070501 0801 Tewerkstelling op zondag

Paritair (sub-)Comité nr.:
201.00.00-00.00

Bijwerking: 13/11/2008
Geldig vanaf: 15/12/1987
Geldig tot: 30/09/2007

U vindt hierna de bepalingen in verband met tewerkstelling op zondag van toepassing in het paritair comité voor de zelfstandige kleinhandel.

1) Tewerkstelling op zondag

Arbeidswet van 16 maart 1971

Krachtens artikel 11 van de arbeidswet van 16 maart 1971 is het verboden werknemers 's zondags tewerk te stellen.

In diezelfde arbeidswet werden evenwel enkele uitzonderingen voorzien op deze algemene regel:

  • Artikel 13 : de werknemers mogen 's zondags tewerkgesteld worden in de bedrijven of voor het uitvoeren van werken aangewezen door de Koning.
  • Artikel 14 §1 :In de andere kleinhandelszaken dan die waarin de zondagsarbeid toegelaten werd in uitvoering van artikel 13, mogen de werknemers 's zondags van 8 uur 's morgens tot 's middags worden tewerkgesteld. Nochtans kan de Koning in bepaalde gemeenten deze tewerkstelling op zondag verbieden, de duur ervan beperken of deze tewerkstelling op zondag gedurende ten hoogste zes weken per jaar toelaten op andere uren of gedurende een groter aantal uren dan bepaald in het eerste lid, wanneer bijzondere omstandigheden dit vorderen.

KB 3 december 1987 betreffende de tewerkstelling van werknemers op zondag in de distributiesector.

In toepassing van de artikelen 13 en 14 §1 van de arbeidswet van 16 maart 1971 verscheen in het Belgisch Staatsblad van 8 december 1987 het koninklijk besluit van 3 december 1987 betreffende de tewerkstelling van werknemers op zondag in de distributiesector. Dit besluit werd gewijzigd door een koninklijk besluit van 18 mei 1989, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 1 juni 1989; deze wijziging betreft een aanvulling van artikel 2 en is geldig vanaf 11 juni 1989.

U vindt hierna de tekst van dit koninklijk besluit.

HOOFDSTUK 1 - Toepassingsgebied

Artikel 1 - Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die onder de volgende paritaire comités sorteren:

  • het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, met uitsluiting van de werknemers die zijn tewerkgesteld aan activiteiten van de groothandel in voedingswaren (P.C.119);
  • het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel (P.C.201);
  • het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren (P.C.202);
  • het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken (P.C..311);
  • het Paritair Comité voor de warenhuizen (P.C.312).

 HOOFDSTUK 2 - Tewerkstelling op zondag

Artikel 2

De werknemers kunnen de ganse zondag worden tewerkgesteld in:

  • de beenhouwerijen, de bakkerijen en de banketbakkerijen;
  • de voedingswinkels die minder dan vijf werknemers per winkel in dienst hebben op het ogenblik waarop van de afwijking gebruik wordt gemaakt; worden als werknemers beschouwd de personen die normaal worden tewerkgesteld in de winkel en die ingeschreven moeten zijn in het personeelsregister van de onderneming die haar activiteit in de winkel uitoefent;
  • de salons, tentoonstellingen, musea, jaarbeurzen, nijverheids- en landbouwtentoonstellingen, markten, optochten en sportmanifestaties, voor zover die tewerkstelling gebeurt buiten de lokalen van de onderneming en de aanhorigheden, zoals parking, opslagplaatsen voor goederen;
  • de dagbladondernemingen;
  • ondernemingen die brandstof of olie voor autovoertuigen in 't klein verkopen, doch enkel wat de werknemers betreft, die met de verkoop zijn belast;
  • de winkels van genees- en heelkundige toestellen;
  • de tabakswinkels;
  • de winkels van natuurlijke bloemen.
  • de winkels van natuurlijke bloemen.

Artikel 3

De werknemers kunnen de ganse dag worden tewerkgesteld op:

  • de zondag voor Kerstmis;
  • twee andere zondagen per kalenderjaar omwille van bijzondere en voorbijgaande omstandigheden of ter gelegenheid van om het even welke manifestatie of van een braderij.

Deze werknemers kunnen enkel op zondag worden tewerkgesteld voor zover:

  • zij vrijwilligers zijn;
  • zij gewoonlijk worden tewerkgesteld in de winkel die overeenkomstig de wet van 22 juni 1960 tot invoering van een wekelijkse rustdag in handel en ambacht open mag zijn;
  • zij ingeschreven zijn in het personeelsregister van de onderneming die haar activiteit in de winkel uitvoert.

Onverminderd de bepalingen van de wet van 22 juni 1960, brengt de werkgever, die gebruik wenst te maken van de bij dit artikel voorziene afwijking, ten minste vierentwintig uur vooraf de inspecteur-districtshoofd van de Inspectie van de sociale wetten, bevoegd voor de plaats waar de winkel gelegen is, en de vakbondsafvaardiging op de hoogte.

(...)

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op 15 december 1987.

 2) Tewerkstelling op zondag in de kleinhandelszaken die hoofdzakelijk meubelen en tuinartikelen verkopen

In het Belgisch Staatsblad van 7 juni 1997 verscheen het koninklijk besluit van 30 mei 1997 betreffende het tewerkstellen van werknemers op zondag in de kleinhandelszaken die hoofdzakelijk meubelen en tuinartikelen verkopen. Dit besluit werd genomen in toepassing van artikel 13 van de arbeidswet van 16 maart 1971.

Dit koninklijk besluit werd gewijzigd door een KB van 2 oktober 1997 (BS van 22 oktober 1997), waardoor het toepassingsgebied uitgebreid wordt tot de winkels met als hoofdactiviteit de verkoop van keukenmeubelen (artikel 1, 1°). Tevens wordt bepaald dat de Minister van Tewerkstelling en Arbeid belast wordt met het vastleggen van uitvoeringsmodaliteiten inzake de voorafgaandelijke mededeling van de tewerkstelling op een zondag (artikel 2). Het KB van 30 mei 1997 alsook de nieuwe bepalingen van het KB van 2 oktober 1997 treden in werking op 7 juni 1997.

In het Belgisch Staatsblad van 15 november 1997 verscheen het ministerieel besluit van 28 oktober 1997 houdende uitvoering van het artikel 2 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1997 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 mei 1997 betreffende het tewerkstellen van werknemers op zondag in de kleinhandelszaken die hoofdzakelijk meubelen en tuinartikelen verkopen. Dit ministerieel besluit treedt in werking op 15 november 1997.

Wij geven u hierna de integrale tekst van het koninklijk besluit en het ministerieel besluit.

A. Koninklijk besluit van 30 mei 1997 betreffende het tewerkstellen van werknemers op zondag in de kleinhandelszaken die hoofdzakelijk meubelen en tuinartikelen verkopen

Artikel 1

Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en werknemers tewerkgesteld in :

1°  de winkels met als hoofdactiviteit de verkoop van meubelen bestemd voor privé-gebruik en waarvan bovendien in de ruimte voor het publiek toegankelijk over de hele oppervlakte uitsluitend meubelen vertoond worden, met uitzondering van de hierna opgesomde aanverwante producten;

onder meubelen wordt verstaan, ongeacht de aangewende grondstof, elk meubelvoorwerp dat deel uitmaakt van een gebouw zijnde : zetels, huiskamer-, kinderkamer-, slaapkamer (slaapcomfort inbegrepen), tuin-, bureel-, keuken-, badkamer-, radio- en televisiemeubelen;

onder aanverwante producten wordt verstaan deze welke bestemd zijn voor de aankleding en de presentatie van de meubelen, zijnde gordijnen, draperieën, tapijten, textiel, behang, siervoorwerpen, verlichting en elektrische toestellen;

in het geval dat de meubelwinkels zoals bedoeld in dit artikel, aanverwante producten vertonen en ook verkopen in een afzonderlijke ruimte mag de totaliteit van de afzonderlijke ruimten maximum 10 % van de hele oppervlakte bedragen;

2°  de winkels met als hoofdactiviteit de detailhandel van tuinartikelen, d.w.z. planten, tuinmeubelen en voorwerpen met het oog op de verfraaiing van de tuin van privé-personen.

Artikel 2

De werkgevers die toepassing maken van dit besluit, melden dit jaarlijks voorafgaandelijk in de maand december aan de inspecteur-districtshoofd van de Inspectie van de sociale wetten.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid bepaalt de wijze, alsook het model van de voorafgaandelijke mededeling zoals bedoeld in het voorgaande lid.

Artikel 3

De werknemers van bovengenoemde werkgevers mogen op zondag worden tewerkgesteld voorzover:

  • zij vrijwilliggers zijn;
  • zij gewoonlijk worden tewerkgesteld in de winkel die overeenkomstig de wet van 22 juni 1960 tot invoering van een wekelijkse rustdag in handel en ambacht open mag zijn en die desgevallend de bepalingen betreffende de wekelijkse rustdag naleven;
  • zij ingeschreven zijn in het personeelsregister van de onderneming die haar activiteit in de winkel uitvoert.

Artikel 4

De werknemers kunnen tewerkgesteld worden op maximaal 40 zondagen per jaar.

(...)

B. Ministerieel besluit van 28 oktober 1997

Artikel 1

De werkgevers die toepassing maken van het koninklijk besluit van 30 mei 1997 betreffende het tewerkstellen van werknemers op zondag in de kleinhandelszaken die hoofdzakelijk meubelen en tuinartikelen verkopen, melden dit jaarlijks voorafgaandelijk in de maand december per aangetekend schrijven aan de Inspecteur-districtshoofd van de Inspectie van de Sociale Wetten.

Om deze melding zoals bedoeld in het voorgaande lid te doen, vult de werkgever het attest in, waarvan model in bijlage gevoegd bij dit besluit.

(...)

Bijlage

Attest in te vullen door de werkgever met het oog op de toepassing van het koninklijk besluit van 30 mei 1997 betreffende het tewerkstellen van werknemers op zondag in de kleinhandelszaken die hoofdzakelijk meubelen en tuinartikelen verkopen (artikel 2) (1)

(1) Koninklijk besluit van 30 mei 1997 betreffende het tewerkstellen van werknemers op zondag in de kleinhandelszaken die hoofdzakelijk meubelen en tuinartikelen verkopen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 oktober 1997, BS 7 juni 1997 en 22 oktober 1997.

  1. Naam, voornaam en adres van de werkgever: ...
  2. Naam en adres van de winkel zoals bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 30 mei 1997 betreffende het tewerkstellen van werknemers op zondag in de kleinhandelszaken die hoofdzakelijk meubelen en tuinartikelen verkopen:...
  3. Opgave van de data tijdens dewelke de werknemers zullen tewerkgesteld worden in de winkel zoals bedoeld in punt 2:...

Attest per aangetekend schrijven verzenden aan de Inspecteur-districtshoofd van de Sociale wetten van de plaats waar de winkel zoals vermeld in punt 2 gelegen is.

  Datum                                                                                                            Handtekening van de werkgever

3) Tewerkstelling van sommige leerlingen-stagiairs op zondag

A. Arbeidswet van 16 maart 1971

Krachtens artikel 32, § 2 van de Arbeidswet van 16 maart 1971, kan de Koning toestaan dat alle jeugdige werknemers (d.w.z. de werknemers onder 18 jaar) of enkel bepaalde categorieën ervan op zon- en feestdagen in bepaalde bedrijfstakken, bedrijven of beroepen voor het uitvoeren van bepaalde werken worden tewerkgesteld.

B. Koninklijk besluit van 2 augustus 2002

De Koning heeft gebruik gemaakt van deze mogelijkheid in het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 waarbij aan de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel de toelating wordt verleend om sommige leerlingen-stagiairs op zondag tewerk te stellen. Dit koninklijk besluit verscheen in het Belgisch Staatsblad van 3 september 2002. 

U vindt hierna de tekst van dit koninklijk besluit.

Artikel 1

Dit besluit is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel ressorteren en op de leerlingen-stagiairs die door hen in het kader van de bij artikel 2 bedoelde stage worden tewerkgesteld.

Artikel 2

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder " leerlingen-stagiairs " : de leerlingen die 15 jaar of ouder zijn, die niet meer onderworpen zijn aan de voltijdse leerplicht en die ingeschreven zijn in het Nederlandstalig voltijds secundair onderwijs, welke tijdelijk in een onderneming worden tewerkgesteld in het kader van een stage die voorzien wordt in het leerprogramma van de studierichting die zij volgen.

Artikel 3

De bij artikel 1 bedoelde werkgevers mogen de leerlingen-stagairs in het kader van de bij artikel 2 bedoelde stage gedurende drie zondagen per schooljaar tewerkstellen, onder de bij de artikelen 32, § 3, en 33, § 2, van de arbeidswet van 16 maart 1971 bepaalde voorwaarden, voorzover het leerlingen betreft van het derde leerjaar van de derde graad (specialisatie) van het technisch secundair onderwijs, studierichting verkoop en distributie of van het derde leerjaar van de derde graad (specialisatie) van het beroepssecundair onderwijs, studierichting verkoop en vertegenwoordiging.

De bij het vorig lid bedoelde zondagen moeten worden gekozen onder die zondagen waarop de tewerkstelling van werknemers voor de bij artikel 1 bedoelde werkgevers mogelijk is overeenkomstig het koninklijk besluit van 7 november 1966 betreffende de tewerkstelling op zondag in kleinhandelszaken en kapperssalons gevestigd in badplaatsen, luchtkuuroorden en toeristische centra of het koninklijk besluit van 3 december 1987 betreffende het tewerkstellen van werknemers op zondag in de distributiesector.

De werkgever die gebruik wenst te maken van de bij het eerste lid bepaalde afwijking van het verbod om werknemers 's zondags tewerk te stellen, brengt vooraf de inspecteur-districtshoofd van de Inspectie van de sociale wetten, bevoegd voor de plaats waar de onderneming gelegen is, en, in voorkomend geval, de vakbondsafvaardiging op de hoogte overeenkomstig de voorschriften bepaald bij de voornoemde koninklijke besluiten van 7 november 1966 en 3 december 1987.

(...) 

4) Commentaar

A. Principe: het verbod van zondagsarbeid (artikel 11 van de Arbeidswet)

Het is verboden werknemers 's zondags tewerk te stellen. Onder zondag dient men de astronomische dag van 0 tot 24 uur te verstaan.

Het verbod om te "doen werken" of te "laten werken" op zondag is van openbare orde. Het niet respecteren van dit verbod leidt tot strafrechtelijke en administratieve sancties.

B. Uitzondering op het verbod van zondagarbeid

Er bestaat een reeks uitzonderingen op het principe van de zondagsrust. Het is dus mogelijk om personeel op zondag tewerk te stellen, op voorwaarde dat men zich in één van de hierna vermelde hypothesen bevindt.

1. Normale exploitatie van het bedrijf (artikel 12 van de Arbeidswet)

Zie de bepalingen in verband met zondagsarbeid in onze brochure arbeidsreglementering.

2. Bedrijven of werkzaamheden aangeduid door de koning (artikel 13 van de Arbeidswet)

2.1.    De tewerkstelling op zondag is toegelaten voor de volgende ondernemingen en instellingen of voor de volgende werkzaamheden:

Zie de bepalingen in verband met zondagsarbeid in onze brochure arbeidsreglementering.

2.2.    De distributiesector

 2.2.1.  Tewerkstelling op alle zondagen van het jaar

De werknemers kunnen de ganse zondag worden tewerkgesteld in:

  • de beenhouwerijen, de bakkerijen en de banketbakkerijen;
  • de voedingswinkels die minder dan vijf werknemers per winkel in dienst hebben op het ogenblik waarop van de afwijking gebruik wordt gemaakt; worden als werknemers beschouwd de personen die normaal worden tewerkgesteld in de winkel en die ingeschreven moeten zijn in het personeelsregister van de onderneming die haar activiteit in de winkel uitoefent;
  • de salons, tentoonstellingen, musea, jaarbeurzen, nijverheids- en landbouwtentoonstellingen, markten, optochten en sportmanifestaties, voorzover die tewerkstelling gebeurt buiten de lokalen van de onderneming en de aanhorigheden, zoals parking, opslagplaatsen voor goederen;
  • de dagbladondernemingen;
  • ondernemingen die brandstof of olie voor autovoertuigen in 't klein verkopen, doch enkel wat de werknemers betreft, die met de verkoop zijn belast;
  • de winkels van genees- en heelkundige toestellen;
  • de tabakswinkels;
  • de winkels van natuurlijke bloemen.
2.2.2.  Tewerkstelling op elke zondagvoormiddag van het jaar

In de andere kleinhandelszaken dan die waarin de ganse zondag arbeid is toegelaten (zie 2.1 en 2.2.1), mogen de werknemers 's zondags tewerkgesteld worden van 8 uur 's morgens tot ’s middags 12 uur.

2.2.3.  Tewerkstelling op bepaalde zondagen van het jaar

6 koopzondagen worden voorzien in de volgende paritaire comités :

  • het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren met uitsluiting van de werknemers die zijn tewerkgesteld aan activiteiten van de groothandel in voedingswaren (PC 119.00.00);
  • het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel (PC 201.00.00);
  • het Paritair Comité voor de levensmiddelen met talrijke bijhuizen (PC 202.00.00);
  • het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken (PC 311.00.00);
  • het Paritair Comité voor de warenhuizen (PC 312.00.00).

De werknemers kunnen de ganse zondag worden tewerkgesteld op bepaalde zondagen, vrij gekozen door de werkgever, omwille van bijzondere en voorbijgaande omstandigheden of ter gelegenheid van een manifestatie of van een braderij :

  • drie zondagen per jaar vrij te kiezen door de werkgever;
  • drie bijkomende zondagen per jaar voor zover er een sectorale CAO is gesloten of zoniet een ondernemings-CAO of zoniet via de opstelling van een individueel schriftelijk akkoord. 

De sectorale CAO moet de arbeids- en loonvoorwaarden regelen voor de drie bijkomende zondagsprestaties. Anders moeten deze voorwaarden worden geregeld door een ondernemings-CAO met dien verstande dat een dergelijke CAO slechts kan worden gesloten in de ondernemingen met een ondernemingsraad of met een syndicale afvaardiging.

Bij gebrek aan een sectorale collectieve overeenkomst of aan een collectieve bedrijfsovereenkomst  waarbij het wordt toegelaten om drie bijkomende zondagen per jaar te werken, moet er met elke betreffende werknemer een individueel schriftelijk akkoord worden opgemaakt (hetgeen bijvoorbeeld kan in de vorm  van een aanhangsel aan de arbeidsovereenkomst). Dit geschrift moet het loon voor die drie zondagprestaties op minstens  200 % van het basisloon vaststellen. Een dergelijk individueel akkoord kan evenwel slechts worden opgesteld in de ondernemingen die een ondernemingsraad  of een syndicale afvaardiging hebben.

In de sectoren die geen sectorale collectieve overeenkomst sluiten die hen toelaat op zes zondagen per jaar te werken, mogen de ondernemingen die geen ondernemingsraad noch een syndicale afvaardiging hebben, dus hun personeel slechts 3 zondagen per jaar laten werken.

Opgelet : CAO 13/11/2007 in het PC 201 en het PSC 202.01 :

  • Onderneming met ondernemingsraad en syndicale afvaardiging: voor de 3 bijkomende zondagen geen loontoeslag indien een ondernemingsCAO de loon en arbeidsvoorwaarden regelt voor deze prestaties. Indien geen ondernemingsCAO wordt een loontoeslag van 100% bovenop het normale loon betaald worden;
  • Onderneming zonder ondernemingsraad en syndicale afvaardiging: voor de 3 bijkomende zondagen wordt een loontoeslag van 50% bovenop het normale loon voorzien.

Deze werknemers kunnen enkel op zondag worden tewerkgesteld voorzover:

  • vrijwilligers zijn;
  • zij gewoonlijk worden tewerkgesteld in die winkel;
  • zij ingeschreven zijn in het personeelsregister van de onderneming die haar activiteit in de winkel uitvoert.

De werkgever die gebruik wenst te maken van de bovengenoemde afwijking brengt tenminste 24 uur vooraf de inspecteur-districthoofd van de Inspectie van de Sociale Wetten, bevoegd voor de plaats waar de winkel gelegen is en de vakbondsafvaardiging op de hoogte.

2.2.4.  Kleinhandelszaken die hoofdzakelijk meubelen of tuinartikelen verkopen

De tewerkstelling van werknemers wordt maximum 40 ganse zondagen per jaar toegelaten in :

  • de winkels met als hoofdactiviteit de verkoop van meubelen bestemd voor privé-gebruik en waarvan bovendien in de ruimte voor het publiek toegankelijk over de hele oppervlakte uitsluitend meubelen vertoond worden, met uitzondering van de hierna opgesomde aanverwante producten;

Onder meubelen wordt verstaan, ongeacht de aangewende grondstof, elk meubelvoorwerp dat deel uitmaakt van een gebouw zijnde : zetels, huiskamer-, kinderkamer-, slaapkamer- (slaapcomfort inbegrepen), tuin-, bureel-, badkamer-, radio- en televisiemeubelen.

Onder aanverwante producten wordt verstaan deze welke bestemd zijn voor de aankleding en de presentatie van de meubelen, zijnde gordijnen, draperieën, tapijten, textiel, behang, siervoorwerpen, verlichting en elektrische toestellen. In het geval dat de meubelwinkels zoals bedoeld in dit artikel, aanverwante producten vertonen en ook verkopen in een afzonderlijke ruimte mag de totaliteit van de afzonderlijke ruimten maximum 10 % van de hele oppervlakte bedragen.

  • de winkels met als hoofdactiviteit de detailhandel van tuinartikelen, d.w.z. planten, tuinmeubelen en voorwerpen met het oog op de verfraaiing van de tuin van privé-personen.

De werknemers mogen op zondag worden tewerkgesteld voor zover:

  • zij vrijwilligers zijn ;
  • zij gewoonlijk worden tewerkgesteld in de winkel die overeenkomstig de wet van 22 juni 1960 tot invoering van een wekelijkse rustdag in handel en ambacht open mag zijn en die desgevallend de bepalingen betreffende de wekelijkse rustdag naleven ;
  • zij ingeschreven zijn in het personeelsregister van de onderneming die haar activiteit in de winkel uitvoert.

Procedure

De werkgever die werknemers op zondag tewerkstelt moet dit jaarlijks voorafgaandelijk in de maand december melden per aangetekend schrijven aan de inspecteur-districtshoofd van de Inspectie van de sociale wetten van de plaats waar de winkel gelegen is. Daarvoor moet hij een attest invullen waarvan het model is vastgelegd door een ministerieel besluit. Dit attest vermeldt : 1. Naam, voornaam en adres van de werkgever, 2. Naam en adres van de winkel, 3. Opgave van de data tijdens dewelke de werknemers zullen tewerkgesteld worden in de winkel

2.2.5.  Badplaatsen, luchtkuuroorden en toeristische centra (artikel 14 § 2 van de Arbeidswet)

Zie de bepalingen in verband met zondagsarbeid in onze brochure arbeidsreglementering.

C. Jeugdige werknemers en leerlingen stagiairs

1. De jeugdige werknemers zijn minderjarige werknemers die tussen 15 jaar en 18 jaar oud zijn en die niet meer onderworpen zijn aan de voltijdse leerplicht.

Gedurende de kerst- en nieuwjaarsvakantie en gedurende de paasvakantie in het door de Staat ingericht, gesubsidieerd of erkend onderwijs, envenals gedurende de perioden begrepen tussen Pinksterzondag en 30 september mogen jeugdige werknemers op zon- en feestdagen te werk gesteld worden in de volgende ondernemingen uitgebaat in badplaatsen, luchtkuuroorden en toeristische centra:

  • kleinhandelszaken;
  • kapperszaken;
  • ondernemingen van openbare vertoningen en vermakelijkheden;
  • ondernemingen voor het verhuren van boeken, stoelen en vervoermiddelen.

De werkgever die van de mogelijkheid om jeugdige werknemers op zon- of feestdagen tewerk te stellen gebruik wenst te maken moet daarvan ten minste vijf dagen vooraf schriftelijk kennis geven aan de inspecteur-districthoofd van de Inspectie van de sociale wetten in wiens ambtsgebied de onderneming is gelegen.

2. Aan de ondernemingen die ressorteren onder de volgende Paritair Comités wordt de toelating verleend om sommige leerlingen-stagiairs op sommige zondagen tewerk te stellen in het kader van de stage die voorzien wordt in het leerprogramma van de studierichting die zij volgen:

  • het paritair comité voor het vervoer (PC 140);
  • het paritair comité voor de zelfstandige kleinhandel (PC 201);

De leerling-stagiair (leerlingen vanaf 15 jaar, die deeltijds nederlandstalig secundair onderwijs volgen voorzover het een leerling betreft van het 3de leerjaar van de derde graad van het technisch onderwijs, studierichting verkoop en distributie of van het 3de leerjaar van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs, studierichting verkoop en vertegenwoordiging) mag tijdens de stage die voorzien wordt in het leerprogamma gedurende 3 zondagen per schooljaar arbeid verrichten onder de vastgelegde beperkingen en voorwaarden.

  • het paritair comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren (PC 202);

De leerling-stagiair (leerlingen vanaf 15 jaar, die deeltijds nederlandstalig secundair onderwijs volgen voorzover het een leerling betreft van het 3de leerjaar van de derde graad van het technisch onderwijs, studierichting verkoop en distributie of van het 3de leerjaar van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs, studierichting verkoop en vertegenwoordiging) mag tijdens de stage die voorzien wordt in het leerprogamma gedurende 3 zondagen per schooljaar arbeid verrichten onder de vastgelegde beperkingen en voorwaarden.

  • het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden (PC 218);
  • het paritair comité voor de koopvaardij (PC 316).

Die jongeren mogen in geen geval meer dan één zondag op twee arbeid verrichten, behalve met voorafgaande toelating van de Sociale Inspectie. Ingevolge hun tewerkstelling op zondag, hebben ze recht op een wekelijkse onbetaalde inhaalrust van minimum 36 opeenvolgende uren.

D. Inhaalrust (artikel 16 van de Arbeidswet)

De werknemers die zondagsarbeid verrichten in het kader van een van de door de wetgever voorziene afwijkingen hebben recht op inhaalrust in de loop van de zes dagen die op de bewuste zondag volgen. De inhaalrust is onbezoldigd. De inhaalrust moet niet noodzakelijk samenvallen met een gewone arbeidsdag. Hij mag samenvallen met een gewoonlijke dag van inactiviteit anders dan de zondag (zaterdag bijvoorbeeld) maar hij mag niet samenvallen met de inhaalrust toegekend aan de werknemer ingevolge een tewerkstelling op een feestdag (artikel 11 van de Wet betreffende de betaalde feestdagen).

De rusttijd wordt als volgt vastgesteld:

  • een volle dag indien de zondagsarbeid langer dan 4 uur heeft geduurd;
  • tenminste een halve dag indien de zondagsrust niet langer dan 4 uur heeft geduurd. In dit geval moet de inhaalrust worden verleend voor of na 13 uur en op die dag mag niet langer dan 5 uur arbeid worden verricht.

Indien de prestaties op zondag de weekgrens overschrijden moet de inhaalrust voor overuren in principe verleend worden binnen het trimester (of maximum binnen het jaar) . Een overurentoeslag van 100% moet betaald worden voor de overurenprestaties op zondag.

E. De wekelijkse rustdag en de rusttijd tussen 2 prestaties

De zondagsrust en de rusttijd van 11 uur moeten worden samengevoegd zodat een werknemer een wekelijkse rustperiode van 35 uur heeft. Indien de werknemer wordt tewerkgeteld op zondag dan wordt de rust van 11 uur gevoegd bij de dag inhaalrust. Men wil hiermee vermijden dat werknemers 7 dagen op 7 worden tewerkgesteld.

Er is geen verplichting om een rust van 35 opeenvolgende uren per week te voorzien in geval van overmacht, opgesplitste werkperiodes, opeenvolgende ploegen en gevallen voorzien bij een bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde CAO.


Historiek
10/11/2018 31/12/2999 070501 Zondagsarbeid en arbeid op feestdagen
01/10/2007 09/11/2018 070501 0801 Tewerkstelling op zondag
15/12/1987 12/11/2008 070501 0801 Tewerkstelling op zondag
15/12/1987 30/09/2007 070501 0801 Tewerkstelling op zondag