De wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers bepaalt dat bij elke definitieve betaling aan de werknemer een afrekening wordt overhandigd ( hetzij in papieren vorm, hetzij in elektronische vorm) en dat het aan de paritaire comités toekomt om te bepalen welke gegevens dat stuk moet bevatten. Wanneer de paritaire comités in gebreke blijven, of wanneer er geen paritair comité bestaat, stelt een Koninklijk besluit van 27 september 1966, wat de privé-sector betreft, de gegevens vast die de afrekening moet bevatten die bij elke definitieve betaling van het loon aan de werknemer overhandigd wordt. Het gaat o.a. om identificatiegegevens van werkgever en werknemer, de RSZ-inhoudingen, bedragen vrijgesteld van RSZ-inhoudingen, het belastbare bedrag, het bedrag van de bedrijfsvoorheffing, de bedragen vrijgesteld van belastingen enz…
Krachtens een koninklijk besluit van 20 september 2009 moet voortaan ook het aantal overuren dat al dan niet recht geeft op een fiscale lastenverlaging op de loonafrekening worden vermeld en in aparte rubrieken worden onderverdeeld.
Deze aanpassing is er gekomen op vraag van de sociale partners bij de uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2009-2010 om de overuren die recht geven op een fiscale lastenverlaging op te nemen in de maandelijkse loonafrekening met de bedoeling de werknemers meer transparantie te verzekeren.
Rekening houdend met deze eis van de sociale partners heeft de economische herstelwet van 27 maart 2009 de loonbeschermingswet aangepast door de Koning de bevoegdheid te geven om te bepalen dat de loonafrekening ‘bepaalde gegevens moet bevatten, en op welke deze gegevens in rubrieken moeten worden onderverdeeld’. Het is in uitvoering van deze bepaling dat het koninklijk besluit van 20 september 2009 voorziet in een uitbreiding van de vermeldingen op de loonafrekening met overuren.
Onder “overuur” moet worden verstaan:
- elk uur boven de daggrens van 9 uur of boven de weekgrens van 40 uur of de lagere conventionele grenzen voorzien bij CAO;
- elk bijkomend uur dat tijdens de zomerperiode of een periode van intense activiteit gepresteerd wordt boven de sectorale arbeidsduurgrenzen in de bouwsector en waarvoor een loontoeslag van 20 % wordt toegekend.
De fiscale voordelen die zowel werkgever (vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing) als werknemer (belastingvermindering) genieten in geval van overwerk werden door de economische herstelwet van 27 maart 2009 uitgebreid tot de eerste 100 overuren voor het jaar 2009 en de eerste 130 overuren voor het jaar 2010.
Deze nieuwe regeling treedt retroactief in werking op 1 juli 2009.