Vervroegd pensioen: versoepeling van de nieuwe regeling van toepassing vanaf 2013


59358

De context

Zoals wij schreven in ons artikel van 16 januari 2012, worden de voorwaarden om het vervroegd pensioen te kunnen genieten strenger vanaf 1 januari 2013 door toedoen van de wet houdende diverse bepalingen van 28 december 2011 (B.S. van 30 december 2011) :

  • De minimumleeftijd wordt vanaf 2013 met 6 maand per jaar verhoogd en en wordt zo op 62 jaar gebracht in 2016 (behalve voor de lange loopbanen) ;
  • De loopbaanvoorwaarde wordt geleidelijk opgetrokken tot 40 jaar in 2015 .

Bovendien werden met een koninklijk besluit van 26 april 2012 (B.S. van  30 april 2012) een aantal overgangsmaatregelen getroffen  in verband met enerzijds de werknemers waarvan de opzegging inging vóór 1 januari 2012 en eindigt na 31 december 2012 en anderzijds de werknemers die met hun werkgever vóór 28 november 2011 een overeenkomst hebben gesloten om met vervroegd pensioen te gaan (zie ons artikel hierover van 7 mei 2012).

Omdat de wetgever vreest dat de oorspronkelijke bedoeling van zijn hervorming –de oudere werknemers zo lang mogelijk aan het werk houden – een averechtse uitwerking zou hebben -  een groot aantal werknemers die nog vlug hun kans op vervroegd pensioen willen grijpen - heeft hij enkele nieuwe maatregelen genomen die de regels van het vervroegd pensioen zoals het vanaf 2013 van toepassing is, versoepelen. Dit gebeurt met de wet van  20 juli 2012 tot wijziging van de wet van 28 december 2011 (B.S. 14 augustus 2012).

Versoepelende maatregelen

1. Gewaarborgd recht op vervroegd pensioen

Dankzij de nieuwe bepalingen behoudt de werknemer die op een bepaald ogenblik voldoet aan de voor het vervroegd pensioen gestelde leeftijds- en loopbaanvoorwaarden, het recht vervroegd pensioen te nemen op een latere datum en zulks ongeacht de werkelijke ingangsdatum van het pensioen.

Zo kan bijvoorbeeld iemand die 60 jaar is en 35 jaar gewerkt heeft  in 2012, vanaf dat jaar vervroegd pensioen nemen of in volgende jaren (zelfs als op dat ogenblik de leeftijds- en loopbaanvoorwaarde strenger zijn). Net hetzelfde voor iemand die in 2013 60 jaar en 6 maanden oud is en 38 jaar gewerkt heeft : vervroegd pensioen is mogelijk in dat jaar of in de jaren nadien.

2. Nieuwe overgangsmaatregelen

Bovendien zijn er nieuwe overgangsmaatregelen voor de werknemers die geboren zijn vóór 1 januari 1956 en die op 31 december  2012 een loopbaan bewijzen van minstens 32 kalenderjaren: die werknemers kunnen hun vervroegd pensioen ten vroegste nemen op de 1ste dag van de maand volgend op die waarin zij 62 worden op voorwaarde dat zij op dat ogenblik bewijzen minstens 37 kalenderjaren gewerkt te hebben.

Ten slotte zal de werknemer die vervroegd pensioen heeft aangevraagd vóór 28 november 2011 de pensioenvoorwaarden blijven genieten die van kracht waren vóór de toegepaste hervorming (zijnde 60 jaar en 35 jaar gewerkt).