In haar instructies voor de werkgevers voor het vierde kwartaal van 2010 stelt de RSZ dat op het vertrekvakantiegeld dat wordt betaald aan de bediende als hij de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst schorst wegens het nemen van een voltijds thematisch verlof, sociale zekerheidsbijdragen moeten betaald worden.
Is dit nieuw ?
Het Koninklijk Besluit van 30 maart 1967 bepaalt dat er vertrekvakantiegeld moet worden betaald in volgende situaties:
- bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst (ontslag, pensioen);
- als de bediende onder de wapens wordt geroepen;
- bij de aanvang van een beroepsloopbaanonderbreking zoals bepaald in artikel 100 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen;
- bij de aanvang van een periode van tijdskrediet zoals bepaald in cao nr. 77bis.
Onder een beroepsloopbaanonderbreking in de zin van artikel 100 van de herstelwet zijn volgende vormen van onderbreking begrepen:
- de normale beroepsloopbaanonderbreking met volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst (= tijdskrediet);
- het palliatief verlof met volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst;
- het stelsel van ouderschapsverlof;
- de volledige loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid.
Conclusie:
Bij het opnemen van voltijds thematisch verlof moet het vertrekvakantiegeld worden uitbetaald en op dit vertrekvakantiegeld moeten de gebruikelijke sociale zekerheidsbijdragen betaald worden.