13 Klein verlet

Paritair (sub-)Comité nr.:
111.01.01-00.00, 111.01.02-00.00, 111.01.03-00.00, 111.01.04-01.00, 111.01.04-02.00, 111.01.05-00.00, 111.01.06-01.00, 111.01.06-02.00, 111.01.07-00.00, 111.01.08-00.00, 111.01.09-00.00, 111.01.10-00.00, 111.02.01-00.00, 111.02.02-00.00, 111.02.03-00.00, 111.02.04-01.00, 111.02.04-02.00, 111.02.05-00.00, 111.02.06-01.00, 111.02.06-02.00, 111.02.07-00.00, 111.02.08-00.00, 111.02.09-00.00, 111.02.10-00.00

Bijwerking: 09/08/2012
Geldig vanaf: 01/07/2012
Geldig tot: 24/07/2021

Interprofessionele reglementering + CAO 9/07/2012

U vindt de bepalingen inzake klein verlet in de tabel Hfdst. 13

Wij geven u hierna de bepalingen inzake klein werkverlet van toepassing op de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, met uitzondering van de monteurs.

Het gaat om de interprofessionele reglementering, aangevuld evenwel met bepalingen van de CAO van 7 juli 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het kort verzuim. Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 6 augustus 2012 onder het nr. 110547/CO/111.0102; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 21 augustus 2012.  Zij treedt in werking op 1 juli 2012 en is gesloten voor onbepaalde duur.

De arbeider(ster) heeft het recht, met behoud van zijn normaal loon, ter gelegenheid van de familiegebeurtenissen en voor de vervulling van de staatsburgerlijke verplichtingen of van de burgerlijke opdrachten welke hierna zijn opgesomd, van het werk afwezig te blijven voor een als volgt bepaalde duur:

Redenen van de afwezigheid

Duur van de afwezigheid

1. Huwelijk van de arbeider(ster) of het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning bij de ambtenaar van de burgerlijke stand en dit overeenkomstig de artikelen 1475-1476 van het Burgerlijk wetboek of het officieel neerleggen van een samenlevingscontract. Drie dagen door de arbeider(ster) te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaats heeft of tijdens de daaropvolgende week

2. Huwelijk van:

- de vader of de moeder, een grootvader of een grootmoeder, de schoonvader of de schoonmoeder, de stiefvader of de stiefmoeder van de arbeider(ster);

- een kind (*) van de arbeider(ster) of van zijn (haar) echtgenote(noot) (***);

- een kleinkind van de arbeider(ster);

- een broer of zuster, een schoonbroer of schoonzuster van de arbeider(ster);

- gelijk welk ander familielid wonend onder hetzelfde dak als dat van de arbeider(ster).

De dag van het huwelijk

3. Overlijden van:

- de echtgenote(noot) van de arbeider(ster);

- de ouders van de arbeider(ster) (vader, moeder, tweede echtgenoot(note) van moeder of vader);

- een kind (*) van de arbeider(ster) of van zijn (haar) echtgenote(noot) (***);

- de vader of de moeder van de echtgenote(noot) (***) van de arbeider(ster).

Drie dagen door de arbeider(ster) te kiezen vanaf de dag die het overlijden voorafgaat tot en met de dag die op de begrafenis volgt

4. Overlijden der volgende bij de arbeider(ster) inwonende bloedverwanten (**):

- een broer of een zus van de arbeider(ster);

- een schoonzoon of schoondochter van de arbeider(ster);

- een schoonbroer of schoonzus van de arbeider(ster);

- een grootvader of grootmoeder van de arbeider(ster);

- een grootvader of grootmoeder van de echtgenote(noot) (***) van de arbeider(ster);

- een kleinkind van de arbeider(ster);

- een overgrootvader of overgrootmoeder van de arbeider(ster);

- een overgrootvader of overgrootmoeder van de echtgenote(noot) (***) van de arbeider(ster);

- een achterkleinkind van de arbeider(ster).

Twee dagen door de arbeider(ster) te kiezen vanaf de dag van het overlijden tot en met de dag der begrafenis.

5. Overlijden der volgende niet bij de arbeider(ster) inwonende bloedverwanten (**):

- een broer of zus van de arbeider(ster);

- een schoonzoon of schoondochter van de arbeider(ster);

- een schoonbroer of schoonzuster van de arbeider(ster);

- een grootvader of grootmoeder van de arbeider(ster);

- een grootvader of grootmoeder van de echtgenote(noot) (***) van de arbeider(ster);

- een kleinkind van de arbeider(ster);

- een overgrootvader of overgrootmoeder van de arbeider(ster);

- een overgrootvader of overgrootmoeder van de echtgenote(noot) (***) van de arbeider(ster);

een achterkleinkind van de arbeider(ster).

De dag van de begrafenis
6. Overlijden van gelijk welke bloedverwant wonende onder hetzelfde dak als dat van de arbeider(ster). De dag van de begrafenis.
7. Overlijden van de voogd(es) van de minderjarige arbeider(ster) of van het minderjarig pleegkind waarvoor de arbeider(ster) als voogd(es) optreedt. De dag van de begrafenis.
8. Priesterwijding of bij de kloostergelofte van een kind (*) van de arbeider(ster) of van zijn (haar) echtgenote(noot) (***), van een kleinkind, broer, zuster, schoonbroer en schoonzuster van de arbeider(ster), alsmede om het even welke bij de arbeider(ster) inwonende bloedverwant. De dag van de plechtigheid.
9. Plechtige communie van een kind (*) van de arbeider(ster) of zijn (haar) echtgeno(o)t(e) (***). De dag van de plechtigheid of wanner die dag samenvalt met een zondag, een feestdag of een andere dag waarop normaal niet gewerkt wordt de arbeidsdag die het feest ofwel onmiddellijk voorafgaat ofwel er onmiddellijk opvolgt.
10. Deelneming van een kind (*) van de arbeider(ster) of van zijn/haar echgeno(o)t(e) (***) aan het feest van de vrijzinnige jeugd daar waar dit feest wordt gevierd. De dag van het feest of wanneer die dag samenvalt met een zondag, een feestdag of een andere dag waarop normaal niet gewerkt wordt de arbeidsdag die het feest ofwel onmiddellijk voorafgaat ofwel er onmiddellijk opvolgt.
11. Deelneming aan een officieel bijeengeroepen familieraad. De nodige tijd met een maximum van één dag.
12. Verblijf van de dienstplichtige arbeider in een recrutering- of selectiecentrum, of in een militair hospitaal ton gevolge van zijn verblijf in een recrutering- of selectiecentrum. De nodige tijd, met een maximum van drie dagen.

13. - deelneming aan een jury;

- oproeping als getuige voor een rechtbank;

- persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank;

- deelneming, in hoedanigheid van bijzitter bij een hoofdbureau voor stemopneming ter gelegenheid van wetgevende, provinciale, gemeenteverkiezingen en Europese parlementsverkiezingen;

- uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen.

De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.

(*) Voor de toepassing van de nrs. 2, 3, 8, 9 en 10 wordt het aangenomen, natuurlijk erkend kind of regelmatig door de arbeider(ster) opgevoed kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.

(**) Voor de toepassing van de nrs. 4 en 5 worden de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader en de overgrootmoeder van de echtgeno(o)t(e) van de arbeider(ster) gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader en de overgrootmoeder van de arbeider(ster).

(***) De persoon die samenwoont met de arbeider(ster) wordt gelijkgesteld met de echtgenoot/echtgenote van de arbeider(ster).

Half-broers en half-zusters worden gelijkgesteld met broers en zussen.

De deeltijdse werknemers hebben het recht, met behoud van hun normaal loon, van het werk afwezig te zijn gedurende de bovenbedoelde dagen en periode zoals boven bedoeld die samenvallen met de dagen en perioden waarop zij normaal zouden gewerkt hebben.  Zij mogen de afwezigheidsdagen kiezen binnen dezelfde beperkingen als de voltijdse werknemers.

Behoudens overmacht zal de vergoeding voor werkverzuim voorzien hierboven aan de arbeider(ster) slechts worden uitbetaald mits hij(zij) vooraf de werkgever of diens vertegenwoordiger binnen een redelijke termijn heeft op de hoogte gebracht.

De arbeider(ster) moet het bewijs leveren van de gebeurtenis die het verzuim rechtvaardigt en de werkgever kan gebeurlijk het voorleggen van een officieel document verlangen.

Alleen de gewone werkdagen waarvoor de arbeider(ster) aanspraak had mogen maken op het loon indien hij(zij) door de redenen hierboven vermeld niet belet was geweest te werken worden als afwezigheid voor klein verlet beschouwd.

De vergoedingen zullen enkel worden uitbetaald indien de arbeider(ster) de verzuimdagen daadwerkelijk aan de voorziene doeleinden heeft gewijd.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
09/07/2012
Registratienr
110547
Geldig van
01/07/2012
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
18/07/2012
Registratiedatum
06/08/2012
Onderwerp
kort verzuim
BS Bericht van neerlegging
21/08/2012
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
19/04/2013
Gepubliceerd in het B.St. van
05/09/2013
Keywords
KLEIN VERLET

Historiek
01/01/2022 31/12/2050 13 Klein verlet
25/07/2021 31/12/2021 13 Klein verlet
01/07/2012 24/07/2021 13 Klein verlet