145.06 Gelegenheidswerk en witloofteelt

28/01/2013

De regel volgens dewelke 35 extra dagen kunnen worden verricht als gelegenheidswerknemer met een voordelig forfait in de witloofteelt was van toepassing tot 31 december 2011. In principe, mocht er niet méér gebruik worden gemaakt van deze extra 35 dagen vanaf 1 januari 2012. Echter, in de mededeling nr. 1830 van 18 december 2012 heeft de NAR (Nationale Arbeidsraad) een positief advies gegeven voor de verlenging van deze maatregel en dat, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2012.

Korte herhaling van de reglementering ingevoerd voor de gelegenheidswerknemers in de witloofteeltsector

 

Het koninklijk besluit van  21 april 2007 (B.S  30 april 2007) voert een specifieke reglementering in voor de gelegenheidswerknemers in de witloofteeltsector (P.C. 145.06 – Witloofteelt).

Wij vatten hieronder deze reglementering voor de witloofsector samen.

Wie is gelegenheidswerknemer in de sector van de witloofteelt?

Gelegenheidswerknemers in de witloofteeltsector zijn de werknemers die bij gelegenheid werken voor werkgevers die actief zijn in de witloofteelt (=  ¾ van het omzet van het vorgaande kalenderjaar wordt betrokken uit de teelt van witloof) en die ressorteren onder het paritair subcomité van de groenteteelt en teelt van tuinbouwzaden (PC 145.06).

Bovendien kan een werknemer geen gelegenheidswerknemer zijn voor een bepaald kwartaal indien hij in de loop van dat kwartaal of van de twee voorafgaande kwartalen, in de land- of tuinbouwsector heeft gewerkt in een andere hoedanigheid dan die van gelegenheidswerknemer en onderworpen was aan de RSZ.

Dat gelegenheidswerk is sedert 1 januari 2007 (en t.e.m. 1 januari 2014)  beperkt tot  100 dagen per kalenderjaar. Dat wil zeggen dat er in de sector van de witloofteelt  bijkomend 35 werkdagen als gelegenheidswerknemer worden toegekend ten opzichte van de tuinbouwsector in het algemeen.

Krijgen de uitzendwerknemers die 35 supplementaire dagen ook?

Artikel 1, 4° van het koninklijk besluit ontzegt aan de uitzendwerknemers de extra 35 dagen gelegenheidswerk.

Voor de uitzendwerknemer in de witloofteelt is het gelegenheidswerk dus beperkt tot MAXIMUM 65 dagen per kalenderjaar (en geen 100 dagen).

Wat ingeval de prestaties in diverse sectoren worden geleverd?

Wanneer gelegenheidswerk wordt gedaan zowel bij werkgevers of gebruikers die afhangen van het paritair comité voor de tuinbouwondernemingen als van het paritair comité voor de landbouw, dan wordt de samenvoeging van die gelegenheidsprestaties beperkt tot 65 dagen per werknemer per kalenderjaar. Het maximum waarvan sprake is van toepassing per werknemer en per kalenderjaar.

Voor de witloofsector wordt deze samenvoeging van diverse gelegenheidsactiviteiten op 100 dagen per kalenderjaar gebracht als de supplementaire 35 dagen (dus vanaf de 66ste dag) uitsluitend in de witloofteelt worden gepresteerd.

Hoe worden de bijdragen berekend?

De bijdragen die verschuldigd zijn voor de gelegenheidswerknemers worden berekend op een forfaitair dagloon.

Voor de handarbeiders die in de witloofteelt werken worden de verschuldigde bijdragen berekend op een forfaitair dagloon van respectievelijk :

  • 18,58 € voor de eerste 65 dagen tewerkstelling ;
  • 23,23 € voor de 35 supplementaire dagen.

(Dagforfaits geldig vanaf 1 januari 2013)

Dit forfaitair loon wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het indexcijfer en eveneens bijgewerkt in functie van de loon evolutie.