft als taak een remuneratiebeleid voor te stellen en een remuneratieverslag voor te bereiden. Wat betreft het remuneratiebeleid voor directieleden, brengt deze wet een belangrijke wijziging met zich mee. Indien een directielid ontslagen wordt, wordt de vertrekvergoeding op ingrijpende wijze ingeperkt.

Op wie is deze regeling van toepassing?

De beperking van de hoogte van de ontslagvergoeding is van toepassing op topmanagers van beursgenoteerde vennootschappen en autonome overheidsbedrijven. Specifiek zijn dit :

  • Een uitvoerend bestuurder
  • Een lid van het directiecomité
  • Een persoon belast met het dagelijks bestuur
  • Een lid van elke comité waar de algemene leiding van de vennootschap wordt besproken, en dat wordt georganiseerd buiten de regeling van artikel 524bis van het Wetboek van vennootschappen ( de statuten kunnen de raad van bestuur toestaan zijn bestuursbevoegdheid over te dragen aan het directiecomité)

Deze regeling geldt ongeacht of de directieleden verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst, of dat deze op zelfstandige basis prestaties leveren.

Welke beperking?

Bovenvermelde managers met een vaste vergoeding mogen geen vertrekvergoeding ontvangen die hoger is dan 12 maanden loon. De grens van 12 maanden loon kan opgetrokken worden tot 18 maanden loon op gemotiveerd advies van het remuneratiecomité 

een vertrekvergoeding van meer dan 12 of 18 maanden loon kan maar toegekend worden na goedkeuring ervan door de Algemene Vergadering. 

Wanneer de managers een variabele vergoeding ontvangen zijn een aantal criteria van kracht :

  • 1/4e  van de variabele vergoeding in een beursgenoteerde vennootschap moet gebaseerd zijn op vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria over een periode van minstens 2 jaar.
  • 1/4e van de variabele vergoeding moet gebaseerd zijn op vooraf vastgelegde en meetbare prestatiecriteria over een periode van minstens 3 jaar.

De verplichtingen gelden niet wanneer de variabele vergoeding 1/4e of minder van de jaarlijkse vergoeding bedraagt.

Procedure voor verhoging van 12 maanden naar 18 maanden of meer.

Wanneer men aan een manager een vertrekvergoeding wenst te betalen van meer dan 12 of 18 maanden, moet er vooraf een goedkeuring van de Algemene Vergadering worden verkregen. Voor men tot een beslissing overgaat om meer dan 12 of 18 maanden toe te kennen, vraag de Algemene Vergadering een advies aan het remuneratiecomité.

Het verzoek tot verhoging van de vertrekvergoeding moet niet enkel aan de Algemene Vergadering worden overgemaakt, maar er dient tevens een verzoekt te worden gericht aan de ondernemingsraad, de werknemersafgevaardigden in het comité voor preventie en bescherming op het werk of aan de syndicale afgevaardigden. Het verzoek moet 30 dagen voor de publicatiedatum van de oproep tot de algemene Vergadering, aan de verschillende partijen gericht worden.

Tijdstip van toepassing.

De regeling in verband met het principe van een maximum vertrekvergoeding van 12 maanden loon is van toepassing  op overeenkomsten die worden afgesloten of verlengd vanaf 3 mei 2010.

De regeling in verband met de variabele vergoeding geldt vanaf het boekjaar dat aanvangt na 31 december 2010.

Wat met de opzegvergoedingen in de Arbeidsovereenkomstenwet?

In de wet op de arbeidsovereenkomsten wordt bepaald dat ingeval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een bediende, een minimum opzeggingstermijn van 3 maanden per begonnen periode van 5 jaar dienst moet nageleefd worden.  Deze minimumtermijnen blijven gelden en moeten toegepast worden ook al zouden deze leiden tot een vertrekvergoeding van meer dan 12 of 18 maanden. In dergelijke gevallen is geen voorafgaande toestemming van de Algemene Vergadering van de onderneming.

Wanneer daarentegen aan hogere bedienden (jaarloon is in 2010 hoger dan 60.654 euro) een hogere opzeggingstermijn en -vergoeding zou toegekend worden op basis van een overeenkomst, dan zal deze overeenkomst onderworpen moeten worden aan de voorafgaande toestemming van de Algemene Vergadering van de onderneming wanneer de toegekende termijnen en bedragen meer dan 12 of 18 maanden bedragen.

Ook indien men bij de vaststelling van een overeenkomst gebruik maakt van de formule Claeys, zal de toestemming noodzakelijk zijn wanneer de bekomen termijn hoger ligt dan 12 of 18 maanden.

Wanneer partijen de opzegvergoeding laten vaststellen door de rechter, is de beschreven regeling niet van toepassing vermits enkel overeenkomsten over de vertrekvergoeding onder de nieuwe regeling vallen.