Opzeggingsvergoeding bij verminderde arbeidsprestaties : 2 belangrijke arresten


43308

1. Ontslag tijdens deeltijdse arbeidsongeschiktheid : wat met de opzeggingsvergoeding?

Na een periode van volledige arbeidsongeschiktheid hervat de werknemer zijn arbeidsprestaties deeltijds met toestemming van de adviserend geneesheer van zijn ziekenfonds. De werkgever beëindigt tijdens deze deeltijdse werkhervatting de arbeidsovereenkomst en dit met uitbetaling van een opzeggingsvergoeding.

Heeft de werknemer recht op een opzeggingsvergoeding berekend op basis van het loon dat overeenstemt met de voltijdse tewerkstelling die hij uitoefende voor de volledige schorsing van zijn arbeidsovereenkomst of heeft hij recht op een opzeggingsvergoeding berekend op basis van het loon dat overeenstemt met de deeltijdse tewerkstelling ?

Grondwettelijk Hof

In het desbetreffende arrest beslist het Hof dat de werknemer recht heeft op een opzeggingsvergoeding berekend op basis van het loon dat overeenstemt met de voltijdse tewerkstelling. Het bedrag van de opzeggingsvergoeding wordt met andere woorden bepaald op basis van het voltijds loon waarop de werknemer recht had op het ogenblik van het ontslag.

De opzeggingsvergoeding van een volledig arbeidsongeschikte werknemer wordt immers ook bepaald op basis van het voltijdse loon. De berekening van de opzeggingsvergoeding van een deeltijdse arbeidsongeschikte werknemer aan de hand van het deeltijdse loon zou een schending inhouden van het gelijkheidsbeginsel. Verder motiveert het Hof zijn stelling nog door te bepalen dat de deeltijdse arbeidsongeschikte werknemer niet vrijwillig gekozen heeft voor zijn deeltijdse tewerkstelling maar hiertoe werd gebracht ingevolge zijn gezondheidstoestand.

Opmerking

In de hierboven beschreven casus herneemt de werknemer onvrijwillig zijn tewerkstelling deeltijds.

Deze situatie mag niet vergeleken worden met een vrijwillige deeltijdse tewerkstelling of met een tewerkstelling waarbij de prestaties verminderd worden omwille van tijdskrediet (voor deeltijds ouderschapsverlof zie punt 2).

Voor het bepalen van de opzeggingstermijn in deze laatste 2 situaties moet men rekening houden met het loon waarop de werknemer recht had, moest hij zijn prestaties niet verminderd hebben. Bij het presteren van de opzeggingstermijn zal de werknemer die evenwel presteren in het arbeidsregime waarin hij zich bevindt op het ogenblik van het ontslag (deeltijdse arbeidsprestaties).

In geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst met uitbetaling van een opzeggingsvergoeding, zal deze uitbetaald worden op basis van het loon waarop de werknemer recht heeft voor zijn verminderde prestaties.

Bron: GWH, 28 mei 2009 (nr. 89/2009)

2. Ontslag tijdens deeltijds ouderschapsverlof: wat met de opzeggingsvergoeding?

Het Hof van Cassatie had reeds meermaals bevestigd dat de opzeggingsvergoeding in geval van eenzijdige beëindiging door de werkgever, in beginsel moet worden berekend op basis van het loon waarop hij recht heeft op het tijdstip van kennisgeving van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. In haar arresten ging het veelal om het geval van gewone loopbaanonderbreking.

Maar het ouderschapsverlof is een recht dat Europese bescherming geniet en dus heeft het Hof van Cassatie een prejudiciële vraag gesteld aan het Hof van Justitie.

Hof van Justitie

In haar arrest stelt het Hof van Justitie immers dat in geval van eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever tijdens het stelsel van verminderde arbeidsprestaties, zonder dringende reden of zonder inachtneming van de wettelijke bepaalde opzeggingstermijn, de aan de werknemer verschuldigde opzeggingsvergoeding dient te worden berekend op grond van het basisloon van de werknemer, dus alsof de werknemer zijn arbeidsprestaties niet had verminderd in het kader van het ouderschapsverlof.

Opmerking

Wij vermoeden dan ook dat het Hof van Cassatie, in de toekomst, haar uitspraken in die zin zal wijzigen.

Bron: H.v.J., 22 oktober 2009 (C-116/08)