De ministerraad van 27 november 2009 heeft de manier vastgelegd waarop de kosten van het persoonlijk gebruik van een gsm, die de werkgever ter beschikking stelt, financiert of gedeeltelijk financiert, in aanmerking komen voor de berekening van de bijdragen voor sociale zekerheid. Het voorstel bepaalt in de eerste plaats dat als de werkgever een stelsel hanteert dat het professionele van het persoonlijke gebruik van de gsm kan onderscheiden, die berekening voor de uitsplitsing van de kosten telt. Het privégebruik van de gsm waarvoor de werknemer niet betaalt, wordt beschouwd als loon.
Indien de werkgever geen dergelijk stelsel hanteert, bedraagt het forfait voor de persoonlijke kosten van de werknemer die de gsm gebruikt, 12,50 euro per maand. Op dat forfait zijn de gewone werkgevers- en werknemersbijdragen verschuldigd.
Deze maatregel zal normaal in werking treden ten vroegste op 1 april 2010.
Het fiscaal aspect werd niet gewijzigd. De actuele regel blijft dus geldig.
De fiscale regel is dat de waarde van het voordeel gelijk is aan het bedrag dat de verkrijger in normale omstandigheden zou moeten besteden om een dergelijk voordeel te verkrijgen. Bij de beoordeling van de waarde van het voordeel is de kostprijs voor de verstrekker in principe van ondergeschikt belang. Er wordt rekening gehouden met de prijs van de gsm of de blackberry, de waarde van het abonnement, de facturen van de telefoonoperator en met wat er afgesproken werd tussen de werknemer en de werkgever.
De waarde van het voordeel mag worden verminderd met de persoonlijke bijdrage van de werknemer.