In het Paritair Comité voor het garagebedrijf werd op 23 maart 1993 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de beroepenclassificatie. Deze CAO werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreer

In het Paritair Comité voor het garagebedrijf werd op 23 maart 1993 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de beroepenclassificatie. Deze CAO werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 22 april 1993 onder het nr. 32482/C0/112. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 4 juni 1993.

Wij geven U hierna de bepalingen betreffende de beroepenclassificatie en vervolgens enkele belangrijke praktische schikkingen. Uit praktische overwegingen hebben wij de door U te gebruiken code voor de beroepskwalificatie geïntegreerd in de tekst van de CAO, het gaat om de cijfers en letters in vetjes.

A. Tekst CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Artikel 2

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden of de werksters.

HOOFDSTUK II - Beroepenclassificatie

Artikel 3

De werklieden tewerkgesteld in de bij artikel 1 bedoelde ondernemingen worden in tien categorieën ingedeeld rekening houdend met de aard van de uitgevoerde werken, van de beroepsbekwaamheid en van de graad van zelfstandigheid bij de uitvoering van de taken die hun worden toevertrouwd.

Worden beschouwd als:

A.1.1 Hulpwerkman "Service"

De werkman die geen bijzondere kennis, ondervinding of bepaalde fysieke geschiktheid moet bezitten. Hij heeft geen specifieke vorming nodig en voert de eenvoudigste werken uit waarvoor slechts het volgen van uitvoeringsonderrichtingen wordt vereist. Hij voert bovendien geen andere taken uit dan:

• pompbediende;
• wasser;
• portier.

Code: A.1.1

A.1.2 Hulpwerkman "Service" (10 jaar anciënniteit in de onderneming)

De arbeider zoals omschreven onder A.1.1. en die 10 jaar anciënniteit in de onderneming heeft.

Code: A.1.2

A.1.3  Hulpwerkman "Service" (20 jaar anciënniteit in de onderneming)

De arbeider zoals omschreven onder A.1.1. en die 20 jaar anciënniteit in de onderneming heeft.

Code: A.1.3

A.2.1 Hulpwerkman

De werkman die geen bijzondere kennis, ondervinding of bepaalde fysische geschiktheid moet bezitten. Hij heeft geen specifieke vorming nodig en voert de eenvoudigste werken uit waarvoor slechts het volgen van uitvoeringsonderrichtingen wordt vereist.

Worden in deze categorie ingedeeld:

1. de vager;
2. de nachtwaker;
3. de wasser van onderdelen;
4. de glanzer van nieuwe voertuigen.

Code: A.2.1

A.2.2 Hulpwerkman (10 jaar anciënniteit in de onderneming)

De arbeider zoals omschreven onder A.2.1. en die 10 jaar anciënniteit in de onderneming heeft.

Code: A.2.2

A.2.3 Hulpwerkman (20 jaar anciënniteit in de onderneming)

De arbeider zoals omschreven onder A.2.1. en die 20 jaar anciënniteit in de onderneming heeft.

Code: A.2.3

B. Geoefende hulpwerkman

De werkman die gewoonlijk eenvoudig werk uitvoert dat dagelijks kan herhaald worden en waarvoor slechts een vakopleiding wordt vereist die door een korte aanpassing wordt verworven. De uitvoering vereist geen enkel persoonlijk initiatief en wordt uitgevoerd onder toezicht.

Worden onder meer in deze categorie ingedeeld:

1. de hulpmecanicien: de werkman die onder direct toezicht eenvoudig en gewoonlijk herhaald mechanisch werk uitvoert;
2. de smeerder: de werkman die in werkputten en op bruggen werkt en voor het normaal onderhoud der voertuigen zorgt. Hij moet zichtbare defecten kunnen merken en deze aan zijn rechtstreekse chef melden;
3. de magazijnier-handenarbeider: de werkman belast met het behandelen en het in rekken plaatsen van onderdelen en de hoeveelheid onderdelen controleert;
4. de hulpelektricien: de werkman die onder direct toezicht elektrische onderhouds- en herstellingswerken uitvoert;
5. de hulpafpuimer: de werkman die onder direct toezicht een voertuig afpuimt en/of polijst;
6. de bereider: de werkman nazichter van nieuwe voertuigen die de controles voorafgaand aan de levering verricht in de werkplaats;
7. de bandenmonteur: de werkman die banden op voertuigen monteert;
8. de wieluitbalanceerder: de werkman die het uitbalanceren van de wielen verricht;
9. de bandenhersteller: de werkman die banden herstelt.

Code : B

C. Geschoolde 2e categorie

De werkman die, volgens richtlijnen van chefs, gewoonlijk werk uitvoert waarvoor de kennis van een vak vereist is, verworven door ondervinding. Hij werkt niet zelfstandig en zijn verantwoordelijkheid is beperkt tot zijn eigen werk.

Worden onder meer in deze categorie ingedeeld:

1. de mecanicien voor onderhoud: de werkman die het courant onderhoud van de voertuigen uitvoert. Hij moet de algemene staat ervan kunnen nagaan en aan zijn rechtstreekse chef melden. Zonder het eigenlijk mechanisch herstellingswerk uit te voeren, verricht bij nochtans controle-operaties;
2. de mecanicien van 2e categorie: de werkman die, volgens richtlijnen van een werkman uit een hogere categorie, de courant algemene mechanische herstellingen uitvoert;
3. de elektricien van 2e categorie: de werkman die de kennis van het elektrisch gedeelte van een voertuig bezit en die, volgens richtlijnen van een werkman van een hogere categorie, courante werken hieraan uitvoert, het aanbrengen van elektrisch toebehoren inbegrepen;
4. de gereedschapswerker van 2e categorie: de werkman die, volgens richtlijnen van een werkman van een hogere categorie, alle gereedschapswerken uitvoert;
5. de autobestuurder: de werkman die gewoonlijk voertuigen bestuurt op de openbare weg en belast wordt met sommige opdrachten buiten de onderneming;
6. de plaatbewerker van 2e categorie: de werkman die, volgens richtlijnen van een werkman van een hogere categorie, vijl- en slijpschijfwerk uitvoert, evenals courante werken om deuken te verwijderen en plaatwerk te herstellen, het lassen en bankwerk inbegrepen;
7. de lasser van 2e categorie: de werkman die, volgens de richtlijnen van een werkman van een hogere categorie, eenvoudig bankwerk of het oxy-acetyleen- of elektrisch lassen uitvoert;
8. de afpuimer: de werkman die na het aanbrengen van kit met de hand, het afpuimen van een voertuig afwerkt en het voorbereidt voor het lakken. Hij kan tevens geroepen worden om polijstwerk te doen;
9. de kitaanbrenger van 2e categorie: de werkman die volgens richtlijnen van een werkman van een hogere categorie, de te kitten vlakken voorbereidt door deze te bestrijken of af te puimen;
10. de bijwerker van 2e categorie: de werkman die, volgens de richtlijnen van een werkman van een hogere categorie, afwerkingen na het lakken en bijwerkingen met het personeel (meestal aan randen) uitvoert;
11. de bekleder van 2e categorie: de werkman die, volgens de richtlijnen van een werkman van een hogere categorie, eenvoudige elementen van bekleding bewerkt of koetswerktoebehoren, plaatst;
12. de bandenhersteller van 2e categorie: de werkman die banden voor machines en toestellen voor burgerlijke bouwkunde en bosontginningen herstelt;
13. de vulkanisateur-herrubberaar: de werkman die de vulkanisatie of de loopvlakvernieuwing van banden verricht;
14. de controleur van het uitlijnen: de werkman die de uitlijning van de voortrein naziet en regelt;
15. de magazijnier van 2e categorie: de werkman die de bestellingen van onderdelen opneemt en voorbereidt.

Code : C

D. Geschoolde 1e categorie

De werkman die gewoonlijk vakwerk uitvoert waarvoor de kennis van een vak vereist is, verhoogd door enkele jaren ondervinding en zo mogelijk door een theoretische vorming. Hij is ertoe gedwongen sommige werken zelfstandig uit te voeren en eventueel een werkman van een lagere categorie met zijn richtlijnen bij te staan. Hij moet in zijn specialisatie de bestanddelen van een bestek in tijd en grondstoffen kunnen leveren.

Worden onder meer in deze categorie ingedeeld:

1. de mecanicien van 1e categorie: de werkman die het volledig mechanisme van een voertuig kent en die het nazicht ervan en de desbetreffende werken eraan uitvoert;
2. de elektricien van 1e categorie: de werkman die het elektrisch gedeelte van een voertuig grondig kent en desbetreffende werken uitvoert, het plaatsen van elektrische toebehoren inbegrepen. Hij moet bovendien schema's van elektrische installaties vlot kunnen lezen;
3. de gereedschapswerker van 1e categorie: de werkman die mechanische onderdelen bewerkt, draait en afstelt met of zonder plans te lezen. Hij moet het gereedschap van de werkplaats kunnen onderhouden en eraan courante herstellingen uitvoeren;
4. de plaatbewerker van 1e categorie: de werkman die werken uitvoert om deuken te verwijderen en plaatwerk te herstellen, lassen, ineenzetten en platineren inbegrepen;
5. de lasser van 1e categorie : de werkman die werken van autogeen- of elektrisch lassen en van montage uitvoert;
6. de kitaanbrenger van 1e categorie: de werkman die de staat van het voertuig voor het kitten kan beoordelen, de te kitten vlakken bereidt, inwrijft en afpuimt;
7. de pistoolschilder: de werkman die de voorbereidingswerken voor het pistoolschilderen kan beoordelen en met het pistool de eindlagen op het koetswerk aanbrengt;
8. de bijwerker van 1e categorie: de werkman die de voorbereidingswerken voor het bijwerken kan beoordelen en die na het lakken bijwerkingen en afwerking verzorgt, zelfs midden in vlakken;
9. de bekleder van 1e categorie: de werkman die de bekleding van een voertuig kan aanbrengen en verwijderen, elk bekledingselement kan herstellen en dit aanpassen. Hij moet bovendien de oorzaak van geruchten en inzijpelingen kunnen vaststellen en verhelpen;
10. de magazijnier van 1e categorie: de werkman die bestellingen van onderdelen opneemt en voorbereidt en die daarenboven verantwoordelijk is voor de toepassing van de prijzen en voor het beheer van de stock.

Code : D

E. Buiten categorie

De werkman die gewoonlijk, volledig zelfstandig, kwaliteitswerk uitvoert, waarvoor een hoge graad van vakkennis vereist is, evenals een ondervinding opgedaan tijdens een jarenlange praktijk en, zo mogelijk, verhoogd door een theoretische vorming. Hij moet eventueel ploegwerk kunnen organiseren en in zijn specialiteit de bestanddelen van een bestek in tijd en grondstoffen kunnen leveren.

Worden onder meer in deze categorie ingedeeld:

1. de mecanicien buiten categorie: de werkman die de volledige kennis heeft van het geheel van het mechanisme van de voertuigen en die, volledig zelfstandig, alle controle- en herstellingswerken uitvoert;
2. de plaatbewerker buiten categorie: de werkman die, volledig zelfstandig, alle werken uitvoert om deuken te verwijderen en plaatwerk te herstellen, lassen, vervaardigen van koetswerkelementen, monteren en platineren inbegrepen. Hij moet plans kunnen lezen en kunnen overgaan tot het aftekenen van speciale profielen;
3. de lasser buiten categorie: de werkman die, volledig zelfstandig, alle werken uitvoert in autogeen- en elektrisch lassen, klinken, monteren en smeden, met of zonder het lezen van plans;
4. de pistoolschilder-kleurenmenger: de werkman die, volledig zelfstandig, alle werken van voorbereiding van het pistoolschilderen kan beoordelen en met het pistool de bovenlaklaag op het koetswerk aanbrengt, keuze, bereiding en samenstelling van de kleuren inbegrepen;
5. de bekleder buiten categorie: de werkman die, volledig zelfstandig, buiten de andere bekledingswerken ook het voormonteren en het vervaardigen van ingewikkelde bekledingselementen kan uitvoeren;
6. de proefrijder: de werkman in het bezit van een rijbewijs die de proefritten uitvoert op de openbare weg. Hij kent het mechanisch geheel van een voertuig en is bekwaam de desbetreffende werken eraan uit te voeren en/of te controleren. Hij moet bekwaam zijn de werken te bepalen welke na het proefrijden dienen te gebeuren;
7. de gereedschapswerker buiten categorie: de werkman die, volledig zelfstandig draai- en bankwerk uitvoert met of zonder het lezen van plans, precisiegereedschap kan gebruiken en gegevens voor het vervaardigen kan berekenen (draad, tapsheid, excentriciteit). Hij moet de technologie van de metalen kennen, bekwaam zijn werkhuisgereedschap te ontwerpen en de bestanddelen van een bestek in tijd en grondstoffen kunnen leveren;
8. de elektricien buiten categorie: de werkman die de volledige kennis heeft van het elektrisch gedeelte van de voertuigen en die, volledig zelfstandig, alle desbetreffende werken uitvoert, de plaatsing en herstelling van de elektrische onderdelen inbegrepen.

Code: E

Artikel 4

Op iedere individuele loonfiche en op iedere loonafrekening, overhandigd aan de werkman, moet de juiste beroepencategorie, waartoe betrokkene behoort, vermeld worden. Iedere werkman behoort noodzakelijkerwijze tot één van de beroepencategorieën, vermeld onder artikel 3.

Voor de vermelding volstaat het gebruik van de kenletter behorende bij iedere beroepencategorie: categorie A.1.1. of cat. A.1.2. of cat. A.1.3. of cat. A.2.1 of cat. A.2.2. of cat. A.2.3. of cat.B of cat.C of cat.D of cat.E.

HOOFDSTUK III - Geldigheid

Artikel 5

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 1993 en geldt voor een onbepaalde tijd.

Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst, betreffende de beroepenclassificatie, van 12 maart 1991 gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor het garagebedrijf, algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 8 juli 1992.

B. Praktische schikkingen

Voor de aangeslotenen van het erkende Groep S - Sociaal Secretariaat, vzw.

Krachtens art. 15 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1980 betreffende het bijhouden van sociale documenten, moet voor iedere werknemer op de individuele rekening worden vermeld:

• de functie die hij hoofdzakelijk uitoefent bij de werkgever;
• de beroepskwalificatie die hem door de werkgever wordt toegekend, overeenkomstig de beschikkingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden, of overeenkomstig de bepalingen van de besluiten waarbij forfaitaire lonen worden bepaald voor de toepassing van de wetgeving op de sociale zekerheid.

Gelieve bijgevolg zowel de functie (omschrijving) als de beroepskwalificatie (code) te vermelden op het identiteitsformulier van ieder nieuw aangeworven arbeider en ons tevens iedere wijziging dienaangaande in de loop van de tewerkstelling mede te delen.