Overuren in de horeca en ingevolge werken in onroerende staat: Belastingvermindering en gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing voor meer uren


64665

bedrijfsvoorheffing, belastingen, overuren, horeca, bouw

Werknemers die bezoldigingen ontvangen voor overuren die recht geven op een overurentoeslag kunnen genieten van een belastingvermindering die al wordt verrekend in de bedrijfsvoorheffing.

Daarnaast hoeven werkgevers die bezoldigingen betalen of toekennen die betrekking hebben op overuren gepresteerd door de werknemer in principe een gedeelte van de ingehouden bedrijfsvoorheffing niet te storten in de Schatkist.

Beide voordelen kunnen maar worden genoten voor maximaal 130 overuren per jaar. Teneinde de arbeidskost in de horecasector en voor werken in onroerende staat te verlagen, trekt een Programmawet (I) in de maak dat aantal uren op naar 180 uren, zij het wel onder een specifieke voorwaarde. Onrechtstreeks komt dat dus neer op een bijkomende lastenverlaging voor beide sectoren.

Hieronder geven wij eerst kort de algemene regels van die belastingvermindering en die gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting, om vervolgens in te gaan op de wijzigingen voor voornoemde sectoren.

1. De belastingvermindering voor overuren

a. Toepassingsgebied

De belastingvermindering wordt toegekend aan werknemers die onderworpen zijn aan de arbeidswet van 16 maart 1971 en die tewerkgesteld zijn bij een werkgever die onderworpen is aan de cao-wet. Die werknemers dienen overuren te hebben gepresteerd die ingevolge de arbeidswet of het KB 213 (bouwsector) recht geven op een toeslag voor overuren.

b. Belastingvermindering

De belastingvermindering bedraagt:

  • 66,81 % van het bruto bedrag van de bezoldigingen dat als berekeningsgrondslag heeft gediend voor de berekening van de overurentoeslag voorzover een wettelijke overurentoeslag van 20 % van toepassing is;
  • 57,75 % van het bruto bedrag van de bezoldigingen dat als berekeningsgrondslag heeft gediend voor de berekening van de overurentoeslag voorzover een wettelijke overurentoeslag van 50 of 100 % van toepassing is.

De bruto bezoldigingen die in aanmerking moeten genomen worden bestaan uit het totaal van de berekeningsgrondslagen voor de overwerktoeslag die betaald werd voor de uren die de werknemer tijdens het belastbare tijdperk als overwerk heeft gepresteerd.

Dit fiscale voordeel is beperkt tot de eerste 130 overuren per jaar en per werknemer.

2. De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overuren

a. Toepassingsgebied:

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing in geval van overuren is van toepassing op werkgevers die behoren tot de privésector (of uitzendkantoren die uitzendkrachten ter beschikking stellen aan die werkgevers) en die bezoldigingen betalen aan werknemers die onderworpen zijn aan de arbeidswet van 16 maart 1971 en die vallen onder alle stelsels van de sociale zekerheid.

Werknemers die tewerkgesteld worden door een werkgever uit de non-profitsector waarvoor de vermindering in het kader van de Sociale Maribel geldt of een werkgever die valt onder het paritair comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen zijn van deze maatregel uitgesloten.

b. Gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting

De bedrijfsvoorheffing moet wel volledig ingehouden worden maar:

  • 32,19 % van het bruto bedrag van de bezoldigingen dat als berekeningsgrondslag heeft gediend voor de berekening van de overwerktoeslag voorzover een wettelijke overwerktoeslag van 20 % van toepassing is, dient de werkgever niet door te storten ;
  • 41,25 % van het bruto bedrag van de bezoldigingen dat als berekeningsgrondslag heeft gediend voor de berekening van de overwerktoeslag voorzover een wettelijke overwerktoeslag van 50 of 100 % van toepassing is, dient de werkgever niet door te storten.

Ook dit fiscale voordeel is beperkt tot de eerste 130 overuren per jaar en per werknemer.

3. Verhoging van het aantal overuren

a. Toepassingsgebied

De verhoging van het aantal overuren waarvoor de belastingvermindering en de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van toepassing zal zijn geldt enkel ingeval van:

  • tewerkstelling in de horecasector op voorwaarde dat in elke plaats van uitbating gebruik wordt gemaakt van het geregistreerd kassasysteem en die kassa werd angegeven bij de belastingadministratie volgens de daartoe geldende procedure. Meer info over dit geregistreerd kassasysteem vind u op www.geregistreerdkassasysteem.be;
  • tewerkstelling aan werken in onroerende staat op voorwaarde dat er gebruik wordt gemaakt van een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.

b. Aantal overuren

Aan de percentages en berekening van de belastingvermindering en de gedeeltelijke vrijstelling wijzigt op zich niets. Enkel het aantal overuren waarvoor de werknemer resp. de werkgever, van die voordelen kan genieten wordt opgetrokken naar de eerste 180 overuren op jaarbasis voor de bovenstaande sectoren.

c. Inwerkingtreding

Het geregistreerd kassasysteem in de horecasector wordt geacht in werking te treden op 1 januari 2014 en dus wordt de verhoging van het aantal overuren ook geacht in werking te treden voor die sector. Feit is wel dat het geregistreerd kassasysteem in de horecasector nog niet operationeel zal zijn op dat ogenblik. Hoe moet gewerkt gewerkt worden om toch de voornoemde voordelen te kunnen genieten is nog niet geweten. Wij houden u hiervan op de hoogte.

Voor de werken in onroerende staat kan de verhoging van het aantal overuren maar in werking treden van zodra dat het controlesysteem op de werven in werking treedt. De voorziene datum van inwerkingtreding van dit controlesysteem is 1 april 2014. Wij houden u hiervan op de hoogte.

4. Praktisch

De aangeslotenen bij Group S – Sociaal Secretariaat zullen hieromtrent nog bijkomende informatie ontvangen, met het verzoek om ons de nodige gegevens te bezorgen om de vrijstelling te kunnen toepassen.