Ontslaguitkering voor arbeiders : Hoe de betaling ervan vragen bij de RVA ?


58387

In ons artikel van 6 december 2011 hebben wij u reeds gemeld dat vanaf 1 januari 2012 de tijdelijke crisispremie voor ontslagen arbeiders werd omgevormd tot een permanente ontslaguitkering.

Deze uitkering is volledig door de RVA te betalen (in tegenstelling tot de crisispremie waarbij de werkgever één derde van de premie zelf moest betalen) aan arbeiders, dienstboden en werknemers met een arbeidsovereenkomst dienstencheques die door hun werkgever worden ontslagen.

Het bedrag van de uitkering is afhankelijk van de begindatum van de arbeidsovereenkomst van de werknemer.

Voor arbeidsovereenkomsten die zijn aangevangen na 31 december 2011, bedraagt de ontslaguitkering steeds 1.250 euro. 

Voor arbeidsovereenkomsten die zijn aangevangen vóór 31 december 2011, is het bedrag van de uitkering tevens afhankelijk van de anciënniteit van de werknemer:

-         1.250 euro bij een anciënniteit van < 5 jaar;

-         2.500 euro bij een anciënniteit van minstens 5 jaar en minder dan 10 jaar;

-         3.750 euro bij een anciënniteit van minstens 10 jaar.

De praktische modaliteiten met betrekking tot de aanvraag en betaling van deze ontslaguitkering werden onlangs gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

De werknemer die aanspraak maakt op de uitkering dient daartoe een aanvraag in aan de hand van een “werkloosheidsbewijs” – formulier C4, afgeleverd door de werkgever.

De aanvraag wordt ingediend via een uitbetalingsinstelling naar keuze van de werknemer, zijnde ofwel de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen ofwel een vakbond naar keuze, die de aanvraag overmaakt aan de RVA.

Het indienen van de aanvraag kan pas ten vroegste vanaf de eerste werkdag, gerekend in het zesdaagse stelsel, volgend op de periode die gedekt is door loon of door een verbrekingsvergoeding ingevolge de beëindiging van de tewerkstelling, en uiterlijk binnen de zes maanden te rekenen vanaf de voormelde dag.

Pas wanneer het volledige dossier binnen de hierboven vermelde termijn toekomt bij het bevoegde werkloosheidsbureau, zal de uitkering worden toegekend, tenzij de werknemer aantoont dat hij in de onmogelijkheid was het dossier tijdig in te dienen (overmacht).

Indien de RVA weigert de uitkering te betalen, heeft de werknemer drie maanden de tijd om tegen deze beslissing in beroep te gaan bij de arbeidsrechtbank. In geval van niet-toekenning van de uitkering moet de werknemer niet opgeroepen worden om gehoord te worden.

De betaling van de ontslaguitkering vindt plaats binnen een termijn van één maand, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op het tijdstip waarop de beslissing tot toekenning van de uitkering aan de uitbetalingsinstelling werd meegedeeld.

Deze praktische uitvoeringsregels treden in werking op 1 januari 2012.