In het Nationaal Paritair Comité voor de sport werd op 28 april 2020 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loon-en en arbeidsvoorwaarden van de betaalde voetbaltrainer (nr. 158566/CO/223).

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de loonvoorwaarden.

Voor de evolutie van de minimumbezoldigingen verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

1. Loon

Het loon van de betaalde voetbaltrainer bestaat uit de volgende elementen:

• Het vast bruto maandsalaris;
• De wedstrijdpremies;
• Andere contractuele vergoedingen;
• De contractuele voordelen in natura, onder meer het beschikken over een woning, een voertuig of andere voordelen in natura.

Maandelijks dient 1/12 van het vastgelegde minimumloon te worden betaald, rekening houdend met erbovenop een gewaarborgd bedrag van:

• 1000 euro waarborgen gedurende het seizoen 2020-2021;
• 1000 euro waarborgen gedurende het seizoen 2021-2022.

Het loon moet contractueel voldoende bepaalbaar zijn (vaste wedde, voordelen in natura, premies, ...) zodat reeds uit het contract blijkt of het minimumloon gerespecteerd werd.

Het effectieve loon moet minstens gelijk zijn aan het theoretisch minimum bedrag zoals dit vastgelegd wordt door het nationaal paritair comité voor de sport op grond van de wet van 24 februari 1978.

De betaalde voetbaltrainer dient elke maand van het contract dat minimaal loopt tot het einde van het seizoen, verloond worden.

2. Algemene bepalingen

Niettegenstaande elke uitdrukkelijke bepaling van de overeenkomst, wordt de tussen een club-werkgever en een voetbaltrainer gesloten overeenkomst als voetbaltrainer, aanzien als een arbeidsovereenkomst voor bedienden en geregeld door de bepalingen van desbetreffende wetgeving, zijnde de wet van 24 februari 1978 en 3 juli 1978.

Commentaar : Voor meer informatie daaromtrent, zie onze interprofessionele documentatie - Klassement - Arbeidsovereenkomst - begin en uitvoering - arbeidsovereenkomst betaalde sportbeoefenaar.

3. Sociale zekerheid

Inzake de toepassing van de sociale zekerheid worden de voetbaltrainers volledig gedekt door het KB van 28 november 1969. De uitzonderingregeling van artikel 6 en 6bis van het KB inzake de betaalde sportbeoefenaars is derhalve niet van toepassing.

Commentaar : Terwijl voor de betaalde sportbeoefenaars de RSZ-bijdragen berekend worden op basis van een forfaitair bedrag, worden de RSZ-bijdragen verschuldigd op het loon van een betaalde voetbaltrainer berekend op basis van het werkelijke loon. Voor meer informatie daaromtrent, zie onze interprofessionele documentatie - Klassement - Sociale zekerheid - de sportbeoefenaar en de sociale zekerheid.

4. Minimum aantal betaalde trainers

Elke club moet verplicht een minimum aantal betaalde voetbaltrainers onder contract hebben,

afhankelijk van de afdeling waarin de club uitkomt (inclusief jeugdopleiding) :

Nationale afdeling 1A :

• 3 betaalde voetbaltrainers met minimum het voltijdse loon voor betaalde sportbeoefenaar
• 3 betaalde voetbaltrainers met minimum het deeltijds loon voor betaalde sportbeoefenaar

Nationale afdeling 1B :

• 2 betaalde voetbaltrainers met minimum het voltijds loon voor betaalde sportbeoefenaar
• 2 betaalde voetbaltrainers met minimum het deeltijds loon voor betaalde sportbeoefenaar

5. Proefbeding

De partijen komen overeen om geen proefbeding op te nemen in de contracten omdat dit in de sportsector niet wenselijk wordt geacht.

Sanctie: in geval er toch een proefbeding wordt opgenomen en de overeenkomst voortijdig door de club wordt beëindigd tijdens de looptijd van de proefperiode, is niet de verkorte maar de normale verbrekingsvergoeding van toepassing.