030302 Procedures met betrekking tot de invoering van de sectorale functieclassificatie IFIC - Federale sectoren

Paritair (sub-)Comité nr.:
330.01.10-00.00

Bijwerking: 04/03/2019
Geldig vanaf: 20/12/2018

Uitzondering (de CAO is  dus niet van toepassing op) :

  • Leidinggevend personeel (personen belast met het dagelijks bestuur en personeelsleden onmiddellijk ondergeschikt die eveneens opdrachten van dagelijks bestuur vervullen),
  • Artsen (behalve artsen in de wijkgezondheidscentra);
  • Werknemers die in dienst treden vanaf 1/05/2018;
  • Werknemers met een besluit tot einde van de arbeidsovereenkomst vóór 30 april 2018 op voorwaarde dat ze op 1/07/2018 niet meer in dienst zijn.

1. Te volgen procedures voor de Instellingen met een Ondernemingsraad (OR), een Comité voor Preventie en Bescherming op het werk (CPBW) of een vakbondsafvaardiging (VA)

A.            Aanduiding tegen 15/01/2018 van een procesverantwoordelijke (faciliteert de uitvoering van de cao), de leden van de begeleidingscommissie (ondersteuning van de werkgever en de procesverantwoordelijke bij de toewijzing van de functies) en de leden van de interne beroepscommissie (bespreekt het beroep van de werknemer tegen de toegekende sectorale refertefunctie).

Voor de samenstelling, de communicatie tussen deze 3 organen, de volledige opdrachten verwijzen we u naar de artikelen 3 tot 7 van de cao.

B.            In acht te nemen stappen en deadlines

Er moeten verschillende stappen in acht worden genomen: zie bijlage 5 van de cao.  OR, CPBW of VA kunnen de deadlines voor de stappen die zich situeren vóór 30/04/2018 aanpassen.

De scharnierdatum is Datum E, namelijk 30/04/2018

Datum E – 3 maanden, namelijk uiterlijk 29/01/2018: globale communicatie aan de werknemers. Bekendmaking op een goed zichtbare en voor de werknemers toegankelijke plaats.  Via IFIC wordt een model ter beschikking gesteld.

Datum E – 2 maanden, namelijk 1/03/2018: voorbereiding van de werkzaamheden van de begeleidingscommissie door de procesverantwoordelijke (opstelling van personeelslijst, organigram, functiebeschrijvingen).

Datum E – 1,5 maand, namelijk 15/03/2018: de werkgever maakt  de personeelslijst met het voorstel tot toewijzing van de functie over aan de begeleidingscommissie.

Datum E – 1 week, namelijk 23/04/2018: beslissing van de werkgever, na overleg in de begeleidingscommissie, over de definitieve toewijzing wordt ter informatie aan de begeleidingscommissie voorgesteld.

Datum E, namelijk 30/04/2018: schriftelijke mededeling van de toegewezen functie aan de werknemer.

2. Te volgen procedures voor de Instellingen zonder syndicaal overlegorgaan

De werkgever moet de nodige informatie per mail overmaken aan de regionale bestendige secretarissen van de 3 syndicale organisaties, vertegenwoordigd in het PC 330 (zie art. 11§7).

In geval van reactie van één van de syndicale organisaties vóór E-1 week moet de werkgever deze reactie beantwoorden vóór datum E en aangeven of hij de toewijzing behoudt of wijzigt.

Dezelfde procedures als voor instellingen met OR, CPBW of VA zijn van toepassing als er geen specifieke bepalingen voorzien zijn.

Wijkgezondheidscentra zonder intern of intercentra syndicaal overlegorgaan installeren regionale begeleidingscommissies. Installatie uiterlijk op E- 3,5 maanden, namelijk 15/01/2018.

3. Te volgen procedures voor de Instellingen met een intercentra overlegorgaan

De werkgever wijst een procesverantwoordelijke aan en er wordt een centrale begeleidingscommissie samen gesteld op het niveau van het intercentra overlegorgaan. Het implementatieproces verloopt volgens de stappen en bijzonderheden van bijlage 5 van de cao.

4. Het beroep, de betwisting van de toewijzing

De werknemer die niet akkoord gaat, kan hiertegen individueel beroep aantekenen. Het beroep mag enkel de toewijzing betwisten op basis van de inhoud van de door de werknemer uitgeoefende functie en de beschreven sectorale referentiefuncties.

Intern (art. 16) en extern (art. 17) beroep zijn mogelijk.

In het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten werd op 11 december 2017 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de procedures met betrekking tot de invoering van een nieuwe sectorale functieclassificatie.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 17 augustus 2018 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 september 2018.

Zij werd gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2018, neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 31 januari 2019 onder het nr. 150349/CO/330; het bericht van nerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 12 februari 2019.  Artikel 17 §8 en bijlage 5 werden aangepast (aanpassing vanaf 20 december 2018).  Deze CAO vervangt de CAO van 12 november 2018, geregistreerd onder het nr. 149442/CO/330.

Wij geven u hierna de integrale tekst van de CAO van 11 december 2017.

De ondertekenende partijen erkennen dat de aanpassing van de lonen op basis van deze nieuwe sectorale functieclassificatie slechts mogelijk is ten belope van de effectieve tenlasteneming van de kost ervan, door financiële middelen die de bevoegde voogdijoverheden recurrent garanderen ten behoeve van de aanpassing van de lonen op basis van deze sectorale functieclassificatie.  De ondertekenende partijen engageren zich om binnen dit gegarandeerd budgettair kader te opereren.

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van:

  • de inrichtingen die aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn met uitzondering van de categorale ziekenhuizen (dit is elk ziekenhuis dat uitsluitend beschikt over een G-dienst (revalidatie van geriatrische patiënten) en/of een Sp-dienst (gespecialiseerde dienst voor behandeling en revalidatie) als vermeld in artikel 5, §1, I, eerste lid, 3° en 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen), de psychiatrische verzorgingstehuizen en de initiatieven van beschut wonen;
  • de forensisch psychiatrische centra;
  • de revalidatiecentra meer bepaald, de instellingen waarmee het verzekeringscomité van het Riziv op voorstel van het college van geneesheren directeurs, in uitvoering van artikel 22, 6° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, een overeenkomst heeft gesloten en die niet vallen onder de toepassing van artikel 5, §1, I, 5° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen;
  • de diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België;
  • de thuisverpleging;
  • de medich-pediatrische centra;
  • de wijkgezondheidscentra.

§2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op leidinggevend personeel zoals bedoeld in art. 4, 4° van de wet van 4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen, noch op de artsen, met uitzondering van de artsen in de wijkgezondheidscentra.

Commentaar: onder leidinggevend personeel wordt verstaan de personen belast met het dagelijks bestuur en personeelsleden onmiddellijk ondergeschikt die eveneens opdrachten van dagelijks bestuur vervullen.

§3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op medewerkers die in dienst treden vanaf 01/05/2018.  Werknemers, die in dienst treden na 30/04/2018, krijgen onmiddellijk een sectorale referentiefunctie toegewezen zoals opgenomen in bijlage 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28/09/2016 'tot het bepalen van sectorale referentiefuncties en een sectorale functieclassificatie' en zijn uitgesloten van de procedures zoals beschreven in onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

Commentaar: wij verwijzen u ook naar onze sectorale documentatie Hfdst. 030102.

§4. Een besluit tot einde van de arbeidsovereenkomst voorafgaand aan 30 april 2018, verder datum E genoemd, sluit de werknemer uit van het toepassingebied van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, op voorwaarde dat deze niet meer in dienst zal zijn op 01/07/2018.

HOOFDSTUK II - Doel

Artikel 2

§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt de procedures die moeten gevolgd worden om de sectorale referentiefuncties, zoals beschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2016 'tot het bepalen van sectorale referentiefucnties en een sectorale functieclassificatie', toe te wijzen aan de werknemers tewerkgesteld in de instellingen die vallen onder het toepassingsgebied van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, evenals de te ondernemen stappen in de instellingen met het oog op de implementatie van deze nieuwe functieclassificatie.

Commentaar: wij verwijzen u ook naar onze sectorale documentatie Hfdst. 030102 en 030202.

§2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan het hoofdstuk I: "IFIC", zoals beschreven in het sociaal akkoord van 25 oktober 2017, afgesloten tussen de sociale partners enerzijds, en de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Maggie De Block, en de Vicepremier en Minister van Werk, Economie en Consumentenzaken, Kris Peeters, anderzijds.

HOOFDSTUK III - Procedures voor instellingen met een inter paritair overlegorgaan

Artikel 3

Onder intern paritair overlegorgaan wordt verstaan de Ondernemingsraad (OR), het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) of de Syndicale Delegatie (SD).

Artikel 4

§1. De werkgever is verantwoordelijk voor de toewijzing van de sectorale referentiefuncties aan alle werknemers gevat door het toepassingsgebied van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

§2. De werkgever waakt erover dat de procesverantwoordelijke, de leden van de begeleidingscommissie en de leden van de interne beroepscommissie een opleiding volgen tijdens één van de opleidingssessies georganiseerd door de vzw IFIC.

Deze vorming moet afgerond zijn:

  • uiterlijk tegen E-6 weken voor de materie inzake functieclassificatie;
  • uiterlijk tegen datum E voor het gebruik van het instrument zoals bedoeld in artikel 11 §2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2017 "betreffende de invoering van een nieuw loonmodel voor de federale gezondheidsdiensten", voor de personeelsdiensten en de werknemersafgevaardigden.

Commentaar: een tool zal door de vzw IF-IC ter beschikking worden gesteld.

§3. De werkgever waakt erover dat de begeleidingscommissie en de interne beroepscommissie kunnen bijeenkomen.  Hij waakt ervoor dat de commissies over de nodige faciliteiten beschikken om hun opdracht naar behoren te vervullen.

§4. In de begeleidingscommissie rapporteert en overlegt de werkgever over de stand van zaken en geplande werkzaamheden in uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 5 - Procesverantwoordelijke

§1. De procesverantwoordelijke faciliteert de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst.  De procesverantwoordelijke werkt onder de eindverantwoordelijkheid van de werkgever.  De procesverantwoordelijke neemt het secretariaat waar van de begeleidingscommissie en van de interne beroepscommissie.  Hij maakt de uitnodigingen op en verstuurt ze.  Hij maakt eveneens de verslagen van de bijeenkomsten op.  Hij participeert in alle vrijheid aan de beraadslagingen doch zonder zeggenschap bij het nemen van beslissingen.  De procesverantwoordelijke heeft louter een adviserende en sturende rol.

§2. De procesverantwoordelijke wordt door de werkgever aangesteld, uiterlijk op E-3,5 maanden.  De werkgever kan te allen tijde de procesverantwoordelijke wijzigen, mits hij de beslissing onverwijld overmaakt en motiveert aan de begeleidingscommissie.  Bij een wijziging van de procesverantwoordelijke dient de werkgever zo snel mogelijk diens vorming, zoals bedoeld in het voorgaande artikel, te organiseren.

Artikel 6 - Begeleidingscommissie

§1. De begeleidingscommissie heeft als opdracht: de ondersteuning van de werkgever, alsook van de procesverantwoordelijke, bij de toewijzing van de functies.  Hiertoe kan de begeleidingscommissie de werkgever en procesverantwoordelijke adviseren en bijstaan daar waar de begeleidingscommissie die nodig acht.

De vergaderkalender wordt door de begeleidingscommissie vastgelegd. Buiten deze vergaderkalender kan de werkgever of de procesverantwoordelijke de begeledingscommissie bij hoogdringenheid bijeenroepen, in principe tijdens de normale werkuren van de administratieve diensten van de werkgever.

§2. De Ondernemingsraad (OR) of, bij ontstentenis, het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW), of bij ontstentenis, de Syndicale Delegatie (SD), stelt ten laatste op E-3,5 maanden een begeleidingscommissie samen.

§3. De begeleidingscommissie is paritair samengesteld en dient zodanig te worden samengesteld dat ze minstens één vertegenwoordiger bevat van elke werknemersorganisatie die vertegenwoordigd is in één van de lokale paritaire overlegorganen in de instelling en voor zover zij erkend is in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.  Het totaal aantal leden wordt bepaald door het lokaal paritair overlegorgaan, rekening houdend met de vereisten van efficiëntie en representativiteit.

Hier bovenop maakt de procesverantwoordelijke ook deel uit van de begeleidingscommissie, evenwel zonder stemrecht.

De werkgever duidt binnen de begeleidingscommissie een voorzitter aan in de werkgeversafvaardiging.

§4. Minstens de helft aan werknemerszijde en de helft aan werkgeverszijde zijn vereist opdat de begeleidingscommissie geldig kan bijeenkomen en beraadslagen.

§5. Indien noodzakelijk of bij problemen met de werking in de commissie en mits motivering, kunnen werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers in de begeleidingscommissie beroep doen op experten van de werknemers- of werkgeversorganisaties.  Deze kunnen op vraag van de leden van de begeleidingscommissie deelnemen aan de vergaderingen.  Zij hebben een adviserende rol.

Artikel 7 - Interne beroepscommissie

§1. De interne beroepscommissie heeft als taak het beroep van de werknemer tegen de toegewezen sectorale referentiefunctie(s), de vaststelling van een ontbrekende functie en/of categorie in het kader van een ontbrekende functie en/of de verdeling van de arbeidstijd in het kader van een hybride functie te bespreken, te oordelen over de ontvankelijkheid van het beroep en te beslissen over een alternatieve functietoewijzing of, ingeval van een ontbrekende functie, een alternatieve categorie, of, ingeval van een hybride functie, over een verdeling conform de bepalingen van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

De vergaderkalender wordt door de interne beroepscommissie bepaald.  Buiten deze vergaderkalender kan de werkgever of de procesverantwoordelijke de interne beroepscommissie bij hoogdringendheid bijeenroepen, in principe tijdens de normale werkuren van de administratieve diensten van de werkgever. 

§2. De ondernemingsraad (OR) of, bij ontstentenis, het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW), of bij ontstentenis, de Syndicale Delegatie (SD), stelt ten laatste op E-3,5 maanden een interne beroepscommissie samen.

Het betrokken orgaan (OR/CPBW/SD) kan de samenstelling later wijzigen.  Bij een wijziging nadat de vorming voor de leden van de interne beroepscommissie, zoals bedoeld in artikel 4, reeds plaatsvond, organiseert de werkgever zo spoedig mogelijk de planning van deze vorming opnieuw voor de nieuwe leden.

§3. De interne beroepscommissie dient paritair te worden samengesteld, en bestaat uit minimum 2 leden die de werkgever vertegenwoordigen en minimum 2 leden die de werknemers vertegenwoordigen, met maximaal zes leden.  De interne beroepscommissie dient zodanig te worden samengesteld dat ze minstens één vertegenwoordiger bevat van elke werknemersorganisatie die vertegenwoordigd is één van de lokale paritaire overlegorganen in de instelling en voor zover zij erkend zijn in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Hier bovenop is ook de procesverantwoordelijke lid van de interne beroepscommissie, zonder stemrecht.

§4. Minstens de helft aan werknemerszijde en de helft aan werkgeverszijde zijn vereist opdat de interne beroepscommissie kan bijeenkomen, beraadslagen en beslissen.  De beslissingen worden genomen middels unanimiteit onder de aanwezige leden.

Artikel 8 - Datum 'E'

Het implementatieproces verloop in stappen waarbij datum E de scharnierdatum is in de procedure.  Op datum E communiceert de werkgever zijn definitieve toewijzing van de sectorale referentiefuncties aan de individuele werknemers.

Elke stap moet de deadlines in het schema in bijlage 5 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst strikt respecteren.  Datum E wordt vastgelegd op 30/04/2018.

De Ondernemingsraad (OR), of bij ontstentenis, het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW), of bij ontstentenis, de Syndicale Delegatie (DS), kan deze deadlines aanpassen enkel in de voorbereidende fase, met name voor de stappen die zich situeren vóór datum E.

Artikel 9 - Communicatie

§1. Op ten laatste E-3,5 maanden, deelt de werkgever de naam van de procesverantwoordelijke mee aan de begeleidingscommissie.

§2. De werkgever organiseert, na overleg met begeleidingscommissie, ten laatste op E-3 maanden, een eerste algemene communicatie naar de werknemers.  Deze communicatie gebeurt middels bekendmaking op een voor de werknemer goed zichtbare en zonder tussenpersoon vlot toegankelijke plaats.  Hiertoe wordt door IFIC een model van communicatie ter beschikking gesteld van de werkgevers.

De communicatie omvat:

  • informatie over de invoering van de nieuwe sectorale functieclassificatie in de instelling;
  • een toelichting bij de procedures die doorlopen worden;
  • informatie over de plaats waar de werknemer de functiewijzer en de sectorale functiebeschrijvingen kan consulteren;
  • de kalender van de procedure, meer bepaald het tijdstip waarop de werknemer zal geïnformeerd worden over de toewijzing van een sectorale referentiefunctie;
  • uitleg over de mogelijkheid en de modaliteiten voor de indiening van een beroep en de syndicale ondersteuning;
  • het webadres van IFIC waar men algemene informatie over de sectorale functieclassificatie kan terugvinden.  Deze wordt ook niet-digitaal ter beschikking gesteld op dezelfde plaats/manier als het arbeidsreglement.

§3. Wijzigingen van de bovenvermelde kennisgeving communiceert de werkgever onverwijld op dezelfde wijze.

Artikel 10 - Voorbereiding door de procesverantwoordelijke

§1. De procesverantwoordelijke staat in voor de voorbereiding van de werkzaamheden van de begeleidingscommissie tegen uiterlijk E-2 maanden.

§2. Deze voorbereiding behelst:

  • de opmaak van een personeelslijst met alle werknemers verbonden aan de instelling, gevat door het toepassingsgebied van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst;
  • de opmaak van een organigram, met een overzicht van alle diensten en afdelingen in de instelling evenals de aanduiding van de hiërarchische positie van de directieleden, departementsverantwoordelijken, de diensthoofden en afdelingsverantwoordelijken van elke dienst;
  • het verzamelen van de functiebeschrijvingen die in de instelling werden opgemaakt.

Artikel 11 - Voorstel van toewijzing door de werkgever

§1. De werkgever is verantwoordelijk voor de toewijzing van één of meerdere sectorale referentiefunctie(s) aan elke werknemer, of in voorkomend geval, de identificatie van een ontbrekende functie.  In het geval van een ontbrekende functie, moet de werkgever middels een vergelijking met gelijkaardige sectorale referentiefuncties, een categorie toewijzen aan de werknemer.

De werkgever kan zich baseren op het rapporteringsbestand dat aan de vzw IFIC werd aangeleverd conform de procedures van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2016 'betreffende de rapporteringsprocedure aan de vzw IFIC met het oog op de voorbereidende werkzaamheden voor de invoering van een nieuwe sectorale functieclassificatie'.

Commentaar: wij verwijzen u ook naar onze sectorale documentatie Hfdst. 0304.

§2. De werkgever neemt voor de toewijzing de classificatieprincipes (vuistregels) voor de toewijzing in acht, zoals beschreven in bijlage 1 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

§3. De werkgever kan bij de toewijzingen het advies vragen aan de departements- en dienstverantwoordelijken. Zij moeten hiertoe toegang hebben tot de functiewijzer en de sectorale functiebeschrijvingen zoals opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2016, 'tot het bepalen van sectorale referentiefuncties en een sectorale functieclassificatie', en geïnformeerd zijn over de algemene classificatieprincipes (vuistregels) van de sectorale functieclassificatie, zoals opgenomen in bijlage 1 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

Commentaar: wij verwijzen u ook naar onze sectorale documentatie Hfdst. 030102 en 030202.

§4. De werkgever kan aan de procesverantwoordelijke advies vragen over de correcte toepassing van de classificatieprincipes (vuistregels) opgenomen in bijlage 1 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.  De werkgever kan zich ook laten bijstaan door de experten uit de werkgeversorganisatie.

§5. De toewijzing kan drie resultaten hebben:

  • de toewijzing van één overeenstemmende sectorale referentiefunctie;
  • de toewijzing van een hybride functie, zoals omschreven in bijlage 1 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst;
  • de vaststelling dat er geen sectorale referentiefunctie kan toegewezen worden.  In dit geval is er sprake van een ontbrekende functie.

§6. Indien de werkgever een ontbrekende functie vaststelt, moet hij enerzijds een categorie toewijzen aan de werknemer middels vergelijking met gelijkaardige sectorale referentiefuncties, en anderzijds de ontbrekende functie identificeren op basis van het formulier in bijlage 4 van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.  Het formulier wordt onverwijld ingevuld en overgemaakt aan de vzw IFIC.  Deze ontbrekende functies zullen behandeld worden in de onderhoudsprocedure zoals omschreven in artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2016 'tot het bepalen van sectorale referentiefuncties en een sectorale functieclassificatie'.

Commentaar: wij verwijzen u ook naar onze sectorale documentatie Hfdst. 030102.

§7. De werkgever bezorgt de begeleidingscommissie de personeelslijst met het voorstel van toewijzing voor elk personeelslid, uiterlijk op E-1,5 maanden.  Per werknemer wordt de toegewezen functietitel(s), de unieke functiecode(s) en de functiecategorie opgenomen en, in het geval van hybride functies, eveneens de verdeling van de werktijd.  In geval van een ontbrekende functie, deelt de werkgever ook de toegewezen categorie mee.  Waar gevraagd, motiveert de werkgever de toewijzingen aan de begeleidingscommissie.

De werknemersvertegenwoordigers in de begeleidingscommissie geven hun bemerkingen en advies over de toewijzingen.  Als de werknemersvertegenwoordigers een negatief advies geven, moeten zij een gemotiveerde alternatieve toewijzing voorstellen.  Daarvoor wordt in de voorgestelde sectorale referentiefunctie aangeduid welke elementen niet overeenstemmen met de reële functie of welke elementen ontbreken ten opzichte van de reële functie.  Dit advies is niet bindend voor de werkgever en houdt geen goedkeuring in namens de werknemer(s) die deze functie uitoefenen.  De werkgever is vrij om het voorstel van toewijzing aan te passen of te handhaven.

Na de individuele communicatie (op dag E) van de functietoewijzing aan de werknemer, moet dit advies en de argumentatie toegelicht worden aan de werknemer die erom verzoekt.

§8. De procesverantwoordelijke waakt tijdens de besprekingen over het respect voor de sectorale classificatieprincipes (vuistegels) zoals beschreven in bijlage 1 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 12 - De definitieve toewijzing door de werkgever

§1. De werkgever beslist na het overleg in de begeleidingscommissie, zoals bedoeld in voorgaand artikel, over de definitieve toewijzing.  Deze beslissing wordt ten laastste op datum E-1 week ter informatie voorgelegd aan de begeleidingscommissie.

§2. Op datum E communiceert de werkgever schriftelijk de beslissing met betrekking tot de toewijzing aan elke werknemer.  Deze beslissing heeft betrekking op de situatie waarin de werknemer zich bevindt op de dag voor datum E.

§3. Deze schriftelijke communicatie omvat minstens volgende informatie:

  • de huidige functietitel(s) (uitgevoerde functie(s) op datum E);
  • de toegewezen sectorale referentiefunctie(s) en de overeenstemmende unieke functiecode(s) of in voorkomend geval de vaststelling van een ontbrekende functie;
  • in het geval van hybride functies, het percentage toegewezen aan elke sectorale referentiefunctie;
  • de categorie waarin de toegewezen sectorale referentiefunctie(s) is(zijn) ingeschaald of, in voorkomend geval, de categorie waarin de werkgever de ontbrekende functie van de werknemer heeft ondergebracht;
  • de plaats in de instelling waar de werknemers de functiewijzer en de sectorale functiebeschrijvingen kan consulteren;
  • de mogelijkheden en procedures inzake het beroep;
  • de plaats waar de type formulieren (bijlagen 2 en 3) kunnen bekomen worden om respectievelijk intern/extern beroep aan te tekenen en de plaats waar het beroep moet ingediend worden.  De werkgever kan dit formulier desgewenst beschikbaar stellen op zijn intranet of, indien van toepassing, kan de werknemer hiervoor doorverwijzen naar de website van de vzw IFIC, www.if-ic.org.  De werkgever moet het formulier ook meesturen samen met zijn beslissing.
  • de contactgegevens van de secretaris van de bevoegde externe en interne beroepscommissie;
  • de mogelijkheid om bijstand te vragen bij de werknemersvertegenwoordigers in de instelling;
  • het webadress van IFIC en de plaats waar men algemene informatie over de classificatie kan terugvinden.

§4. De werknemer wordt geacht in kennis gesteld te zijn van de beslissing van zodra hij deze voor ontvangst heeft getekend, dan wel dat ze hem aangetekend ter kennis is gebracht.

HOOFDSTUK IV - Instellingen zonder syndicaal overlegorgaan

Artikel 13

§1. Wijkgezondheidscentra zonder intern of intercentra syndicaal overlegorgaan, zullen, desgevallend ondersteund door hun werkgeversfederatie, regionale begeleidingscommissies, installeren.  De begeleidingscommissies ondersteunen en adviseren de werkgevers en de procesverantwoordelijken op hun vraag.  Een regionale begeleidingscommissie is samengesteld uit een vertegenwoordiging van werknemers en werkgevers van de instellingen die tot een welbepaalde regio behoren, alsook van de syndicale organisaties en de werkgeversfederatie.  De begeleidingscommissies worden geïnstalleerd uiterlijk op E-3,5 maanden, het implementatieproces verloopt volgens de procedure in bijlage 5 van deze overeenkomst.  De regionale begeleidingscommissies duiden een interne beroepscommissie aan die paritair is samengesteld en bestaat uit minimum 2 leden per bank (vertegenwoordiging werknemers en werkgevers) en maximaal 6 leden.

§2. Werkgevers die niet beschikken over een intern of intercentra syndicaal overlegorgaan, moeten per mail de informatie overmaken aan de regionale bestendige secretarissen van de 3 syndicale organisaties vertegenwoordigd in het paritair comité 330, volgens de modaliteiten voorzien in art. 11 §7 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst. 

In geval van reactie van de regionale bestendige secretaris vóór E-1 week, moet de werkgever deze reactie beantwoorden vóór datum E en aangeven of hij de toewijzing behoudt of wijzigt.

De communicatie zoals voorzien in artikel 12 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst moet nageleefd worden, behalve voor het intern beroep.  Hierover moet de werkgever de werknemer informeren over de procedure, zoals hieronder beschreven.

De werknemer die de toewijzing van een functie betwist, of, in geval van een hybride toewijzing, de verdeling van de arbeidstijd, of, in het geval van een ontbrekende functie, de toegewezen categorie, mag, indien hij dit wenst met ondersteuning van de syndicale organisatie, beroep aantekenen bij de werkgever.  Hiertoe maakt de werknemer gebruik van het formulier in bijlage 2 van onderhavige collectieve arbeidsoveeenkomst.  Het beroep moet schriftelijk ingediend zijn voor 30 juni 2018 bij de werkgever, met ontvangstbevestiging.  De werkgever beschikt over 15 dagen vanaf indiening van het beroep om tot een besluit te komen overeenkomstig de bepalingen van artikel 16 §4 in onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

§3. Voor alles wat niet valt onder de specifieke bepalingen van onderhavig artikel, zijn de procedures in hoofdstuk 3 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing.

HOOFDSTUK V - Instellingen met een intercentra overlegorgaan

Artikel 14

§1. Het implementatieproces gebeurt volgens de stappen en deadlines vermeld in bijlage 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Elke werkgever is verantwoordelijk voor de toewijzing van sectorale referentiefuncties aan al zijn werknemers die onder het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst vallen.

§2. De werkgever wijst een procesverantwoordelijke aan binnen de instelling en zorgt ervoor dat deze opleiding volgt tijdens één van de opleidingssessies georganiseerd door de vzw IFIC.

§3. Er wordt een centrale begeleidingscommissie samengesteld op het niveau van het intercentra overlegorgaan.  De intercentra begeleidingscommissie adviseert en staat de werkgever en de procesverantwoordelijke op hun verzoek bij.  De samenstelling en werking van deze commissie is uiteengezet in artikel 6 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

§4. Zoals bepaald in bijlage 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, deelt elke werkgever op 23/04/2018 de definitieve toewijzing van de sectorale referentiefuncties aan al zijn werknemers mee aan de centrale begeleidingscommissie.

§5. De betrokken werkgevers zullen de nodige stappen ondernemen om de leden van de intercentra syndicale delegatie in staat te stellen hun opdracht volledig te vervullen.

§6. De beroepscommissie, zoals voorzien in artikel 7 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, is gecentraliseerd op het niveau van het inter centra overlegorgaan.  De commissie is paritair samengesteld uit een identiek aantal vertegenwoordigers van elke vakbond die deel uitmaken van de intercentra syndicale delegatie en vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties.  De inter-centra beroepscommissie functioneert volgens de regels bepaald in artikel 7 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

HOOFDSTUK VI - Het beroep, de betwisting van de toewijzing

Artikel 15 - Het instellen van beroep

§1. De werknemer die niet akkoord gaat met de toegewezen functie(s), de vaststelling van een ontbrekende functie of in het geval van een ontbrekende functie, de toegewezen categorie, en/of de verdeling van de arbeidstijd in het geval van een hybride functie, kan hiertegen individueel beroep aantekenen.  Het beroep mag enkel de toewijzing betwisten, gebaseerd op de inhoud van de door de werknemer uitgeoefende functie en de beschreven sectorale referentiefuncties.  De sectorale functiebeschrijvingen en de weging van de functie die geleid hebben tot de indeling in categorieën kunnen niet ter discussie gesteld worden.

Beroep is enkel mogelijk m.b.t. de tewerkstellingssituatie op de dag voor datum E.

Het extern beroep, zoals omschreven in artikel 17, kan enkel ingesteld worden na doorlopen van de interne beroepsprocedure, zoals omschreven in artikel 16 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

§2. Het intern beroep moet betekend worden binnen de twee maanden (E+2 maanden) middels een verzoekschrift.  Het extern beroep moet betekend worden binnen de 15 dagen na kennisname van het besluit van de interne beroepscommissie en ten laatste op 15/10/2018.

Het intern beroep moet schriftelijk overgemaakt worden middels een schrijven met ondertekende en gedateerde ontvangstbevestiging of middels aangetekend schrijven.  De postdatum of datum van de handtekening voor ontvangst, is bepalend.  Het verzoekschrift wordt opgestuurd naar:

  • bij interne procedure: de procesverantwoordelijke.  De procesverantwoordelijke treedt op als secretaris van de interne beroepscommissie;
  • bij de externe procedure: de secretaris van de externe beroepscommissie met kopie naar de procesverantwoordelijke in de instelling.

§3. Het intern beroep kan enkel ingediend worden door middel van een vast type-formulier zoals opgenomen in bijlage 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.  Het extern beroep kan enkel ingediend worden door middel van een vast type-formulier zoals opgenomen in bijlage 3 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.  Het type-formulier moet ter beschikking gesteld worden door de werkgever en op de website van IFIC, www.if-ic.org.

§4. De indiening van het intern beroep gebeurt door de werknemer of via de syndicale afgevaardigde die hiertoe gemandateerd is door de werknemer die vragende partij is.  Een beroep kan slechts betrekking hebben op één werknemer.

§5. Gelijkaardige beroepen (vb. zelfde functies) kunnen door de procesverantwoordelijke gegroepeerd worden voor de besprekingen in de interne beroepscommissie, erover wakend dat de deadline van 3 maanden vanaf indiening van het ondertekende beroep (cfr. §2) niet overschreden wordt.

§6. De werknemer argumenteert in zijn verzoekschrift waarom hij/zij niet akkoord is met de toewijzing van een sectorale referentiefunctie, de vaststelling van een ontbrekende functie, of de toewijzing van een categorie in het geval van een ontbrekende functie, en/of met de verdeling van de arbeidstijd in het geval van een hybride functie.  Concreet duidt de werknemer aan op welke punten de uitgevoerde functie wezenlijk verschilt van de toegewezen sectorale referentiefunctie.  De werknemer duidt in voorkomend geval ook aan welke alternatieve sectorale referentiefunctie hij/zij meent te moeten toegewezen worden en motiveert en argumenteert dit.

In het geval dat er geen functie werd toegewezen (ontbrekende functie), duidt de werknemer ook aan welke sectorale referentiefunctie hij/zij meent te moeten toegewezen worden en motiveert en argumenteert dit.

§7. In het geval van hybride functies, kan het beroep handelen over zowel de sectorale referentiefuncties als het percentage van verdeling tussen de toegewezen functies.  In dat geval moet de werknemer in het verzoekschrift een alternatief voorstel motiveren en argumenteren.

§8. Het verzoekschrift dat, na controle door de interne beroepscommissie, niet voldoet aan bovenvermelde formele verplichtingen en indieningstermijn, is niet ontvankelijk.  De werknemer die vaststelt dat zijn verzoekschrift om vormelijke reden niet ontvankelijk is, kan een nieuw verzoekschrift indienen conform de bovenvermelde verplichtingen en indieningstermijn, mits hij hierbij uitdrukkelijk aangeeft dat dit nieuwe verzoekschrift zijn vorig verzoekschrift vervangt.

§9. Het verzoekschrift moet alle relevante stukken bevatten.  Stukken die de werknemer later wil toevoegen aan zijn dossier, worden geweerd uit de debatten, tenzij de interne beroepscommissie anders beslist.

Artikel 16 - De behandeling van het intern beroep

§1. De procesverantwoordelijke maakt het verzoekschrift na ontvangst onverwijld over aan de leden van de interne beroepscommissie, samen met de bijgevoegde stukken.  Stukken die een lid van de interne beroepscommissie wilt toevoegen aan het dossier, maakt hij/zij onverwijld over aan de procesverantwoordelijke, die het overmaakt aan de andere commissieleden.  Het betrokken commissielid mag het stuk ook, onverwijld, overmaken aan alle leden van de beroepscommissie.  De interne beroepscommissie onderzoekt bij ontvangst van het verzoekschrift of dit voldoet aan de vormvoorwaarden zoals bedoeld in voorgaand artikel.

Stukken die pas op de laatste werkdag voor de zittingsdag van de beroepscommissie of later worden aangebracht, worden geweerd uit de debatten, tenzij de beroepscommissie anders beslist.

De interne beroepscommissie behandelt alle beroepen.  Indien de interne beroepscommissie het nodig acht, kan ze een hoorzitting organiseren waarbij de werknemer de argumenten mondeling kan toelichten.  Ook de leidinggevende van de werknemer kan daarbij gehoord worden.  De werknemer kan zich tijdens de hoorzitting laten bijstaan door een syndicale vertegenwoordiger.

§2. De interne beroepscommissie beoordeelt eerst de ontvankelijkheid van het beroep.  Dit behelst enerzijds een beoordeling of het beroep binnen de juiste termijn en volgens de correcte procedure werd ingediend.  Het beroep is niet ontvankelijk als de termijnen en de procedures niet werden gerespecteerd.  Anderzijds dienen de aangebrachte argumenten te worden behandeld.  Het beroep is niet ontvankelijk als de argumenten niet classificatiegebonden zijn (diploma, huidig of toekomstig loon, prestatiebeoordeling, titel classificatie andere werknemers, enz.).

§3. Indien een intern beroep ontvankelijk is, bestudeert de interne beroepscommissie de aangebrachte argumenten op hun inhoud en volgens de classificatieprincipes (vuistregels) zoals opgenomen in bijlage 1 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

§4. Het beroep kan verschillende beslissingen opleveren:

  • de interne beroepscommissie stelt unaniem de onontvankelijkheid van het verzoekschrift vast;
  • de interne beroepscommissie bevestigt unaniem de toewijzig en/of de verdeling van hybride functies door de werkgever;
  • de interne beroepscommissie stelt unaniem een alternatieve toewijzing voor en/of een nieuwe verdeling van hybride functies;
  • de beroepscommissie stelt unaniem vast dat het een ontbrekende functie betreft en stelt unaniem een categorie voor;
  • de interne beroepscommissie neemt geen beslissing omdat ze geen unaniem besluit kan nemen.  In dat geval blijft de toewijzing van de werkgever van kracht.

§5. Indien de interne beroepscommissie vaststelt dat de toewijzing niet kan gebeuren conform de classificatieprincipes opgenomen in bijlage 1, omdat er geen corresponderende sectorale referentiefunctie bestaat, wordt de ontbrekende functie aan IFIC gerapporteerd door de werkgever middlels het formulier in bijlage 4 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst en moet de interne beroepscommissie toch een categorie toewijzen.

De vzw IFIC behandelt deze meldingen in de onderhoudsprocedure, zoals omschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2016 'tot het bepalen van sectorale referentiefuncties en een sectorale functieclassificatie'.

Commentaar: zie ook Hfdst. 030102 van onze sectorale documentatie.

§6. Het besluit of in voorkomend geval het verdeeld advies van de interne beroepscommissie wordt ondertekend door de aanwezige leden van de interne beroepscommissie en schriftelijk meegedeeld aan de werknemer binnen de drie maanden na het indienen van het beroep per aangetekend schrijven of schriftelijk met ondertekend ontvangstbewijs (zie §2).  De beroepscommissie kan een latere kennisgevingsdatum vastleggen, voor zover hij dit onverwijld meedeelt aan de betrokken werknemer.  Het besluit van de commissie wordt gemotiveerd.  De mogelijkheid tot extern beroep wordt aan de medewerker meegedeeld.

§7. Na afloop van de interne beroepsprocedure, kan  de werknemer beroep aantekenen bij de externe beroepscommissie.

Artikel 17 - De externe beroepscommissie

§1. De externe beroepscommissie moet het beroep van de werknemer bespreken met betrekking tot de toegewezen sectorale referentiefunctie(s), de vaststelling van een ontbrekende functie of de toewijzing van een categorie in het geval van een ontbrekende functie, en/of de verdeling van de arbeidstijd in het geval van een hybride functie.  De externe beroepscommissie onderzoekt de ontvankelijkheid van het beroep en beslist over een alternatieve functietoewijzing, een alternatieve categorie in het geval van een ontbrekende functie, of een alternatieve verdeling van functies van hybride functies conform de bepalingen van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.  De vergaderkalender en interne werking wordt door de externe beroepscommissie bepaald.  Buiten deze vergaderkalender kan de secretaris zoals bepaald in §3 van dit artikel externe beroepscommissie bij hoogdringendheid bijeenroepen, in principe tijdens de normale werkuren van IFIC vzw.

§2. De externe beroepscommissie wordt paritair samengesteld uit experten aangesteld door werknemers en werkgeversorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten- en inrichtingen.  De samenstelling en benoeming gebeurt door het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten en -inrichtingen.

De externe beroepscommissie moet paritair samengesteld zijn, met minimaal 2 leden die de werkgeversfederaties lid van het PC 330  vertegenwoordigen en minimaal 2 leden die de werknemersorganisaties lid van het paritair comité 330 vertegenwoordigen, met een maximum van tien leden.

§3. De secretaris van de externe beroepscommissie wordt aangesteld door de externe beroepscommissie.  De secretaris maakt de uitnodigingen op en verstuurt ze.  Hij maakt de verslagen van de bijeenkomsten op.  Hij participeert in alle vrijheid aan de beraadslagingen doch zonder stemrecht.  De secretaris heeft louter een adviserende en sturende rol. 

De secretaris in bij voorkeur een medewerker-expert aangesteld bij de vzw IFIC.

§4. Minstens de helft aan werknemerszijde en de helft aan werkgeverszijde met een minimum van twee leden per bank zijn vereist opdat de externe beroepscommissie geldig kan bijeenkomen, beraadslagen en beslissen.

De beslissing van de externe beroepscommissie is bindend voor alle partijen.

De externe beroepscommissie stelt, na haar oprichting, in unanimiteit een huishoudelijk reglement op over de wijze waarop ze tot een besluit komt.

§5. De externe beroepscommissie kan volgende beslissingen nemen:

  • de externe beroepscommissie stelt de onontvankelijkheid van het verzoekschrift vast
  • de externe beroepscommissie wijst definitief een sectorale referentiefunctie toe
  • de externe beroepscommissie wijst definitief een nieuwe verdeling van hybride functies toe
  • de externe beroepscommissie wijst definitief een categorie toe in het kader van een onbrekende functie.

§6. Indien de externe beroepscommissie vaststelt dat de toewijzing, niet kan gebeuren conform de classificatieprincipes opgenomen in bijlage 1 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, omdat er geen corresponderende sectorale referentiefunctie bestaat, moet de externe beroepscommissie door middel van vergelijking toch een categorie uit de functiewijzer toewijzen.  Deze toewijzing is definitief.

§7. De externe beroepscommissie dient de ontbrekende functies te melden aan de vzw IFIC.  De vzw IFIC behandelt deze meldingen in de onderhoudsprocedure, zoals omschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2016 'tot het bepalen van sectorale referentiefuncties en een sectorale functieclassificatie'.

Commentaar: zie ook Hfdst. 030102 van onze sectorale documentatie.

§8. Het besluit van de externe beroepscommissie wordt schriftelijk meegedeeld aan de werknemer en zijn werkgever ten laatste op 30/06/2019.  Het besluit van de externe beroepscommissie wordt gemotiveerd.

HOOFDSTUK VII - Slotbepalingen

Artikel 18

De besprekingen en alle informatie verkregen over individuele werknemers in de begeleidingscommissie, de interne beroepscommissie en de externe beroepscommissie, zijn vertrouwelijk.  De werknemersvertegenwoordigers respecteren de vertrouwelijkheid van de debatten en de informatie die gecommuniceerd wordt tijdens deze debatten, alsook de voorgelegde beslissingen en verslagen.  Een uitwisseling met betrekking tot de voorgestelde functietoewijzing kan echter plaatsvinden tussen de werknemersvertegenwoordiger en de betrokken werknemer indien hier onduidelijkheden over bestaan.  De argumenten uit de besprekingen in de begeleidingscommissie kunnen, door de werknemersvertegenwoordigers gebruikt worden uitsluitend om een correcte toewijzing te garanderen en om individuele werknemers bij te staan indien deze daarom verzoeken (in het kader van beroepsprocedure volgens hoofdstuk 6 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst).

Artikel 19

§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten onder de sectoraal opschortende voorwaarde dat de bevoegde overheid een structureel en aan de geïndexeerde lonen aangepast budget, specifiek voor een (gedeeltelijke) invoering van het functieclassificatiesysteem, juridisch bindend garandeert aan de ondertekenende partijen.

§2. Partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de sectorale implementatie bedongen in onderhavige arbeidsovereenkomst beperkt wordt ten belope van de effectieve tenlasteneming van de kost ervan door de bevoegde voogdijoverheid middels structurele financiering ten behoeve van de invoering ter beschikking gesteld wordt.

Artikel 20

§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 11 december 2017 en is gesloten voor onbepaalde duur.  Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij worden herzien of opgezegd met inachtneming van een opzeggingstermijn van 6 maanden bij de voorzitter van het Paritair Comité van de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

§2. De organisatie die het initiatief tot herziening of opzegging neemt, moet in een gewone brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten de redenen ervan aangeven en amendementsvoorstellen indienen.  De andere organisaties verbinden zich ertoe deze binnen een maand na ontvangst ervan in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten te bespreken.

§3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gelijktijdig afgesloten met de collectieve arbeidsovereenkomst 'betreffende de invoering van een nieuw loonmodel voor de federale gezondheidsdiensten'.

De uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst is onlosmakelijk verbonden met het respect voor de bepalingen voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst 'betreffende de invoering van een nieuw loonmodel voor de federale gezondheidsdiensten'.

 

BIJLAGEN

Bijlage 1: Procedures en toewijzingsregels

Bijlage 2: Formulier voor intern beroep

Bijlage 3: Formulier voor extern beroep

Bijlage 4: Formulier voor de identificatie van ontbrekende functies

Bijlage 5: Overzichtstabel timing

 


Historiek
20/12/2018 31/12/2999 030302 Procedures met betrekking tot de invoering van de sectorale functieclassificatie IFIC - Federale sectoren
12/11/2018 19/12/2018 030302 Procedures met betrekking tot de invoering van de sectorale functieclassificatie IFIC
11/12/2017 11/11/2018 030302 Procedures met betrekking tot de invoering van de sectorale functieclassificatie IFIC