04010102 Loonmodel IFIC - Federale sectoren

Paritair (sub-)Comité nr.:
330.01.10-00.00

Bijwerking: 07/06/2023
Geldig vanaf: 01/07/2021

De loonvoorwaarden (regels, bedragen en premies) worden in het hoofdstuk omschreven.

In het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten en -inrichtingen werd op 31 maart 2021 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de volledige invoering van een nieuw loonmodel voor de federale gezondheidsdiensten: IFIC (nr. 164575/CO/330).  Zij werd gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 11 oktober 2021 (nr. 168118/CO/330).

1. Toepassingsgebied

  • de inrichtingen die aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn, met uitzondering van de autonome categorale ziekenhuizen (dit is elk ziekenhuis dat uitsluitend beschikt over een G-dienst (revalidatie van geriatrische patiënten) en/of een Sp-dienst (gespecialiseerde dienst voor behandeling en revalidatie) als vermeld in artikel 5, §1, I, eerste lid, 3° en 4°, van de bijzondere wet van 8/08/1980 tot hervorming der instellingen), de psychiatrische verzorgingstehuizen en de initiatieven van beschut wonen;
  • de forensisch psychiatrische centra;
  • de revalidatiecentra meer bepaald, de instellingen waarmee het Verzekeringscomité van het RIZIV op voorstel van het college van geneesheren directeurs, in uitvoering van artikel 22, 6° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14/07/1994, een overeenkomst heeft gesloten en die niet vallen onder de toepassing van artikel 5, §1, I, 5° van de bijzondere wet van 8/08/1980 tot hervorming van de instellingen;
  • de diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België;
  • de thuisverpleging;
  • de medisch-pediatrische centra;
  • de wijkgezondheidscentra.

Niet van toepassing op:

  • het leidinggevend personeel (personen belast met het dagelijks bestuur en personeelsleden onmiddellijk ondergeschikt die eveneens opdrachten van dagelijks bestuur vervullen)
  • de artsen, met uitzondering van de artsen in de wijkgezondheidscentra.

2. Doel

Het bepalen van de loonschalen voor de functiecategorieën zoals deze zijn vastgelegd in artikel 4 van de CAO van 28/02/2016 tot het bepalen van sectorale referentiefuncties en een sectorale functieclassificatie (zie onze sectorale documentatie Hfdst. 030102).

3. Inleidende begrippen

Doelbarema: is de te bereiken finale sectorale loonschaal die per sectorale functiecategorie wordt bepaald.  Het doelbarema wordt in fasen bereikt.  Bij het bereiken van het doelbarema is het IF-IC barema gelijk aan het doelbarema.

Startbarema: is de loonschaal die van toepassing is op het ogenblik dat de werknemer zijn recht op het IF-IC barema effectief aanvangt, en die het vertrekpunt vormt voor het bepalen van het IF-IC barema.

IF-IC barema: is de minimale loonschaal waarop de werknemer recht heeft en die wordt opgemaakt voor elke fase.  Bij het bereiken van het doelbarema stemt het IF-IC barema overeen met het doelbarema.  Zolang het doelbarema niet is bereikt, wordt het IF-IC barema gebaseerd op de combinatie van het startbarema en het doelbarema dat aan de werknemer is toegekend.  In het kader van de volledige invoering van het nieuwe loonmodel wordt het IF-IC barema gelijk aan het IF-IC barema aan 100 % en gelijk aan het doelbarema, en dit vanaf 1/07/2021.

Haard- of standplaatstoelage: het aan de werknemer toegekende voordeel conform de CAO van 25/09/2002 betreffende de toekenning van een haard- of standplaatstoelage (nr. 64175/CO/305).

Functiecomplement: het aan de werknemer toegekende voordeel conform de CAO van 30/06/2006 betreffende de toekenning van een functiecomplement voor sommige werknemers, diensthoofden in functie (nr. 83936/CO/305).

Functietoeslag: het aan de werknemer toegekende voordeel conform de CAO van 29/06/1992 betreffende de functietoeslag voor de hoofden, afgesloten tussen de werknemersorganisaties en de werkgeversorganisaties (uitgezonderd Becoprivé), vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de privé-ziekenhuizen.

Premie voor een bijzondere beroepsbekwaamheid (BBK) en/of bijzondere beroepstitel (BBT): het aan de werknemer toegekende voordeel conform hoofdstuk 1 van het KB van 28/12/2011 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in bepaalde federale gezondheidssectoren, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en ongemakkelijke prestaties (BS 30/12/2011), zoals laatst gewijzigd bij KB van 30/07/2018 (BS 09/08/2018).

4. Algemene voorafgaande principes

De invoering van de nieuwe loonschalen mag op geen enkele wijze aanleiding geven tot een verlaging van het salaris voor de medewerkers die uiterlijk op 30/06/2021 in dienst zijn.

De werknemer heeft bij de start van deze fase van invoering van de nieuwe loonschalen de keuze tussen het behoud van zijn bestaande loonvoorwaarden, inbegrepen de hierbij bedongen toekomstige verhogingen, of een overstap naar het IF-IC barema met uitsluiting van de werknemer die in de vorige fase reeds gekozen heeft om naar de IF-IC barema's over te stappen en de werknemers die na 30/04/2018 in dienst zijn getreden.  De keuze voor het IF-IC barema is onomkeerbaar.

De bestaande loonvoorwaarden blijven van toepassing indien de werknemer niet kiest om het recht op het IF-IC barema te openen.

De werknemers die vanaf 1/07/2021 in dienst treden genieten geen keuzerecht en vallen onmiddellijk onder de IF-IC barema's, uitgezonderd de werknemers die recht hadden op een premie BBT-BBK bij hun vorige werkgever.

5. Het IF-IC barema

Voor elke functiecategorie zoals vastgelegd in artikel 4 van de CAO van 28/09/2016 tot het bepalen van sectorale referentiefuncties en een sectorale functieclassificatie legt deze CAO een IF-IC barema vast (zie Hfdst. 030102).  De barema's zijn uitgedrukt als maandloon.

Elke sectorale referentiefunctie uitgeoefend door een werknemer situeert zich in een categorie waar een IF-IC barema(s) aan gekoppeld is(zijn).

In de functiecategorie 14 wordt, voor de sectorale referentiefuncties verpleegkundige en opvoeder-begeleider binnen het functiedepartement verpleging en verzorging, een gedifferentieerd IF-IC barema bepaald:

- 14 voor de verpleegkundigen en opvoeders met een opleiding op bachelor niveau

- 14B voor de verpleegkundigen en opvoeders met een opleidinsniveau dat lager is dan bachelor niveau.

Voor de ontbrekende functies van verpleegkundige en opvoeder-begeleider in categorie 14 binnen het departement verpleging-verzorging wordt een gedifferentieerd IF-IC barema bepaald; differentiëring van toepassing sinds 1/01/2020 voor alle werknemers met zulke functies, met uitzondering van de werknemers die voor 1/01/2020 reeds betaald werden volgens een IFIC-barema.  Deze werknemers behouden uitgezonderd een functiewijziging het IF-IC barema dat hen werd toegewezen voor 1/01/2020, inclusief alle toekomstige evoluties ervan, ook wanneer na periodieke onderhoud van de functieclassificatie de ontbrekende functie wordt beschreven en opgenomen in de lijst van sectorale referentiefuncties in cat. 14 van het functiedepartement verpleging en verzorging.

Sinds 1/01/2020 is de werkgever ertoe gehouden de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk of bij ontstentenis de syndicale delegatie te informeren over de creatie van iedere nieuwe ontbrekende functie in categorie 14 binnen het departement verpleging en verzorging.

6. Het IF-IC barema voor de werknemers in dienst ten laatste op 30/06/2021 en die reeds betaald worden volgens het IF-IC barema ingevolge de bepalingen van de CAO van 11/12/2017

Voor de werknemers die op 30/06/2021 reeds volgens het IF-IC barema betaald worden, ofwel omwille van hun eerdere keuze ofwel omwille van indienstreding na april 2018: de werknemer die in uitvoering van de CAO van 11/12/2017 het recht heeft geopend op en betaald wordt volgens het IF-IC barema, heeft vanaf 1/07/2021 automatisch recht op het IF-IC barema voor de functiecategorie die op hem van toepassing is.

7. Het IF-IC barema voor de werknemers in dienst ten laatste op 30/06/2021 en die nog niet betaald worden volgens het IF-IC barema ingevolge de bepalingen van de CAO van 11/12/2017

A. Beschermingsmaatregelen van toepassing op de rechthebbende werknemers op een premie BBT/BBK

AA. Behoud van de bestaande loonvoorwaarden inclusief de afgesproken toekomstige verhogingen en de premies BBT en/of BBK (de rechthebbenden)

De verpleegkundige die voor 1/09/2018 begunstigde was van de premie voor een bijzondere beroepsbekwaamheid (BBK) en/of bijzondere beroepstitel (BBT) en die op 31/08/2018 voldeed aan de op dat ogenblik geldende voorwaarden die recht gaven op de premie voor een bijzondere beroepsbekwaamheid (BBK) en/of bijzondere beroepstitel (BBT) behield in fase 1 zijn bestaande loonvoorwaarden, inbegrepen de hierbij bedongen toekomstige verhogingen, alsook de premie BBT en/of BBK.  Hij beschikte bijgevolg in fase 1 niet over de mogelijkheid om over te stappen naar het IFIC-barema.

Werken op een erkende dienst, functie of zorgprogramma: definitie van gelijkgestelde periodes:
Periodes van arbeidsonderbreking, zoals bedoeld in het KB van 30/03/967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie, van de werknemers worden beschouwd als gewerkt indien de verpleegkundige voorafgaand aan de arbeidsonderbreking verbonden was aan de erkende dienst, functie of het zorgprogramma, en waarbij de arbeidsonderbreking viel op 31/08/2018.

Periodes van arbeidsonderbreking ten gevolge van het opnemen van een vorm van deeltijds tijdskrediet, deeltijdse landingsbaan of thematisch verlof worden beschouwd als gewerkt indien de verpleegkundige voorafgaand aan de arbeidsonderbreking verbonden was aan de erkende dienst, functie of het zorgprogramma, en waarbij de arbeidsonderbreking viel op 31/08/2018.

De verpleegkundige, die in de referteperiode van 1/09/2017 tot 31/08/2018 minstens een deel van de tijd tewerkgesteld was op een erkende dienst, functie of zorgprogramma en recht had op een premie BBT/BBK, maar die op 31/08/2018, tijdelijk tewerkgesteld was in een niet erkende dienst, functie of zorgprogramma, behield in fase 1 zijn bestaande loonvoorwaarden, inbegrepen de hierbij bedongen toekomstige verhogingen, alskook de premie BBT en/of BBK.  Hij beschikte bijgevolg in fase 1 niet over de mogelijkheid om over te stappen naar het IFIC-barema.

AB. De voorwaarden voor het behoud van de premie BBT en/of BBK (verworven recht)

De verpleegkundige die aan deze voorwaarden voldeed behoudt de premie voor een bijzondere beroepsbekwaamheid (BBK) en/of bijzondere beroepstitel (BBT) bij functiewijzing naar een andere verpleegkundige functie bij dezelfde werkgever of bij een andere werkgever behorend tot hetzelfde toepassingsgebied voor zover dit voordeel verder gefinancierd wordt door de bevoegde overheid.

Opdat de verpleegkundige dit voordeel kan behouden wanneer hij van werkgever verandert, zal deze verpleegkundige bij uitdiensttreding van zijn werkgever een attest ontvangen waarin geattesteerd wordt dat hij voldeed aan de voorwaaarden die het recht gaven op de premie voor een bijzondere beroepsbekwaamheid (BBK) en/of bijzondere beroepstitel (BBT) op 31/08/2018 en dat hij op het moment van de uitdiensttreding een verpleegkundige functie uitoefende.

AC. Overgangsmaatregel

Geen cumul tussen het IFIC-barema en het verkrijgen van een premie BBT en/of BBK.  Een combinatie van beide is nooit mogelijk.

B. Het bepalen van het startbarema van de werknemer

Startbarema = de op de werknemer van toepassing zijnde loonschaal in de onderneming op 30/06/2021, inbegrepen de hierbij bedongen toekomstige verhogingen.  Startbarema is, in voorkomend geval, minimaal gelijk aan de van toepassing zijnde sectorale loonschaal, conform de CAO's afgesloten in het PC voor de gezondheidsdiensten en -inrichtingen van toepassing op de ondernemingen en werknemers die gevat worden door het toepassingsgebied van deze arbeidsovereenkomsten (zie bijlage 2 en bijlage 3).

Om het startbarema te bepalen wordt de op de werknemer van toepassing zijnde loonschaal, in voorkomend geval voor elk anciënniteitsjaar van de loonschaal, verhoogd met de looncomponenten waarop de werknemer recht heeft:

  • de haard- of standplaatstoelage
  • het functiecomplement
  • de functietoeslag
  • de premie voor een bijzondere beroepsbekwaamheid en/of voor bijzondere beroepstitel.

Het op de werknemer van toepassing zijnde startbarema mag in geen geval worden verhoogd met andere looncomponenten dan deze hierboven vermeld , tenzij anders overeengekomen bij CAO in de onderneming, of door middel van een collectief akkoord, afgesproken in de paritaire overlegorganen van de onderneming.

Indien een werknemer meerdere functies uitoefent, vastgelegd in meer dan een arbeidsovereenkomst, dan wordt het startbarema bepaald voor elke functie apart.

C. Het bepalen van het IF-IC barema

Vanaf 1/07/2021 is het IF-IC barema gelijk aan het barema voor de functiecategorie die op de werknemer van toepassing is.

D. De keuze van de werknemer

De werknemer heeft op het moment van de volledige invoering van het nieuwe loonmodel eenmalig de keuze tussen het behoud van zijn bestaande loonvoorwaarden, inbegrepen de hierbij bedongen toekomstige verhogingen, of voor het IF-IC barema, met uitsluiting van de werknemer die in de vorige fase reeds gekozen heeft om naar de IF-IC barema over te stappen.

De keuze voor het IF-IC barema is onomkeerbaar.

De werknemer die kiest voor het IF-IC barema, maar zich op het ogenblik van de keuze in een anciënniteitsjaar bevindt waar het startbarema hoger is dan het IF-IC barema, behoudt zijn bestaande loonvoorwaarden, inbegrepen de hierbij bedongen toekomstige verhogingen, tot de maand waarop het IF-IC barema nominaal hoger ligt dan het startbarema, aan eenzelfde tewerkstellingsbreuk.  Vanaf die maand volgt hij het IF-IC barema.

De verpleegkundige die op 30/06/2021 nog steeds begunstigde is van de premie BBK en/of BBT wordt niet langer uitgesloten van het keuzerecht.

De verpleegkundige die de keuze maakt om vanaf 1/07/2021 over te stappen naar het IF-IC barema, heeft in september 2021 nog recht op de betaling van de op hem van toepassing zijnde premie BBT-BBK, en dit pro rata het aantal maanden dat hij nog niet betaald werd volgens het IF-IC barema tijdens de lopende referteperiode (1/09/2020 tot 31/08/2021).  Eenzelfde pro rata regeling geldt indien de effectieve betaling van het IF-IC barema op een later moment zal gebeuren als gevolg van de voorziene maatregel.

De werknemer is verplicht zijn keuze schriftelijk bekend te maken aan de werkgever binnen een termijn van 1 maand, gerekend vanaf de datum van ontvangst door de werknemer van de voor het maken van zijn keuze noodzakelijke informatie, verstrekt door de werkgever.  De werknemer die binnen deze termijn geen keuze heeft bekend gemaakt, behoudt zijn bestaande loonvoorwaarden, inbegrepen de hierbij bedongen toekomstige verhogingen, en opent niet het recht op het IF-IC barema.

De werknemer die opteert om over te stappen naar het IF-IC barema, geniet de uitbetaling van zijn IF-IC barema voor het eerst vanaf de betaling van het loon van de maand juli 2021.

De werkgever informeert de werknemer ten laatste op 1/06/2021 over de keuzemogelijkheid.  Hiertoe bezorgt hij de werknemer een overzicht van zijn startbarema en het IF-IC barema dat ingaat vanaf 1/07/2021 en informeert hij de werknemer over voorziene bepalingen.  De werkgever informeert de werknemer vóór de eerste dag waarop de werknemer zijn keuze kan maken.

De werkgever geeft de werknemer een berekening van het cumulatief loon over de resterende loopbaan dat hij nog zou verdienen in elk van beide barema's, vanaf 1/07/2021.  Hierbij wordt vertrokken van de baremieke anciënniteit op 1/07/2021, de leeftijd van de werknemer, zijn wettelijke pensioenleeftijd, zijn arbeidstijd, waarbij voor wat betreft deze berekening wordt verondersteld dat de werknemer in dezelfde functie zou blijven en effectieve prestaties levert tot het einde van zijn loopbaan.

Een tool wordt door de vzw IF-IC ter beschikking gesteld.

De werkgever is vrijgesteld van deze informatieplicht ten aanzien van de werknemer waarvan bekend is dat een besluit tot einde van de arbeidsovereenkomst is genomen voorafgaand aan 1/06/2021, op voorwaarde dat de arbeidsovereenkomst effectief een einde heeft genomen voor 1/07/2021.

8. Het IF-IC barema voor de werknemers die in dienst treden vanaf 1/07/2021

Afwijking: de verpleegkundige die, voor zijn indiensttreding bij zijn nieuwe werkgever, door middel van een attest kan bewijzen dat bij bij zijn vroegere werkgever (private of publieke werkgevers) recht had op de premie BBK en/of BBT, en dat hij een verpleegkundige functie uitoefende bij zijn uitdiensttreding, en hij bij zijn nieuwe werkgever eveneens een verpleegkundige functie uitoefent, bij zijn indiensttreding éénmalig de keuze hebben tussen een betaling van het op basis van de toegewezen functiecategorie overeenstemmende IF-IC barema of een betaling conform de voordelen (haard- of standplaatstoelage, functiecomplement, functietoeslag of premie voor een bijzondere beroepsbekwaamheid en/of bijzondere beroepstitel) die op hem van toepassing zijn. 

Opdat de verpleegkundige die voordeel kan behouden wanneer hij opnieuw van werkgever verandert, zal de verpleegkundige bij uitdiensttreding van zijn werkgever een attest ontvangen waarin geattesteerd wordt dat hij voldeed aan de voorwaarden die hem het recht gaven op de premie BBK en/of BBT op 31/08/2018 en dat hij op het moment van de uitdiensttreding een verpleegkundige functie uitoefende en nog steeds van de premie BBT/BBK genoot.

De werknemer die vanaf 1/07/2021 in dienst treedt, heeft onmiddellijk recht op het IF-IC barema dat hoort bij de functiecategorie die op hem van toepassing is.

9. Algemene bepalingen

  • Integratie loonschalen en looncomponenten

De werknemer waarop het IF-IC barema van toepassing is heeft vanaf dit moment en voor de duurtijd van de verdere loopbaan, hier bovenop geen recht meer op de haard- of standplaatstoelage, het functiecomplement, de functietoeslag en de premie voor een bijzondere beroepsbekwaamheid en/of een bijzondere beroepstitel.  Deze voordelen zijn in het IF-IC barema geïntegreerd.

  • Verloning hybride functies

De werknemer aan wie een hybride sectorale referentiefunctie werd toegekend wordt een maandloon toegekend dat samengesteld wordt pro rata de arbeidstijd die de werknemer besteedt aan elk van de sectorale referentiefuncties.

Wanneer de hoogst geklasseerde sectorale referentiefunctie voor 70 % of meer deel uitmaakt van de contractuele arbeidstijd van de werknemer, dan wordt de werknemer voor 100 % van zijn contractuele arbeidstijd vergoed aan het IF-IC barema voor deze functie.

  • Uurloon

Het geïndexeerde uurloon (in het stelsel van de 38-urenweek) is gelijk aan:

maandloon X 12 / 1976

  • Informatie aan de werknemer die recht heeft op het IF-IC barema

De werkgever maakt schriftelijk aan de werknemer over:

- de code(s) en de titel(s) van de aan de werknemer toegekende sectorale referentiefunctie(s) zoals opgenomen in bijlage 1 van de CAO van 28/09/2016 tot het bepalen van sectorale referentiefuncties en een sectorale functieclassificatie (zie Hfdst. 030202);

- de gecombineerde baremacode(s) van het  startbarema en het doelbarema;

- de baremacode(s) van het IF-IC barema;

- deze baremacode(s) wordt(worden) vooraf gegaan door het woord "IF-IC barema" indien het IF-IC barema wordt toegekend aan de betrokken werknemer;

- de baremieke anciënniteit van de werknemer in jaren en maanden op 01/07/2021;

- voor werknemers in dienst op 30/06/2021, die nog niet betaald worden volgens het IF-IC barema,  dient ook te worden vermeld welke looncomponenten in het startbarema werden geïntegreerd;

- in voorkomend geval worden de looncomponenten vermeld in CAO's gesloten op ondernemingsvlak of door middel van een collectief akkoord, afgesproken in de paritaire overlegorganen van de onderneming;

- in voorkomend geval wordt het huisbarema vermeld dat van toepassing is op de betrokken werknemer.

De incorporatie in een schriftelijke overeenkomst wordt tussen de werkgever en de betrokken werknemer beschouwd als een schriftelijke kennisgeving.

  • Verworven anciënniteit

De werknemer die het recht opent op het IF-IC barema behoudt zijn verworven baremieke anciënniteit als vertrekpunt voor de verdere evolutie van de anciënniteit.

  • Verworven anciënniteit bij functiewijziging

Bij wijziging van functie binnen dezelfde onderneming, heeft de werknemer onmiddellijk recht op de verworven baremieke anciënniteit in de vorige functie.

Bijlagen

Zie CAO nr. 164575.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
31/03/2021
Registratienr
164575
Geldig van
01/07/2021
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
21/04/2021
Registratiedatum
06/05/2021
Reikwijdte
Inrichtingen die aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn, met uitzondering van de autonome categorale ziekenhuizen (dit is elk ziekenhuis dat uitsluitend beschikt over een Gdienst en/of een Sp-dienst als vermeld in art 5, §1, I, eerste lid, 3° en 4°, van de bijzondere wet van 8/8/1980 tot hervorming der instellingen), de psychiatrische verzorgingstehuizen en de initiatieven van beschut wonen, Forensisch psychiatrische centra, diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België, thuisverpleging, medisch-pediatrische centra, wijkgezondheidscentra, Revalidatiecentra meer bepaald, de instellingen waarmee het Verzekeringscomité van het Riziv op voorstel van het College van geneesheren directeurs, in uitvoering van art 22, 6° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14/7/1994, een overeenkomst heeft gesloten en die niet vallen onder de toepassing van art 5, § 1, I, 5° van de bijzondere wet van
Buiten bereik
Leidinggevend personeel zoals bedoeld in art. 4, 4° van de wet van 4/12/2007 betreffende de sociale verkiezingen, noch op de artsen, met uitzondering van de artsen in de wijkgezondheidscentra
Onderwerp
Volledige invoering van een nieuw loonmodel voor de federale gezondheidsdiensten : IFIC
BS Bericht van neerlegging
27/05/2021
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
08/09/2021
Gepubliceerd in het B.St. van
28/10/2021
Keywords
LONEN, PREMIE EIGEN AAN DE SECTOR OF AAN DE ONDERNEMING, FUNCTIECLASSIFICATIE, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET
Tekst aangepast op
08/05/2021

Datum CAO
11/10/2021
Registratienr
168118
Geldig van
01/07/2021
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
30/10/2021
Registratiedatum
05/11/2021
Reikwijdte
inrichtingen die aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn, met uitzondering van de autonome categorale ziekenhuizen (dit is elk ziekenhuis dat uitsluitend beschikt over een Gdienst en/of een Sp-dienst), als vermeld in artikel 5, §1, I, eerste lid, 3° en 4°, van de bijzondere wet van 8/08/1980, Psychiatrische verzorgingstehuizen en initiatieven van beschut wonen, Forensisch psychiatrische centra, Revalidatiecentra meer bepaald, de instellingen waarmee het Verzekeringscomité van het Riziv, een overeenkomst heeft gesloten en die niet vallen onder de toepassing van artikel 5, § 1, I, 5° van de bijzondere wet van 8/08/1980 tot hervorming van de instellingen, Diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België, Thuisverpleging, Medisch-pediatrische centra, Wijkgezondheidscentra.
Buiten bereik
Directiepersoneel en artsen
Onderwerp
Nieuw loonmodel voor de federale gezondheidsdiensten : IFIC
BS Bericht van neerlegging
18/11/2021
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
29/01/2022
Gepubliceerd in het B.St. van
04/04/2022
Keywords
LONEN, MINIMUMUUR- EN MAANDLONEN, INDEXERINGSBEPALINGEN
Tekst aangepast op
10/11/2021

Historiek
01/07/2021 31/12/2050 04010102 Loonmodel IFIC - Federale sectoren
01/07/2021 30/06/2021 04010102 Loonmodel IFIC - Federale sectoren
22/11/2019 29/06/2021 04010102 Loonmodel IFIC - Federale sectoren
01/09/2018 21/11/2019 04010102 Loonmodel IFIC
01/01/2018 31/08/2018 04010102 Loonmodel IFIC