Verlenging van verschillende stelsels van brugpensioen in 2011 en 2012


51308

De verlenging van de eind 2010 bestaande stelsels van brugpensioen maakten eveneens deel uit van het ontwerp van interprofessioneel akkoord; de regering engageerde zich om dit luik volledig uit te voeren. Dit is het voorwerp van het hoofdstuk 7 van de wet van 12 april 2011 (BS 28 april 2011).

1. Brugpensioen lange loopbaan

Het brugpensioen op 56 jaar mits 40 jaar beroepsverleden was in de periode 2009-2010 gebaseerd op de cao nr. 96 van de Nationale Arbeidsraad, die echter gesloten was voor bepaalde tijd, en buiten werking trad op 31 december 2010.

Aangezien de NAR geen nieuwe CAO gesloten heeft, heeft de regering beslist om het mogelijk te maken dit stelsel nogmaals met 2 jaar te verlengen, via de wet van 12 april 2011. De bepalingen van deze wet worden gelijkgesteld met een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in de schoot van de Nationale Arbeidsraad.

Deze reglementering geldt voor werknemers die 56 jaar of ouder zijn gedurende de periode van 1 januari 2011 tot 31 december 2012 en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van ten minste 40 jaar als loontrekkende kunnen laten gelden.

Bovendien moeten die werknemers het bewijs kunnen leveren dat vóór de leeftijd van 17 jaar :

  • ofwel gedurende tenminste 78 dagen arbeidsprestaties zijn geleverd waarvoor sociale zekerheidsbijdragen zijn betaald met volledige onderwerping aan de sociale zekerheid
  • ofwel tenminste 78 dagen arbeidsprestaties zijn geleverd in het kader van het leerlingenwezen welke zich situeren voor 1 september 1983.

De werknemer die deze voorwaarden vervult en wiens opzegtermijn na 31 december 2012 verstrijkt, behoudt het recht op de aanvullende vergoeding.

2. Brugpensioen op 56 jaar : aanvullend stelsel

De werknemer die tewerkgesteld is in een activiteitssector waarvoor geen paritair comité bestaat of waarvan het paritair comité niet functioneert (het zijn voornamelijk de CP 100 en 200) kan op 56 jaar met brugpensioen mits 33 jaar beroepsloopbaan voor zover hij op het einde van zijn overeenkomst kan bewijzen dat hij minstens 20 jaar in nachtploegen heeft gewerkt.

Dit recht op brugpensioen wordt geregeld door een collectieve arbeidsovereenkomst van de Nationale Arbeidsraad die gesloten is voor een hernieuwbare periode van 2 jaar.

Voor de periode 2009 - 2010 was het de CAO nr. 97 die op 20 februari 2009 in de N.A.R. werd gesloten. Aangezien de NAR geen nieuwe CAO gesloten heeft, heeft de regering beslist om het mogelijk te maken dit stelsel nogmaals met 2 jaar te verlengen, via de wet van 12 april 2011. De bepalingen van deze wet worden gelijkgesteld met een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in de schoot van de Nationale Arbeidsraad.

Deze reglementering geldt voor werknemers die 56 jaar of ouder zijn gedurende de periode van 1 januari 2011 tot 31 december 2012 en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van ten minste 33 jaar als loontrekkende kunnen laten gelden en op het einde van de arbeidsovereenkomst ten minste 20 jaar in een stelsel met nachtprestaties gewerkt hebben.

De werknemer die deze voorwaarden vervult en wiens opzegtermijn na 31 december 2012 verstrijkt, behoudt het recht op de aanvullende vergoeding.

De betreffende werknemer kan evenwel niet automatisch het genot van deze CAO claimen. Zijn werkgever moet eerst die overeenkomst onderschrijven : hetzij door een bedrijfs-CAO, hetzij door een toetredingsakte (conform het opgelegde model), hetzij door een aanpassing van het arbeidsreglement. Ongeacht de vorm van de toetreding moet de neerlegging gebeuren ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Procedure :

  • Het ontwerp van toetredingsakte wordt door de werkgever aan elke werknemer schriftelijk meegedeeld.
  • Gedurende acht dagen vanaf die schriftelijke mededeling stelt de werkgever een register ter beschikking van de werknemers waarin zij hun opmerkingen mogen schrijven. Gedurende dezelfde termijn van acht dagen kan de werknemer of zijn vertegenwoordiger eveneens zijn opmerkingen meedelen aan de sociaal inspecteur-directiehoofd van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg waar de onderneming gevestigd is. De naam van de werknemer mag niet meegedeeld of ruchtbaar gemaakt worden.
  • Na deze termijn van acht dagen wordt de toetredingsakte, samen met het register, door de werkgever neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

3. Brugpensioen : 56 jaar

Een werknemer kan met brugpensioen gaan vanaf de leeftijd van 56 jaar mits 33 jaar beroepsloopbaan tegen volgende voorwaarden:

  • of het is een werknemer die gedurende minstens 20 jaar gewerkt heeft (in de loop van de 33 jaar) in een arbeidsregeling met nachtarbeid (regeling beoogd door de CAO nr. 46);
  • of het is een werknemer uit het bouwbedrijf (PC 124) die in het bezit is van een attest opgesteld door de arbeidsgeneesheer waarmee deze bevestigt dat de werknemer zijn beroep niet meer kan uitoefenen;
  • dit recht op brugpensioen moet worden bepaald door een CAO gesloten in een paritair comité (CAO met een duur van 2 jaar met mogelijke verlenging indien akkoord hierover tussen de sociale partners in het kader van de tweejaarlijkse interprofessionele akkoorden). De wet van 12 april 2011 maakt de afsluiting van dergelijke CAO in de sectoren mogelijk voor de jaren 2011 en 2012.

Deze reglementering geldt voor de werknemers die 56 jaar of ouder zijn gedurende de periode van 1 januari 2011 tot 31 december 2012.

De werknemer die deze voorwaarden vervult en wiens opzegtermijn na 31 december 2012 verstrijkt, behoudt het recht op de aanvullende vergoeding.