2601 Werkzekerheid

Paritair (sub-)Comité nr.:
117.00.00-00.00

Bijwerking: 19/04/2016
Geldig vanaf: 01/01/2015

Specifieke sectorale maatregel:

  • afdanking
  • aangepaste statuut inzake bestaanszekerheid voor de nieuw aangeworven arbeiders
  • bijkomende vergoeding bij ontslag

In het Nationaal Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en handel werd op 3 september 1960 een overeenkomst gesloten betreffende de bestaanszekerheid, die op 27 februari 1975 bekrachtigd werd als collectieve arbeidsovereenkomst. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 28 maart 1975 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 10 mei 1975.

Zij werd vervolgens gewijzigd door:

  • een CAO van 31 december 1980, algemeen verbindend verklaard door een KB van 19 februari 1981 en gepubliceerd in het BS van 15 mei 1981.
  • een CAO van 15 oktober 2015. Ze werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 22 februari 2016 onder het nummer 131593/CO/117.

Wij geven u hierna de integrale tekst van beide CAO's, gevolgd door enkele praktische schikkingen.

1. Afdankingen

(CAO van 27 februari 1975)

De werkgevers betuigen hun instemming om in de toekomst aan derden geen werken meer toe te vertrouwen die te allen tijde door het personeel van de onderneming werden uitgevoerd, zelfs indien zulks geen afdanking van personeel zou meebrengen.

De partijen zijn van oordeel dat de mogelijkheid bestaat zich van iedere afdanking van het thans in dienst zijnde personeel te onthouden, zolang de hierna vermelde mogelijkheden niet werden benut :

1)    Op het vlak van de aardoliebedrijven :

a)    vervroegde oppensioenstelling in behoorlijke voorwaarden en mits akkoord van de betrokken werknemers.

De jaren van vervroegde oppensioenstelling voor de werknemers tussen 60 en 65 jaar worden als effectieve dienstjaren erkend voor het bedrijfspensioen en voor het wettelijk pensioen.

De betrokken werknemers hebben het recht zich te laten bijstaan door de syndicale afgevaardigden, wanneer zij in aanmerking komen voor de vervroegde oppensioenstelling.

Op het ogenblik dat door de onderneming een beslissing tot vervroegde opruststelling wordt genomen, zal zij de betrokken gewestelijke vakbondssecretarissen en bedrijfsafgevaardigden verwittigen, alvorens over te gaan tot de opruststelling van de belanghebbenden, en dit teneinde de eventuele bespreking ervan toe te laten. Dit punt mag geen aanleiding geven tot enig sociaal conflict, noch op plaatselijk noch op nationaal vlak.

b)    Beperking van de aanwending van arbeidskrachten buiten de onderneming, dit wil zeggen dat aan derden geen werken mogen toevertrouwd worden die te allen tijde door het personeel van de onderneming werden uitgevoerd. Onder werken verstaat men niet alleen de onderhouds- en productiewerken, maar eveneens het vervoer, het laden en lossen van aardolieproducten en hun derivaten.

2)    Op het vlak van de aardolie-industrie, na uitputting van de mogelijkheden opgesomd sub 1 :

a)    overplaatsing tussen de bedrijven van het beschikbaar personeel, met behoud der verworven rechten, met dien verstande dat geen overplaatsing mag gebeuren wanneer de werknemer 25 jaar dienst in de nijverheid telt, of wanneer hij ten minste 50 jaar oud is.

b)    toepassing van de beperking vermeld sub 1 b).

In dit geval zal het Beperkt Comité voorafgaandelijk deze toepassing onderzoeken.

De Belgische Petroleum Federatie geeft de verzekering dat zij alles in het werk zal stellen opdat alle gevallen, waarbij leden van het thans in dienst zijnde personeel zouden beschouwd worden als zijnde in overtal, zullen geregeld worden in de geest van de huidige overeenkomst.

De eventuele betwistingen zullen voorgelegd worden aan het Paritair Subcomité, voorzien door de collectieve overeenkomst nr. 2, betreffende het reglement van inwendige orde van de Nationale Paritaire Commissie voor de Petroleumnijverheid en -handel.

Deze overeenkomst werd aangegaan en ondertekend op 3 september 1960. Zij werd aangegaan voor onbepaalde tijd, en bekrachtigd, met als enig doel de neerlegging voorzien bij de wet van 5 december 1968, tijdens de vergadering van het Nationaal Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel van 27 februari 1975.

2. Aangepaste statuut inzake bestaanszekerheid voor de nieuw aangeworven arbeiders

(CAO van 31 december 1980)

Beperkt tot de arbeiders aangeworven ten definitieve titel met een overeenkomst van onbepaalde duur, die in dienst zijn op 31 december 1979.

De vanaf 1 januari 1980 nieuw aangeworven arbeiders met een contract van onbepaalde duur zullen genieten van een aangepast statuut inzake bestaanszekerheid.

Zij zullen een stage doormaken van maximum 9 maanden, gedurende dewelke een einde aan hun contract zal kunnen gesteld worden mits naleving van de wettelijke voorschriften.

De arbeiders, die na deze stageperiode in dienst worden gehouden, zullen nadien een zekerheid van tewerkstelling genieten, die eindigt bij het verstrijken van een periode van 5 jaar, die begint op de datum van hun aanwerving ; gedurende dezelfde periode zullen zij vallen onder de algemene bepalingen van de overeenkomst inzake de bestaanszekerheid.

Zo zij bij, of na het verstrijken van gezegde periode worden afgedankt ; zullen ze aanspraak kunnen maken op een verlengde vooropzegvergoeding aangevuld met een afscheidsvergoeding zoals bepaald in de tabel opgenomen in artikel 3. Deze vergoedingen zullen desgevallend in mindering worden gebracht, zo bij rechterlijke uitspraak tot hogere vergoedingen worden besloten.

Zo een arbeider, hetzij tijdens zijn stageperiode, hetzij bij of na het verstrijken van hogergenoemde periode van 5 jaar, wordt ontslagen wegens redenen van economische aard en door een andere arbeider wordt vervangen, dan zal zulks kunnen geïnterpreteerd worden als een abusieve afdanking.

3. Bijkomende vergoeding bij ontslag

(CAO van 15 oktober 2015)

Een bijkomende vergoeding wordt toegekend in geval van ontslag door de werkgever. Deze vergoeding bestaat steeds uit een som geld.

Deze bijkomende vergoeding wordt als volgt bepaald:

  • de bijkomende vergoeding is in functie van de bereikte anciënniteit van de werknemer, zoals aangegeven in de onderstaande tabel (kolom A)
  • de som van de wettelijke opzeggingstermijn en de bijkomende vergoeding mag echter nooit groter zijn dan de maximale rechten (kolom B)
  • indien deze som groter is dan de maximale rechten (kolom B), zal de bijkomende vergoeding (kolom A) overeenkomstig verminderd worden.

Anciënniteit / Ancienneté
Jaar/années

Wettelijke opzeg / Préavis légal

Bijkomende vergoeding in maanden, tenzij anders bepaald / Indemnité complémentaire en mois sauf déterminé autrement (A)

Maximale rechten in maanden, tenzij anders bepaald / Droits maximaux en mois, déterminé autrement (B)

< 12 maanden/mois

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bepaald door de wet

Défini par la loi

0

/

< 15 maanden/mois

1 week/semaine

9 weken/semaines

< 18 maanden/mois

1 week/semaine

10 weken/semaines

< 21 maanden/mois

1 week/semaine

11 weken/semaines

< 24 maanden/mois

1 week/semaine

12 weken/semaines

2

1 week/semaine

13 weken/semaines

3

1.0

4.0

4

2.0

5.0

5

3.9

8.0

6

3.6

8.4

7

3.3

8.8

8

3.0

9.2

9

2.7

9.6

10

5.4

13.0

11

5.3

13.6

12

5.2

14.2

13

5.1

14.8

14

5.0

15.4

15

9.9

21.0

16

9.8

21.6

17

9.7

22.2

18

9.7

22.8

19

9.5

23.4

20

12.1

26.4

21

11.9

26.4

22

11.6

26.4

23

12.2

26.8

24

12.2

27.4

25

14.3

31.0

26

14.8

31.6

27

15.2

32.2

28

15.7

32.8

29

16.2

33.4

30

18.2

37.0

31

18.7

37.6

32

19.2

38.2

33

19.7

38.8

34

20.1

39.4

35

22.1

43.0

36

22.6

43.6

37

23.1

44.2

38

23.6

44.8

39

24.1

45.4

40

26.1

49

Uitgesloten gevallen

  • zware fout
  • opruststelling op de leeftijd van het wettelijk of - voortij dig pensioen
  • stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag

In geval van beroep op de rechter, zal de bijkomende vergoeding (kolom A) in geval van opzeg aangerekend worden op het langs gerechtelijke weg toegekend bedrag.

4. Praktische schikkingen

Op de afscheidsvergoeding dienen sociale zekerheidsbijdragen betaald te worden en dient bedrijsvoorheffing te worden ingehouden. Voor een vlot administratief verloop vragen wij de aangeslotenen van het erkende sociaal secretariaat GROEP S - Sociale Samenwerking vzw om op de prestatieopgaven gebruik maken van de code 560 .

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
15/10/2015
Registratienr
131593
Geldig van
01/01/2015
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
13/11/2015
Registratiedatum
22/02/2016
Onderwerp
bijkomende vergoeding bij ontslag
BS Bericht van neerlegging
01/03/2016
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
08/01/2017
Gepubliceerd in het B.St. van
22/02/2017
Keywords
WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN)

Historiek
01/01/2015 31/12/2999 2601 Werkzekerheid
10/05/1975 31/12/2014 2601 26 Werkzekerheid