De sectoren of individuele werkgevers moeten extra inspanningen leveren om de tewerkstelling van risicogroepen te bevorderen. Zij moeten daaromtrent een CAO sluiten. Doen zij dit niet, dan moeten zij aan de RSZ een bijkomende werkgeversbijdrage van 0,10% betalen. Voor de actieve begeleiding en opvolging van werklozen wordt ook een bijkomende RSZ-werkgeversbijdrage van 0,05% geïnd.
Tijdens het interprofessioneel overleg bepalen de sociale partners elke twee jaar of de maatregelen betreffende de risicogroepen en de actieve begeleiding van werklozen al dan niet verlengd worden. Normaal gebeurt deze verlenging bij een Koninklijk besluit, maar omdat we een regering van lopende zaken hebben, gebeurt de verlenging voor 2011 en 2012 via een tijdelijke wettelijke bepaling, ingevoerd door de wet van 1 februari 2011.
Van 1 januari 2011 tot 31 december 2012:
- wordt een bijdrage van 0,10% geheven voor de risicogroepen tenzij in de sector of in de onderneming een CAO gesloten werd die een evenwaardige inspanning voorziet;
- wordt een bijdrage van 0,05% geheven voor de actieve begeleiding van werklozen.
Dezelfde wet van 1 februari 2011 verlengt het koninklijk besluit van 26 april 2009 waarbij bepaalde categorieën van werkgevers vrijgesteld worden van de bijzondere werkgeversbijdrage ter financiering van het stelsel van de tijdelijke werkloosheid en de anciënniteitstoeslag voor oudere werklozen ingesteld bij koninklijk besluit van 27 november 1996. Deze vrijstelling wordt verlengd van 1 januari 2011 tot 31 december 2012.
Het koninklijk besluit van 26 april 2009 stelt de werkgevers die een verhoogde inspanning van minstens 20% leveren voor de personen die behoren tot de risicogroepen, vrij van de betaling van de bijzondere bijdrage bedoeld om het stelsel van tijdelijke werkloosheid en anciënniteitstoeslag voor oudere werklozen te financieren. Deze bijdrage bedraagt 0,10% van de bruto bezoldigingen van de werknemers.