0401 Loonvoorwaarden

In het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking werd op 5 september 2019 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden (nr. 153907/CO/136).

Wij geven u hierna de bepalingen inzake loonvoorwaarden met enige commentaar.

Wij geven jullie eveneens een advies van het Paritair Comité betreffend de toepassing van het indexatiesysteem in de sub-sector van de vervaardiging van behangpapier en papieren buizen.

Het hoofdstuk II met uitzondering van artikel 4 is niet toepasselijk op de ondernemingen van behangpapier en de hoofdstukken 2 (met uitzondering van artikel 4), 5 en 8 zijn niet toepasselijk op de ondernemingen van papieren hulzen (cfr. artikel 29).

Voor de evolutie van de minimumbezoldigingen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

1. Uurlonen

Artikel 2

De minimumuurlonen worden op basis van de 37-urenweek als volgt vastgesteld :

Artikel 3

Het minimumuurloon omvat niet de loontoeslagen die niet aan de functie verbonden zijn, zoals de toeslag voor overuren of voor arbeid in opeenvolgende ploegen.

Artikel 4

De minimumuurlonen en de werkelijke uurlonen van de arbeiders en arbeidsters worden op 1 januari geïndexeerd op grond van de reële evolutie tussen de viermaandelijkse gezondheidsindex van juni en van december van het vorige jaar.

De minimumuurlonen en de werkelijke uurlonen van de arbeiders en arbeidsters worden op 1 juli geïndexeerd op grond van de reële evolutie tussen de viermaandelijkse gezondheidsindex van juni het lopende jaar en december van het vorige jaar.

De minimum sectorale baremalonen van de arbeid(st)ers worden met ingang van 1 december 2019 verhoogd met 16 eurocent per uur.

De sociale partners op ondernemingsvlak beschikken over een termijn die loopt tot 30 november 2019 om een bedrijfsakkoord te sluiten en neer te leggen ter griffie van de Dienst Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, dat gesloten wordt conform de individuele situatie van de onderneming.

Het bedrijfsakkoord waakt erover de minimale sectorale barema's te respecteren. Overeenkomstig de aanbeveling nr 27 van de NAR, worden de onderhandelaars op ondernemingsvlak uitgenodigd om het verschil in behandeling dat berust op het onderscheid tussen arbeiders en bedienden inzake aanvullende pensioenen zonder verwijl op te heffen.

Indien de sociale partners op ondernemingsvlak een gedeelte van de loon norm besteden aan de groepsverzekering, dan zal voor elke € die besteed wordt, 33% extra worden toegevoegd door de werkgever.

Indien er geen bedrijfsakkoord wordt gesloten en neergelegd ter griffie uiterlijk op 30 november 2019, dan word(t)en:

• de reële lonen met 1,1% verhoogd met ingang van 1 december 2019.
• de loonnorm verder ingevuld door de toekenning van een eenmalige ecocheque (of een gelijkwaardig alternatief met dezelfde loonkost) ter waarde van 150€ betaalbaar in december 2019. De ecocheque of het gelijkwaardig alternatief met dezelfde loonkost wordt betaald pro rata van de prestaties in de periode januari-november 2019.

2. Studenten

Artikel 5

De studenten, voor zover ingeschreven in een proces van deeltijdse leerplicht andere dan cursussen van sociale promotie en onderworpen aan de deeltijdse leerplicht, zullen tijdens hun opleiding als volgt worden vergoed :

3e graad - 2e jaar 85 %

3e graad - 1e jaar 75 %

2e graad - 2e jaar 70 %

van de geldende baremalonen.

De studenten die nog steeds onderworpen zijn aan de leerplicht zullen tegen dezelfde voorwaarden vergoed worden, als hierboven uiteengezet, wanneer zij tewerkgesteld zijn met een studentenarbeidsovereenkomst. De studenten die niet meer onderworpen zijn aan de leerplicht en die met een studentenarbeidsovereenkomst tewerkgesteld zijn in de ondernemingen zullen minimum verloond worden conform de lonen van klasse 7.

3. Hogere klasse

Artikel 6

Als een arbeider/arbeidster van een lagere naar een hogere klasse overgaat, zal het minimumloon van deze nieuwe klasse slechts verschuldigd zijn na een aanpassingstijd die geen twee maanden mag overschrijden. Tijdens deze periode mag het loon lager zijn dan het minimum van de overeenstemmende klasse, maar niet minder dan het minimum van de eerstvolgende klasse.

4. Ploegenpremie

Artikel 7 - 8

• twee ploegen: 6 % van het reële loon;
• bijkomende ploegen: vastgesteld op het niveau van de onderneming in overeenstemming met de werkgevers- en werknemersorganisaties;
• nachtploeg: minimum 15 % van het reële loon.

5. Overurentoeslag

Artikel 9

Voor de overuren zal een toeslag van 50 % worden toegekend.

Artikel 10

Deze toeslag wordt op 100 % gebracht:

1. vanaf het vijfde overuur, dat op dezelfde dag wordt verricht, met uitzondering van de overuren die worden verricht op de vrije zaterdag in het stelsel van de 5 dagenweek;
2. voor de overuren die worden verricht tussen 22 en 6 uur;
3. voor de overuren die worden verricht op een zondag of feestdag.

6. Maaltijd

Artikel 11

Behalve indien de arbeider of arbeidster daags tevoren hiervan werd verwittigd, verstrekt de onderneming hem een maaltijd, of betaalt zij, bij ontstentenis ervan, een vergoeding van 2,75 EUR als hij zijn werk moet voortzetten buiten zijn normale arbeidstijd, zonder de mogelijkheid te hebben thuis te gaan eten.

Advies van 16 november 2009 van het Paritair Comité 136 in verband met het indexatiesysteem eigen aan het PSC 136.01

In 1983 werd een indexatiesysteem voor het paritair subcomité van de vervaardiging van de papieren en kartonnen buizen voorzien. Ondertussen werd het PSC 136.01 opgeheven en werd het indexatiesysteem eigen aan de subsector van de papieren en kartonnen buizen geschrapt door de CAO van 15 april 1999.

Het Paritair Comité heeft op 16 november 2009, bij unanimiteit van stemmen, de volgende interpretatie goedgekeurd: de indexatiemodaliteiten van het Paritair Comité 136 moeten voor de hele sector toegepast worden (dus ook voor de sector van het behangpapier en de papieren buizen).