0405 Haard- of standplaatstoelage - Niet-IFIC

Paritair (sub-)Comité nr.:
330.01.10-00.00

Bijwerking: 15/06/2021
Geldig vanaf: 01/06/2016

De werknemer waarop het IF-IC barema van toepassing is heeft vanaf dit moment en voor de duurtijd van de verdere loopbaan, hier bovenop geen recht meer op de haard- of standplaatstoelage.  Dat voordeel is in het IF-IC barema geïntegreerd.

Haardtoelage:

  • wordt toegekend aan het gehuwd of wettelijk samenwonend personeelslid, behalve wanneer de toelage aan hun echtgeno(o)t(e) of partner wordt toegekend.
  • wordt toegekend aan de andere werknemers, die één of meer kinderen ten laste hebben voor wie ze kinderbijslag(en) ontvangen, behalve als zij samenwonen met een werknemer van het andere geslacht die de haardtoelage geniet.
  • Als beide partners werknemers zijn van eenzelfde instelling, wordt de haardtoelage toegekend aan degene die het laagste loon geniet. Bij gelijke jaarbedragen kunnen de partners met wederzijds akkoord bepalen wie van beiden begunstigde zal zijn van de haardtoelage.

Standplaatstoelage:

  • wordt toegekend aan de werknemers die geen haardtoelage bekomen.

Bedragen:

Maandlonen welke 2.187,47 EUR niet te boven gaan:

Haardtoelage

Standplaatstoelage

98,42 EUR

49,21 EUR

Maandlonen welke hoger zijn dan € 2.187,47 doch € 2.493,85 niet te boven gaan:

Haardtoelage

Standplaatstoelage

49,21 EUR

24,60 EUR

Maandlonen welke hoger zijn dan 2.493,85 EUR

Haardtoelage

Standplaatstoelage

0 EUR

0 EUR

  • Wanneer - door het overschrijden van de hoger vermelde maandlonen en het daaraan gekoppelde verlies van de volledige of gehalveerde toelage - de bezoldiging zou dalen, wordt het verschil toegekend onder de vorm van een gedeeltelijke toelage.
  • Bij deeltijdse prestaties worden zowel de toelagen als de grensbedragen pro rata verrekend.
  • Zie Hdst. 0402 voor de actuele bedragen.

In het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten werd op 25 september 2002 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de toekenning van een haard- of standplaatstoelage.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 23 oktober 2002 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 5 november 2002.

Wij geven u hierna de nuttige bepalingen van deze CAO en een korte samenvatting.

De werknemer waarop het IF-IC barema van toepassing is heeft vanaf dit moment en voor de duurtijd van de verdere loopbaan, hier bovenop geen recht meer op de haard- of standplaatstoelage.  Dat voordeel is in het IF-IC barema geïntegreerd (voor de federale sectoren: art. 13 van de CAO van 31/03/2021 - nr. 164575/CO/330 en voor de geregionaliseerde sectoren: art. 13 van de CAO van 23/04/2021 - nr. 166043/CO/330).

A. CAO van 25 september 2002

HOOFDSTUK I – Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van :

de inrichtingen en diensten die aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn ;

de psychiatrische verzorgingstehuizen ;

- de samenwerkingsverbanden voor de oprichting en het beheer van initiatieven van beschut wonen ;

- de rusthuizen voor bejaarden ;

- de rust- en verzorgingstehuizen ;

- de serviceflats en dienstencentra die verzorging verlenen ten gunste van bejaarden ;

- de revalidatiecentra.

Onder « werknemers » wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitveoring aan het punt 1 van het federaal meerjarenplan van 1 maart 2000.

HOOFDSTUK II – Haardtoelage

Artikel 3

§1. Een haardtoelage wordt toegekend :

1° aan de gehuwde of het personeelslid dat wettelijk samenwoont, behalve wanneer de toelage aan hun echtgenoot of echtgenote of partner wordt toegekend.

Onder « samenwonenden » wordt verstaan : het onder hetzelfde dak samenleven van twee personen zonder graad van bloedverwantschap die hun huishoudelijke aangelegenheden hoofdzakelijk gemeenschappelijk regelen.  Het bewijs wordt geleverd via attestering door de gemeentelijke administratie ;

2° aan de andere werknemers die één of meer kinderen ten laste hebben voor wie hun kinderbijslagen worden toegekend en uitbetaald, behalve als zij samenwonen met een werknemer/werkneemster die de haardtoelage geniet.

§2. Zijn uitgesloten van het voordeel van de haardtoelage, de werknemers van wie de echtgenoot of de echtgenote, of de samenwonende partner, op wie deze collectieve arbeidsovereenkomst niet van toepassing is, dit voordeel geniet, welk zijn (haar) statuut ook weze.

§3. Als beide echtgenoten, of de 2 personen die samenwonen, werknemers zijn van een instelling, bedoeld in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt de haardtoelage toegekend aan degene die het laagste loon geniet.

Bij gelijke jaarbedragen kunnen de echtgenoten of samenwonenden met wederzijds akkoord bepalen wie van beiden begunstigde zal zijn van de haardtoelage.

§4. Nochtans, wanneer één van de echtgenoten of personen die samenwonen of beiden, zonder de eventueel toe te kennen haardtoelage in aanmerking te nemen, het gewaarborgd minimumloon, van toepassing in de instellingen bedoeld in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, genieten, wordt de haardtoelage toegekend aan degene die het hoogste loon heeft, indien deze laatste er recht op heeft overeenkomstig de bepalingen van artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Bij gelijke jaarbedragen kunnen de echtgenoten of personen die samenwonen met wederzijds akkoord bepalen wie van beiden begunstigde zal zijn van de haardtoelage.

§5. Voor de toepassing van §§ 3 en 4 wordt verstaan onder loon, de toegekende jaarbedragen (100 %) welke voorkomen in de uitgewerkte loonschalen zoals deze zijn vastgesteld voor volledige arbeidsprestaties.

§6. De bepalingen van §§2, 4 en 5 zijn eveneens van toepassing op de werknemers die samenwonen en die voldoen aan de voorwaarden vermeld in §1, 2°.

§7. De vereffening van de haardtoelage is afhankelijk van een verklaring op erewoord, opgesteld door de werknemer volgens model, als bijlage gevoegd bij deze collectieve arbeidsovereenkomst, en toegestuurd in twee exemplaren aan de personeelsdienst van de instellingen, bedoeld bij artikel 1.

HOOFDSTUK III – Standplaatstoelage

Artikel 4

Een standplaatstoelage wordt toegekend aan de werknemers die geen haardtoelage bekomen.

HOOFDSTUK IV – Gemeenschappelijke bepalingen

Artikel 5

Het jaarlijks bedrag van de haardtoelage of van de standplaatstoelage wordt vastgesteld als volgt (aan 100 %) :

1° jaarlijkse lonen welke 16.000,01 EUR niet te boven gaan :

Haardtoelage

Standplaatstoelage

719,88 EUR

359,94 EUR

2° jaarlijkse lonen welke hoger zijn dan 16.000,01 EUR doch 18.241,02 EUR niet te boven gaan :

Haardtoelage

Standplaatstoelage

359,94 EUR

179,97 EUR

Commentaar : voor de huidige bedragen zie onze sectorale documentatie, Hfdst. 0402.

Artikel 6

De bezoldiging van de werknemer van wie het jaarlijks loon 16.000,01 EUR te boven gaat, mag niet kleiner zijn dan die welke hij zou bekomen ware zijn jaarlijks loon gelijk aan dit bedrag.  In voorkomend geval wordt hem het verschil toegekend in de vorm van een gedeeltelijke haardtoelage of van een gedeeltelijke standplaatstoelage.

De bezoldiging van de werknemer van wie het jaarlijks loon 18.241,02 EUR te boven gaat, mag niet kleiner zijn dan die welke hij zou bekomen ware zijn jaarlijks loon gelijk aan dit bedrag. In voorkomend geval wordt hem het verschil toegekend in de vorm van een gedeeltelijke haardtoelage of van een gedeeltelijke standplaatstoelage.

Onder bezoldiging moet worden verstaan het loon, verhoogd met de volledige en gedeeltelijke haardtoelage of de volledige of gedeeltelijke standplaatstoelage, verminderd met de afhouding voor de samenstelling van het overlevingspensioen (cf. de afhouding voor het Rijkspersoneel).

Artikel 7

De haardtoelage en de standplaatstoelage, alsook de grenslonen vastgesteld voor de toekenning ervan, worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk, overeenkomstig de modaliteiten welke zijn vastgesteld bij de wet van 2 augustus 1971 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1971) houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmede rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.

Artikel 8

De haardtoelage of de standplaatstoelage wordt toegekend aan de werknemers met onvolledige arbeidsprestaties, naar rata van deze arbeidsprestaties.

Het in aanmerking te nemen loon is het loon dat zou worden toegekend indien de deeltijdse betrekking van de werknemer een voltijdse betrekking was.

Artikel 9

De haardtoelage of de standplaatstoelage wordt betaald terzelfder tijd als het loon van de maand waarop zij betrekking heeft.

Zij wordt betaald in dezelfde mate en volgens dezelfde modaliteiten als het loon wanneer dit niet voor een volledige maand is verschuldigd.

Wanneer zich in de loop van een maand een feit voordoet dat het recht op de haard- of standplaatstoelage wijzigt, zoals het is bepaald bij de artikelen 3 en 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt het voordeligste stelsel voor de volledige maand toegepast.

HOOFDSTUK V – Slotbepalingen

Artikel 10

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2004.

Zij is gesloten voor onbepaalde duur.  Zij kan met drie maanden worden opgezegd door elk van de partijen bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten.

Artikel 11

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de werknemers die reeds een haard- of standplaatstoelage genieten die minstens gelijkwaardig is als deze bedongen in de huidige overeenkomst.

Artikel 12

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft de collectieve arbeidsovereenkomst op van 22 oktober 1991 van toepassing op de instellingen die onder het Paritair Subcomité voor de privé-ziekenhuizen ressorteren en van 15 december 1994 van toepassing op de revalidatiecentra, en dit vanaf het ogenblik dat de voordelen bedongen in deze collectieve arbeidsovereenkomst effectief worden toegekend.

Artikel 13

Partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen bedongen in onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst slechts effectief aan de werknemers zullen toegekend worden voor zover de koninklijke en ministeriele besluiten die de financiering ervan verzekeren, zoals deze door de Regering voorzien werden, effectief op 1 oktober 2002 in werking treden, hierbij invoerend :

(1) voor het personeel dat niet in het kader van de RIZIV forfaits gefinancierd wordt, een jaarlijkse financiering per VTE personeelslid ten bedrage van :

Vanaf 1 oktober 2002 :

- 2.383,56 EUR voor een verpleegkundige A1 ;

- 2.176,58 EUR voor een verpleegkundige A2 of ZHA ;

- 5.029,75 EUR voor een personeelslid verzorgende ;

- 733,87 EUR voor een paramedisch personeelslid ;

- 3.166,64 EUR voor een administratief, werklieden- of technisch personeelslid.

Vanaf 1 oktober 2003 :

- 3.659,69 EUR voor een verpleegkundige A1 ;

- 3.366,46 EUR voor een verpleegkundige A2 of ZHA ;

- 6.058,40 EUR voor een verzorgend personeelslid ;

- 1.972,50 EUR voor een paramedisch personeelslid ;

- 4.124,02 EUR voor een administratief, werklieden- of technisch personeelslid.

Vanaf 1 oktober 2004 :

- 3.711,54 EUR voor een verpleegkundige A1 ;

- 3.496,09 EUR voor een verpleegkundige A2 of ZHA ;

- 6.588,42 EUR voor een personeelslid verzorgende ;

- 2.128,05 EUR voor een paramedisch personeelslid ;

- 7.550,84 EUR voor een administratief, werklieden- of technisch personeelslid

waarbij het geheel van voornoemde bedragen gekoppeld wordt aan het spilindexcijfer (...), aangepast overeenkomstig de modaliteiten van het stelsel van indexering aan de consumptieprijzen en onderworpen aan een globale budgettaire enveloppe berekend op basis van het in de sector effectieve tewerkstellingsvolume van het jaar 2001 ;

(2) voor het personeel gefinancierd binnen het kader van de RIZIV forfaits, een jaarlijkse financiering per VTE gelijk aan het bedrag overeenstemmend met voornoemde bedragen (rekening houdend met de lasten die reeds door de forfaits gedekt worden), vermeerderd met een bedrag overeenstemmend met de 1 % baremieke verhoging toegekend op 1 oktober 2001 overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2000 betreffende de optrekking met 1 % van de lonen van sommige werknemers.  Aangezien deze bedragen toegevoegd worden aan de geactualiseerde waarde van de RIZIV forfaits van toepassing op 30 september 2000 zoals gewijzigd overeenkomstig de tussen 30 september 2000 en 1 oktober 2002 aangepaste omkaderingsnormen, wordt de waarde van de forfaits (...) op 1 oktober 2002 op volgende bedragen vastgelegd :

- voor de rustoorden :

forfait O : 1,18 EUR

forfait A : 7,99 EUR

forfait B : 24,16 EUR

forfait C : 34,58 EUR

forfait C+ : 36,38 EUR

- voor de rust- en verzorgingsinstellingen :

forfait B4 : 38,66 EUR

forfait B5 : 43,25 EUR

forfait C : 48,79 EUR

forfait Cd : 50,49 EUR

- voor de dagverzorgingscentra :

forfait : 23,57 EUR.

Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2002 tot toekenning van een haard- of standplaatstoelage aan sommige werknemers

Verklaring op erewoord

Toekenning van een haardtoelage

Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2002

Deze verklaring op erewoord moet worden ingevuld door de mannelijke of vrouwelijke werknemers die het voordeel van een haardtoelage wensen te genieten.

Met deze verklaring op erewoord bevestigt de ondertekenende werknemer, aanvrager van een haardtoelage, dat hij voldoet aan sommige voorwaarden, bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten.

Ondergetekende werknemer :

Naam : ..........................................................................................................................................................................

Voornamen : .................................................................................................................................................................

Plaats en datum van geboorte : .......................................................................................................................................

Adres : ..........................................................................................................................................................................

Echtgeno(o)t(e) of persoon met wie het personeelslid samenwoont :

Naam : ..........................................................................................................................................................................

Voornamen : .................................................................................................................................................................

Plaats en datum van geboorte : .......................................................................................................................................

I.      Verklaart zich in één van de twee volgende gevallen te bevinden :

      1° gehuwd of samenwonend :

      2° alleenstaand (ongehuwd, gescheiden van tafel en bed, uit de echt gescheiden, weduwenaar of weduwe) met één of meer kinderen ten laste voor wie kinderbijslag wordt toegekend en uitbetaald.

II.    Verklaart dat zijn echtgenoot of de persoon met wie hij samenwoont :

      geen enkele beroespactiviteit uitoefent en geen haardtoelage geniet ;

      een beroepsactiviteit uitoefent als zelfstandige en geen haardtoelage geniet ;

      een beroepsactiviteit uitoefent in de openbare sector (parastatalen inbegrepen) en er geen haardtoelage geniet ;

      een beroepsactiviteit uitoefent in een privé-sector, andere dan een instelling vermeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2002, en er geen haardtoelage geniet ;

      een beroepsactiviteit uitoefent in een instelling vermeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2002 en er een wedde heeft die tegelijkertijd hoger is dan het gewaarborgd minimumloon van de privé-ziekenhuissector en dan de wedde van de ondertekenende werknemer ;

      een beroepsactiviteit uitoefent in een instelling vermeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2002 en :

- er een wedde heeft, gelijk aan deze van de ondertekenende werknemer ;

- aanvaardt, in akkoord met de ondertekenende werknemer, dat de haardtoelage exclusief aan laatsgenoemde zou worden toegekend ;

      zich in geen enkel van de hierboven opgesomde gevallen bevindt en geen haardtoelage geniet.

III.  De ondertekenende werknemer

      1° bevestigt dat bovenvermelde instellingen echt en juist zijn ;

      2° verbindt zich ertoe ten spoedigste op elk verzoek van zijn werkgever elk document te overhandigen tot staving van de juistheid van zijn verklaring betreffende zowel de wedde van de echtgenoot of van de personen met wie hij wettelijk samenwoont als betreffende het feit dat de echtgenoot of de persoon met wie hij wettelijk samenwoont geen haardtoelage geniet ;

      3° verbindt zich ertoe onmiddellijk zijn werkgever in kennis te stellen van elke wijziging die in de bovenbeschreven toestand tot stand mocht komen ;

      4° verleent uitdrukkelijk aan zijn werkgever de toelating op zijn wedde elk bedrag in te houden dat de werkgever ten onrechte zou betaald hebben ingevolge een onjuiste verklaring.  De modaliteiten van deze inhouding zullen in gemeen overleg worden vastgelegd ; bij gebrek aan akkoord tussen partijen zullen deze inhoudingen gebeuren volgens de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers (Belgisch Staatsblad van 30 april 1965).

Gedaan te ......................................................., de ..................................................

Handtekening van de aanvragende werknemer, voorafgegaan door de woorden « Gelezen en goedgekeurd », eigenhandig geschreven.

Handtekening van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende persoon, voorafgegaan door de woorden « voor akkoord », eigenhandig geschreven.

B. Samenvatting

Voorwaarden

De haardtoelage wordt toegekend aan :

  • de gehuwde werknemer, behalve wanneer de echtgenoot/echtgenote een haardtoelage geniet ;
  • de wettelijk samenwonende werknemer, behalve wanneer de partner een haardtoelage geniet ;
  • de werknemer die één of meerdere kinderen ten laste heeft en waarvoor hij/zij kinderbijslag ontvangt, behalve als hij/zij samenwoont met een partner die haardtoelage geniet.

Een standplaatstoelage wordt toegekend aan de werknemer die geen haardtoelage bekomt en wiens jaarloon het plafond niet te boven gaat.

Modaliteiten

De haard en standplaatstoelage wordt :

  • verminderd pro rata van de verrichte prestaties voor werknemers met onvolledige prestaties ;
  • afhankelijk gesteld van een verklaring op erewoord betreffende de familiale situatie (zie bijlage) ;
  • gelijktijdig en volgens dezelfde modaliteiten betaald als de wedde van de maand waarop ze betrekking heeft ; de haard en standplaatstoelage dient geproratiseerd te worden wanneer er niet betaalde dagen (zwangerschapsverlof, verlof om dringende familiale reden, toegestane afwezigheid, vrijwillige afwezigheid, ziekte meer dan 30 dagen,….) in de maand zouden voorkomen. Vakantiedagen (arbeiders en bedienden) worden gelijkgesteld zijn met gewerkte dagen.
  • betaald voor de volle maand volgens het voordeligste stelsel bij eventuele wijzigingen in de loop van de maand.

Bedragen

Jaarloon = gebaremiseerd maandloon x 12

Voor een deeltijdse betrekking is het in aanmerking te nemen loon, het loon dat zou worden toegekend indien de betrekking een voltijdse was.

De bezoldiging van de werknemer van wie het jaarlijks loon het plafond te boven gaat, mag niet kleiner zijn dan die welke hij zou bekomen ware zijn jaarlijks loon gelijk aan dit bedrag.  In voorkomend geval wordt hem het verschil toegekend in de vorm van een gedeeltelijke haardtoelage of van een gedeeltelijke standplaatstoelage.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
25/09/2002
Registratienr
64175
Geldig van
-
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
03/10/2002
Registratiedatum
10/10/2002
Onderwerp
Toekenning van een haard- of stanplaatstoelage
BS Bericht van neerlegging
29/10/2002
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
23/10/2002
Gepubliceerd in het B.St. van
05/11/2002
Keywords
LONEN

Datum CAO
31/03/2021
Registratienr
164575
Geldig van
01/07/2021
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
21/04/2021
Registratiedatum
06/05/2021
Reikwijdte
Inrichtingen die aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn, met uitzondering van de autonome categorale ziekenhuizen (dit is elk ziekenhuis dat uitsluitend beschikt over een Gdienst en/of een Sp-dienst als vermeld in art 5, §1, I, eerste lid, 3° en 4°, van de bijzondere wet van 8/8/1980 tot hervorming der instellingen), de psychiatrische verzorgingstehuizen en de initiatieven van beschut wonen, Forensisch psychiatrische centra, diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België, thuisverpleging, medisch-pediatrische centra, wijkgezondheidscentra, Revalidatiecentra meer bepaald, de instellingen waarmee het Verzekeringscomité van het Riziv op voorstel van het College van geneesheren directeurs, in uitvoering van art 22, 6° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14/7/1994, een overeenkomst heeft gesloten en die niet vallen onder de toepassing van art 5, § 1, I, 5° van de bijzondere wet van
Buiten bereik
Leidinggevend personeel zoals bedoeld in art. 4, 4° van de wet van 4/12/2007 betreffende de sociale verkiezingen, noch op de artsen, met uitzondering van de artsen in de wijkgezondheidscentra
Onderwerp
Volledige invoering van een nieuw loonmodel voor de federale gezondheidsdiensten : IFIC
BS Bericht van neerlegging
27/05/2021
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
08/09/2021
Gepubliceerd in het B.St. van
28/10/2021
Keywords
LONEN, PREMIE EIGEN AAN DE SECTOR OF AAN DE ONDERNEMING, FUNCTIECLASSIFICATIE, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET
Tekst aangepast op
08/05/2021

Datum CAO
23/04/2021
Registratienr
166043
Geldig van
01/07/2021
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
07/07/2021
Registratiedatum
16/07/2021
Reikwijdte
Categorale ziekenhuizen, rusthuizen voor bejaarden, rust- en verzorgingstehuizen, dagverzorgingscentra, assistentiewoningen, centra voor kortverblijf voor bejaarden, psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, ..., ... revalidatiecentra met uitsluiting van, de instellingen waarmee het Verzekeringscomité van het Riziv op voorstel van het College van geneesheren directeurs, in uitvoering van art 22, 6° van de wet gecoördineerd op 14/7/1994, een overeenkomst heeft gesloten en die niet vallen onder de toepassing van art 5, § 1, I, 5° van de bijzondere wet van 8/8/1980, ..., ... die door de Vlaamse Gemeenschap worden erkend en/of gesubsidieerd
Buiten bereik
Leidinggevend personeel en artsen
Onderwerp
Volledige invoering van een nieuw loonmodel voor de inrichtingen en diensten die door de Vlaamse Gemeenschap worden erkend en/of gesubsidieerd - IFIC
BS Bericht van neerlegging
24/08/2021
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
12/09/2021
Gepubliceerd in het B.St. van
28/10/2021
Keywords
LONEN, FUNCTIECLASSIFICATIE, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, MINIMUMUUR- EN MAANDLONEN, INDEXERINGSBEPALINGEN, FUNCTIECLASSIFICATIE, OUDERE WERKNEMERS:ANCIËNNITEITSVERLOF,-TOESLAG,-PREMIE/AFSCHEIDSPREMIE
Tekst aangepast op
29/07/2021

Historiek
01/06/2016 31/12/2050 0405 Haard- of standplaatstoelage - Niet-IFIC
01/06/2016 31/05/2016 0405 Haard- of standplaatstoelage - Niet-IFIC
01/10/2004 31/05/2016 0405 Haard- of standplaatstoelage
01/10/2004 30/09/2004 0405 Haard- of standplaatstoelage
15/10/1991 30/09/2004 0405 Haard- of standplaatstoelage