480201 Vorming van de bedienden en de risicogroepen in de scheikundige nijverheid

Paritair (sub-)Comité nr.:
207.00.00-00.00

Bijwerking: 13/10/2011
Geldig vanaf: 01/01/2011
Geldig tot: 31/12/2012

In het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid werd op 21 mei 1991 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot oprichting van een "Fonds voor de bevordering van de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven  van risicogroepen en bedienden in de scheikundige nijverheid”. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 12 mei 1992 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 08/07/1992. 

Zij werd herhaaldelijk gewijzigd, de laatste keer door een collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011.

Wij geven U hierna de tekst van de CAO gevolgd door enige commentaar.

Tekst CAO van 21 mei 1991

Artikel 1

Deze CAO is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en op alle werknemers gebonden met hun werkgever door een arbeidsovereenkomst van bediende.

Artikel 2

Overeenkomstig Titel XIII, hoofdstuk VIII, afdelingen 1 en 2 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen, (BS 28.12.2006) en in toepassing van de wet van 7 januari 1958 op de fondsen voor bestaanszekerheid, sluit het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid een CAO houdende verlening van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds voor de bevordering van de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven van de risicogroepen en bedienden in de scheikundige nijverheid" hierna genoemd "Fonds voor de beroepsvorming van de bedienden in de scheikundige nijverheid" en waarvan de statuten hierna worden vastgelegd.

Artikel 3

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de duur van twee jaar, te weten van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012.

STATUTEN

Hoofdstuk 1 -Benaming en zetel

Artikel 5

Met ingang van 1 januari 1991 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, "Fonds voor de beroepsvorming van de bedienden in de scheikundige nijverheid" genaamd, hierna het Fonds genoemd, waarvan de zetel is gevestigd te 1030
Brussel, A. Reyerslaan 80 (CAO van 4 december 2007).

Hoofdstuk 2 - Doel

Artikel 6

Het doel van het "Fonds voor vorming in de scheikundige nijverheid" bestaat erin om opleidings- en tewerkstellingsinitiatieven te bevorderen ten voordele van de risicogroepen. Onder "risicogroepen " dient men te verstaan : de werklieden van de bedrijfstak waarvan de kwalificatie niet aangepast is of dreigt te zijn aan de vereisten van nieuwe technologieën, de jongeren en de werkzoekenden. (CAO 20 juni 1995)

Artikel 7

De taken van het Fonds zijn de volgende:

-        enerzijds kan het fonds de aanwerving van personen komende uit risicogroepen rechtstreeks aanmoedigen door de bedrijven die tot deze aanwervingen overgaan, te steunen,

-        anderzijds kan het de tewerkstelling van personen uit risicogroepen onrechtstreeks bevorderen, met name door hen vormingsprogramma’s te organiseren. Deze taken worden verduidelijkt in de artikelen 8 en 9.  

Artikel 8

Gedurende een beperkte periode kan het fonds financiële steun verlenen aan bedrijven die overgaan tot de aanwerving van werkzoekenden.

Gedurende deze periode kan het Fonds aanmoedigingsmaatregelen bepalen voor de vormingsinspanningen, ondernomen door de betrokken personen.

Bovendien zal het Fonds voor Vorming, naast de reeds bestaande maatregelen, voor de duur van deze CAO, bijkomende stimulerende en begeleidende maatregelen uitwerken ter ondersteuning van:

1°    opleidingen in het kader van collectief ontslag om de tewerkstellingskansen te bevorderen;

2°    opleidingen georganiseerd door ondernemingen die een opleidingsbeleid voeren en daartoe een specifiek opleidingsplan opstellen.

Het Beheerscomité van het Fonds zal de specifieke criteria en modaliteiten hiervan bepalen.

Tijdens het eerste jaar tewerkstelling van een bediende in de scheikundige nijverheid wordt een recht op één dag opleiding m. b. t. algemene introductieveiligheid preventieergonomie ingevoerd. Die dag kan, in onderling overleg en voor zover dit de arbeidsorganisatie niet verstoort, eventueel opgesplitst worden in uren. Er wordt, in het kader van de werkzaamheden van het Fonds voor vorming, bijzondere aandacht geschonken aan opleiding inzake algemene introductie preventie, veiligheid en ergonomie, inzonderheid voor de nieuw aangeworven bedienden. 

De sociale partners voor de bedienden van de scheikundige nijverheid bevestigen dat ze met het invoeren van deze maatregelen gunstig gevolg geven aan de oproep uit het Interprofessioneel Akkoord2007-2008 om de vormingsinspanningen te verhogen.

Artikel 9

De bevordering van het industrieel leerlingwezen is een van de prioriteiten van het Fonds. Niet alleen kan het Fonds financiële steun verlenen aan bedrijven die zo’n project opzetten, maar zijn rol bestaat er ook in om eventuele initiatieven genomen door groepen van bedrijven,  te bevorderen en te coördineren.

Het Fonds heeft als opdracht om zowel financieel als op het vlak van coördinatie vormingsprogramma’s te ondersteunen die ingericht worden door een organisme of door een bedrijf, indien deze laatste vorming ook toegankelijk is voor anderen dan de eigen werknemers van de onderneming.

De bedrijven in herstructurering of waarvan de werknemers het risico lopen ontslagen te worden omwille van het feit dat hun kwalificatie niet meer beantwoordt aan de vereisten van de nieuwe technologieën, kunnen zich tot het Fonds wenden opdit dat laatste bijdraagt tot hun omscholing door vormings- en herplaatsingsinitiatieven te nemen.

Het Fonds kan akties ondernemen gericht op het onderwijs; deze kunnen bestaan uit:

-        steun aan bedrijven die stages voor leerkrachten organiseren,

-        de financiering van een publiciteitscampagne,

-        de financiering van pedagogisch materiaal in de scholen.

Het Fonds kan een diepgaand onderzoek instellen naar de tegenwoordige en toekomstige behoeften van de scheikundige sector op het vlak van de kwalificaties. Het Fonds  behoudt zich eveneens het recht voor om samen te werken met de al of niet openbare organismen voor vorming.

Het fonds kan eveneens eigen vormingsinitiatieven opzetten ten behoeve van de groepen vermeld onder artikel 6.

De bovenvermelde opsomming van initiatieven is niet uitputtend. 

Hoofdstuk 3 - Financiering

Artikel 10

Het fonds beschikt over de bijdragen gestort door de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en de opbrengst van de interesten van de kapitalen.

Artikel 11

De werkgeversbijdrage die aan het fonds gestort wordt, bedraagt 0,20% van de bruto weddemassa van de werknemers onder arbeidsovereenkomst voor bedienden voor de periode die zich van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012 strekt, overeenkomstig Titel XIII, hoofdstuk VIII, afdelingen 1 en 2 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen, (BS 28.12.2006) en het KB van 19 maart 2007 ter activering van de inspanning ten voordele van personen die tot de risicogroepen behoren en van de inspanningen ten bate van de actieve begeleiding en opvolging van werklozen voor de periode 2007 - 2008 (BS 28.03.2007).

Van de hierboven vermelde totaal gestorte middelen zal een bedrag gelijk aan de bijdrage van 0,05% op de brutolonen van de bedienden integraal gebruikt worden voor collectieve opleidingsprojecten.

Een deel van de middelen zal gedurende de periode van deze CAO in het bijzonder worden aangewend om volgende 3 projecten vorm te geven en verder uit te werken:1. Een betere integratie in de sector van personen met een handicap
2. Internationale solidariteit
3. Verbetering van de instroom van jongeren en promotie van de sector bij de jongeren

De concrete modaliteiten en middelen voor deze 3 projecten zullen worden bepaald door het Beheerscomité van het Fonds voor Vorming.

De sociale partners van de scheikundige nijverheid zullen gedurende de periode van de CAO binnen het Fonds Vorming eveneens de nodige initiatieven nemen ten einde de participatiegraad jaarlijks te verhogen met 5%.

De bedrijven die gelijkaardige initiatieven hebben genomen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling van de risicogroepen, en deze hebben bekrachtigd in een CAO, neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, uiterlijk op 1 oktober 2011 voor het jaar 2011 en uiterlijk op 1 oktober 2012 voor het jaar 2012 zijn van deze bijdrage vrijgesteld.

Artikel 11bis

Voor de periode 2011 - 2012 worden de bijdragen vermeld in artikel 11, als volgt geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid:

- voor het eerste tot en met het vierde kwartaal 2011: nihil
voor het eerste tot en met het vierde kwartaal 2012: 0,40% per kwartaal

Artikel 12

De bijdrage wordt geïnd en ingevorderd door de RSZ bij toepassing van artikel 7 van de Wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.

Artikel 13

De administratiekosten van het fonds worden elk jaar vastgesteld door het beheerscomité voorzien in artikel 16. Deze kosten worden gedekt door de renten van de kapitalen voortkomende van de storting van de bijdrage bedoeld in artikel 11, en eventueel door een afhouding op deze bijdrage, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door het beheerscomité.

Artikel 14

Voor de dossiers voor de periode lopende van 1 januari 2008 ingediend bij het fonds volgens de door het beheerscomité vastgestelde regels kan een onderneming van het fonds nooit een bedrag verkrijgen dat hoger is dan het bedrag dat zij voor haar bedienden gestort heeft sedert 1 januari 2008 uit hoofde van een bijdrage van 0,15%.

Indien het gaat om een groep van ondernemingen die gezamenlijk handelen, mag het van het vormingsfonds te verkrijgen maximum bedrag nooit hoger zijn dan de som van de bijdragen die gestort werden sedert 1 januari 2008 uit hoofde van een bijdrage van 0,15%, behoudens uitzonderingen goedgekeurd door het beheerscomité van het "Vormingsfonds".

Als uitzondering op hetgeen bepaald is in de vier vorige alinea's, kan evenwel het beheerscomité van het vormingsfonds, voor de duur van deze CAO, beslissen of het een terugbetaling voorziet die het bedrag zoals bepaald in de vorige alinea's overschrijdt, maar die in dit geval geplafonneerd is tot 5.000 euro per jaar overeenkomstig door het beheerscomité van het vormingsfonds te bepalen regels.

 Als uitzondering op hetgeen bepaald is in de drie vorige alinea's, kan evenwel het beheerscomité van het vormingsfonds, voor de duur van deze CAO, overeenkomstig de door het beheerscomité te bepalen regels, beslissen dat het een financiële tussenkomst toekent aan de bedrijven die, zoals voorzien in artikel 11, gelijkaardige initiatieven hebben genomen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling van de risicogroepen, en deze hebben bekrachtigd in een cao van de onderneming of van een groep van ondernemingen, neergelegd op de griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Artikel 15

De projecten die op directe wijze worden gefinancierd door het beheerscomité van het fonds, mogen nooit bedragen ontvangen die hoger zijn dan het saldo van de middelen van het fonds na sluiting van het boekjaar en aanzuivering van de schuldvorderingen van de ondernemingen, die een project hebben ingediend dat door het beheerscomité is aanvaard.

Hoofdstuk 4 - Beheer

Artikel 16

Het fonds wordt beheerd door een beheerscomité, bestaande uit tien effectieve leden en eenzelfde aantal plaatsvervangende leden.

De helft van deze leden wordt aangeduid door de leden die de beroepsorganisatie van de werkgevers vertegenwoordigen in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid; de andere helft wordt aangeduid door de leden van het paritair Comité, die de werknemers vertegenwoordigen. De plaatsvervangende leden vervangen de afwezige effectieve leden met dezelfde bevoegdheden. Het mandaat van effectief of plaatsvervangend lid eindigt door ontslag, overlijden, wanneer het mandaat na 4 jaar een einde neemt, of wegens ontslag gegeven door de verantwoordelijke organisatie. Het nieuwe lid voltooit het mandaat van degene die hij vervangt.

De mandaten van effectief of plaatsvervangend lid zijn hernieuwbaar, onder dezelfde voorwaarden als die waaronder zij worden aangeduid.

Artikel 17

De voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid maakt deel uit van het beheerscomité naast de 10 leden voorzien in artikel 16.

Artikel 18

De duur van het mandaat van voorzitter en van ondervoorzitter bedraagt twee jaar. Het voorzitterschap wordt beurtelings waargenomen door een persoon, aangewezen door de Federatie der Chemische Nijverheid tussen de leden van het beheerscomité, en door een persoon, aangewezen door de vertegenwoordigers van de werknemers tussen de leden van het beheerscomité. Voor het ondervoorzitterschap geldt dezelfde regeling. Voorzitter en ondervoorzitter mogen geen deel uitmaken van dezelfde delegatie.

Artikel 19

Het beheerscomité stelt de regels voor de werking van het fonds op met de bedoeling de opdrachten van het fonds, zoals deze in de artikelen 7, 8 en 9 opgesomd zijn, te vervullen.

Deze regels worden goedgekeurd door het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.

Artikel 20

De beheerders van het fonds gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan in verband met de verbintenissen van het fonds. Hun verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitvoering van het beheersmandaat dat zij hebben ontvangen.

Artikel 21

Het beheerscomité beschikt over de meest uitgebreide rechten voor het beheer en de administratie van het fonds, zonder nochtans te schaden aan de wettelijke bepalingen of aan deze welke door de huidige statuten worden voorbehouden aan het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.

Artikel 22

Het beheerscomité vergadert minstens tweemaal per jaar, hetzij op uitnodiging van de voorzitter ambtshalve handelend, hetzij op vraag van ten minste de helft van de leden van het beheerscomité of op vraag van een van de vertegenwoordigde organisaties.

Artikel 23

Het beheerscomité kan slechts geldig beslissen in aanwezigheid van minstens de helft van de leden behorende tot de werknemersafvaardiging en minstens de helft van de leden behorende tot de werkgeversafvaardiging.

Artikel 24

Wanneer moet worden overgegaan tot een stemming, moet een gelijk aantal leden van elke afvaardiging deelnemen aan de stemming. De beslissingen worden met meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen genomen.

Alleen de effectieve of plaatsvervangende leden zijn stemgerechtigd.

Artikel 25

Het beheerscomité zal een huishoudelijk reglement opstellen, dat de modaliteiten van zijn werking nader zal omschrijven.

Artikel 26

Het beheerscomité van het fonds stelt een projectcommissie samen. De opdracht van deze commissie bestaat in het geven van een technisch en kwalitatief advies over de dossiers voor aanvragen die bij het fonds ingediend zijn. Het beheerscomité bepaalt de samenstelling en de werkingsregels van deze commissie.

Hoofdstuk 5 - Controle

Artikel 27

Overeenkomstig artikel 12 van de Wet van 7 januari 1958 op de fondsen voor bestaanszekerheid, gewijzigd door de Wet van 18 december 1968, zal het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid een expertboekhouder aanduiden om het beheer van het fonds te controleren. Deze moet minstens eenmaal per jaar verslag uitbrengen bij het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid. Bovendien zal hij het beheerscomité regelmatig inlichten over de resultaten van zijn onderzoek en de aanbevelingen doen die hij nodig acht.

Hoofdstuk 6 - Balans en rekeningen

Artikel 28

Het sociaal dienstjaar loopt van 1 januari tot 31 december.

De rekeningen van het verlopen jaar worden op 31 december van elk jaar afgesloten. Het beheerscomité, evenals de door het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid krachtens artikel 27 aangeduide expertboekhouder, overhandigen elk aan het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid een schriftelijk verslag betreffende de uitvoering van hun opdracht tijdens het verlopen jaar.

De balans, evenals voornoemde jaarlijkse verslagen, moeten uiterlijk in de loop van het tweede kwartaal van het burgerlijk jaar ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid worden voorgelegd.

Hoofdstuk 7 - Ontbinding en vereffening

Artikel 29

In geval van ontbinding beslist het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid over de bestemming van de goederen en waarden van het fonds na betaling van het passief, en geeft aan deze goederen en waarden een bestemming die in overeenstemming is met het doel waartoe het fonds werd opgericht.

Het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid duidt de vereffenaars aan onder de effectieve leden van het beheerscomité.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
01/07/2011
Registratienr
105185
Geldig van
01/01/2011
Geldig tot
31/12/2012
Neerleggingsdatum
06/07/2011
Registratiedatum
09/08/2011
Onderwerp
vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het fonds voor vorming
BS Bericht van neerlegging
19/08/2011
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
05/12/2012
Gepubliceerd in het B.St. van
28/02/2013
Keywords
RISICOGROEPEN

Datum CAO
01/07/2011
Registratienr
105186
Geldig van
01/01/2011
Geldig tot
31/12/2012
Neerleggingsdatum
06/07/2011
Registratiedatum
09/08/2011
Onderwerp
Fonds tot bevordering van de vormings- en tewerkstellingsinitiatievenvan risicogroepen
BS Bericht van neerlegging
19/08/2011
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
05/12/2012
Gepubliceerd in het B.St. van
18/01/2013
Keywords
OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), RISICOGROEPEN, FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Historiek
01/01/2011 31/12/2012 480201 Vorming van de bedienden en de risicogroepen in de scheikundige nijverheid
01/01/2009 31/12/2010 480201 Vorming van de bedienden en de risicogroepen in de scheikundige nijverheid
01/01/2007 31/12/2008 480201 Vorming van de bedienden en de risicogroepen in de scheikundige nijverheid
01/01/2003 31/12/2004 480201 Vorming van de bedienden en de risicogroepen in de scheikundige nijverheid
01/01/2001 31/12/2002 480201 Vorming van de bedienden en de risicogroepen in de scheikundige nijverheid