2302 Syndicale afvaardiging (minder dan 50 werknemers)

Paritair (sub-)Comité nr.:
330.01.10-00.00

Bijwerking: 04/05/2012
Geldig vanaf: 23/12/2011

Een syndicale afvaardiging kan opgericht worden in elke instelling:

a) die gedurende 6 maanden voor de aanvraag tot oprichting, minstens het onderstaande aantal personeelsleden in dienst heeft en dit ongeacht hun contractuele arbeidstijd:

- 40 personeelsleden: inwerkingtreding vanaf 1 oktober 2007

- 30 personeelsleden: inwerkingtreding vanaf 1 oktober 2008

- 20 personeelsleden: inwerkingtreding vanaf 1 oktober 2009.

b) en als minstens 50 % van het personeel van de instelling een aanvraag doet en aanvaardt om vertegenwoordigd te worden door een vakbondsafvaardiging. 

CAO 26/01/2009 gewijzigd door CAO 23/12/2001

In het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten werd op 26 januari 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging in de gezondheidsdiensten die minder dan 50 werknemers in dienst hebben.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 18 november 2011 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 5 januari 2012.

Zij werd gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 2011, neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 7 maart 2012 onder het nr. 108647/CO/330; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 27 maart 2012.

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel van de instellingen die onder de federale sectoren van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten ressorteren en die minder dan 50 werknemers in dienst hebben, te weten:

- de inrichtingen die aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn;

- de psychiatrische verzorgingstehuizen;

- de initiatieven voor beschut wonen voor psychiatrische patienten;

- de rusthuizen voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen en de dagverzorgingscentra;

- de revalidatiecentra;

- de diensten voor thuisverpleging;

- de diensten voor bloedtransfusie en bloedverwerking;

- de medisch-pediatrische centra;

- de wijkgezondheidscentra.

HOOFDSTUK II - Algemene beginselen

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan het punt 6.2 van het akkoord betreffende de federale gezondheidssectoren voor de privé-sector van 26 april 2005.

Artikel 3

De werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten verklaren dat de essentiële beginselen betreffende de bevoegdheid en de werkingsmodaliteiten van de syndicale afvaardigingen van het personeel der ondernemingen bepaald worden door deze overeenkomst.

Artikel 4

De werknemers erkennen de noodzakelijkheid van een wettig gezag van de ondernemingshoofden en zij maken er een erepunt van hun werk plichtsgetrouw uit te voeren.

De werkgevers eerbiedigen de waardigheid der werknemers en zij maken er een erepunt van hen met rechtvaardigheid te behandelen.  Zij verbinden er zich toe hun vrijheid van vereniging en de vrije ontplooiing van hun organisatie in de onderneming direct noch indirect te hinderen.

Artikel 5

De werkgeversorganisaties verbinden er zich toe aan hun aangeslotenen aan te bevelen, op het personeel geen enkele druk uit te oefenen op hen te beletten bij een vakbond aan te sluiten.

De werknemersorganisaties verbinden er zich toe onder eerbiediging van de vrijheid van vereniging, aan hun organisaties waaruit zij zijn samengesteld, aan te bevelen in de ondernemingen, de praktijken van paritaire verhoudingen die met de geest van deze overeenkomst stroken, na te leven.

Artikel 6

De organisaties verbinden er zich toe hun aangesloten organisaties aan te bevelen:

- respectievelijk de hoofden van de instellingen en de syndicale afgevaardigden te verzoeken in alle omstandigheden blijk te geven van zin voor rechtvaardigheid, billijkheid en verzoening die bepalend zijn voor de goede sociale verhoudingen in de onderneming;

- er over te waken dat dezelfde personen de sociale wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten en het arbeidsreglement naleven en hun inspanningen bundelen ten einde de naleving ervan te verzekeren.

Artikel 7

De werknemersorganisaties verbinden er zich toe aan hun aangesloten organisaties aan te bevelen zich onderling akkoord te stellen en daartoe eventueel een beroep te doen op het verzoeningsinitiatief van de voorzitter van het paritair comité voor het aanwijzen van een gemeenchappelijke syndicale afvaardiging in de ondernemingen, en er voor te zorgen dat de aangewezen afgevaardigden beschikken over het gezag oor het uitvoeren van hun functies, evenals voor hun bevoegdheid.

HOOFDSTUK III - Oprichting en samenstelling van de syndicale delegatie

Artikel 8

Alleen de erkende syndicale organisaties vermeld in artikel 3 hebben het recht om de leden van de syndicale afvaardiging aan te duiden.

Artikel 9

Een syndicale afvaardiging kan opgericht worden in elke instelling:

a) die gedurende 6 maanden voor de aanvraag tot oprichting, minstens het onderstaande aantal personeelsleden in dienst heeft en dit ongeacht hun contractuele arbeidstijd:

- 40 personeelsleden: inwerkingtreding vanaf 1 oktober 2007

- 30 personeelsleden: inwerkingtreding vanaf 1 oktober 2008

- 20 personeelsleden: inwerkingtreding vanaf 1 oktober 2009.

Onder personeelsleden in dienst wordt verstaan: alle personeelsleden die aan de wetten op de sociale zekerheid voor werknemers onderworpen zijn, met uitzondering van de personen die zijn aangeworven onder een studentencontract tijdens de schoolvakantieperiodes en de personen die zijn aangeworven onder een vervangingscontract ter vervanging van een werknemer wiens contract geschorst is voor zijn volledige contractuele duur en voor zover de vervanger wordt meegeteld.

Met nazicht van dit artikel zal gebeuren via de voorzitter van het paritair comité.

Als de voorzitter constateert dat het personeelsbestand minstens 50 werknemers bedraagt, dan past de voorzitter de procedure voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 1972 betreffende het statuut van syndicale afgevaardigden toe en brengt hij de betrokken werkgever hiervan op de hoogte.

b) En als minstens 50 % van het personeel van de instelling een aanvraag doet en aanvaardt om vertegenwoordigd te worden door een vakbondsafvaardiging.  De aanvraag en een lijst van namen en handtekeningen van personen die vragen om vertegenwoordigd te worden door een vakbondsafvaardiging, wordt gericht aan de voorzitter van het paritair comité volgens het model in bijlage.

Commentaar: voor het model klik op het nr. 108647.

Vervolgens vraagt de voorzitter van het paritair comité middels een aangetekende brief aan de werkgever een kopij van de volledige lijst van het personeel.  De werkgever heeft 15 werkdagen om aan deze vraag te voldoen.  Deze termijn gaat in 3 dagen na de postdatum van de aangetekende brief.  Deze brief vermeld expliciet de gevolgen van het niet beantwoorden van de vraag binnen de termijn door de werkgever.

Na de controle door de voorzitter van het paritair comité van het aantal werknemers dat vraagt en aanvaardt vertegenwoordigd te worden door een vakbondsafvaardiging worden de betrokken partijen op de hoogte gebracht.

Vergezeld van een attest opgemaakt door de voorzitter van het paritair comité waarin hij bevestigt dat aan de voorwaarden van dit artikel werd voldaan, wordt de aanvraag nadien angetekend verzonden aan de werkgever.  De voorzitter van het paritair comité verzendt eveneens een kopie van deze aanvraag aan alle erkende vakorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

c) Indien de werkgever na de termijn van 15 werkdagen waarvan sprake in punt b) hierboven de personeelslijst niet heeft bezorgd aan de voorzitter van het paritair comité wordt er geacht voldaan te zijn aan de voorwaarde dat 50 % van het personeel het vraagt en aanvaardt vertegenwoordigd te worden door een vakbondsafvaardiging.  Middels een attest gericht aan de werkgever en aan de representatieve werknemersorganisaties bevestigt de voorzitter van het paritair comité dat aan de voorwaarden voor de oprichting van een vakbondsafvaardiging is voldaan.

Artikel 10

§1. Om een mandaat van afgevaardigde te kunnen uitoefenen, moeten de werknemers op de datum van de oprichting van de vakbondsafvaardiging aan de volgende voorwaarden voldoen:

1. ten minste 18 jaar oud zijn;

2. geen deel uitmaken van het leidinggevend personeel, belast met het dagelijks beheer van de instelling;

3. minstens zes maanden ononderbroken tewerkgesteld zijn in de instelling;

4. de leeftijd van vijfenzestig jaar niet hebben bereikt;

5. niet in opzeggingstermijn zijn, noch in proefperiode.

Het mandaat van de personeelsafgevaardigde neemt een einde: 

1. in geval van niet-vernieuwing;

2. indien de afgevaardigde geen deel meer uitmaakt van het personeel;

3. in geval van schriftelijk aan de werkgever meegedeelde ontslagneming;

4. indien de afgevaardigde geen lid meer is van de werknemersorganisatie die de kandidatuur heeft voorgedragen;

5. zodra de betrokkenen deel uitmaakt van het leidinggevend personeel, belast met het dagelijks beheer van de instelling;

6. in geval van overlijden.

§2. Indien het mandaat van een personeelsafgevaardigde een einde neemt, stelt de syndicale organisatie waartoe deze afgevaardigde behoort, een nieuwe personeelsafgevaardigde aan voor de resterende duur van het mandaat.

§3. De vakbondsafvaardiging in de instelling is samengesteld uit twee effectieve mandaten in de instellingen van 20 tot 49 werknemers.

Artikel 11

Rekening houdend met hoger genoemd artikel 7, gebeurt de aanduiding van de vakbondsafgevaardigde bij middel van een aangetekend schrijven, gericht aan de werkgever, door de erkende syndicale organisatie die de syndicale afvaardiging opstart.

Als meerdere vakorganisaties, aanwezig in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, aanspraak maken op ten minste één mandaat, sturen zij de werkgever een gemeenschappelijke brief tot aanwijzing.  In geval van geschil met betrekking tot de verdeling van de mandaten, doen de vakorganisaties een beroep op de voorzitter van het paritair comité: de verdeling gebeurt dan op basis van het aantal aangesloten leden in de instelling.

De duur van het mandaat van de vakbondsafvaardiging bedraagt 4 jaar, stilzwijgend verlengbaar.  Een organisatie die aanspraak maakt op ten minste één mandaat bij de vernieuwing van de mandaten, moet dit via een aangetekende brief, tenminste één maand vóór het aflopen van de huidige mandaten, laten weten aan de werkgever en aan de vakorganisaties die reeds maandaten uitoefenen.  Op vraag van een vakorganisatie die niet vertegenwoordigd is in de afvaardiging moet de werkgever de datum van de vernieuwing van de mandaten, de bevestiging en de gegevens van de organisatie die de mandaten bezitten doorgeven.  In onderhavig geval is de procedure, bepaald in artikel 7 en de alinea's 1 en 2 van dit artikel, eveneens van toepassing.

HOOFDSTUK IV - Bevoegheid van de syndicale afvaardiging

Artikel 12

Deze heeft betrekking op: 

1. de arbeidsverhoudingen;

2. onderhandelingen met het oog op het sluiten van collectieve overeenkomsten of akkoorden in de schoot van de onderneming;

3. waken op de toepassing van de sociale wetgeving, van de collectieve arbeidsovereenkomsten, van het arbeidsreglement en de individuele arbeidsovereenkomsten;

4. de naleving van de algemene beginselen bepaald in de artikels 3 tot 6 van deze overeenkomst.

HOOFDSTUK V - Werking

Artikel 13

De syndicale afvaardiging mag na raadpleging van de directie mondeling of schriftelijk overgaan tot alle mededelingen welke nuttig zijn voor het personeel zonder dat zulks de organisatie van het werk mag verstoren.  Deze mededelingen moeten van profesionele of van syndicale aard zijn.

Artikel 14

Vergaderingen van het personeel kunnen in de instelling plaats hebben, dit in overleg met de directie en de afvaardiging.  Dag, uur en duur van deze vergaderingen worden bepaald hetzij na de werkdag, hetzij tussen een rustpauze.  Het spreekt vanzelf dat door het houden van deze vergaderingen, de werking van de dienst onder geen enkel opzicht enige moeilijkheid mag ondervinden.

Artikel 15

Teneinde de bijeenkomsten bij de directie voor te bereiden  zal de syndicale afvaardiging eveneens kunnen vergaderen tijdens de diensturen, volgens praktische schikkingen die bij onderling akkoord vastgesteld worden tussen de directie en de syndicale afvaardiging.

De syndicale afvaardiging beschikt over een krediet van twee uren per maand voor deze voorbereidende vergaderingen.

Artikel 16

De directie raadpleegt de syndicale afvaardiging wanneer belangrijke wijzigingen overwogen worden die rechtstreeks de personeelsproblematief beïnvloeden.

Artikel 17

 De directie en de syndicale afvaardiging gaan de verbintenis aan met elkaar te onderhandelen telkens een der partijen een onderhoud aanvraagt.  Dit onderhoud moet binnen acht dagen na de aanvraag plaatshebben.

De uren aan deze vergaderingen besteed worden beschouwd als normale arbeidsuren.

Artikel 18

Wanneer eventuele besprekingen niet tot een akkoord leiden kunnen de syndicale afvaardigingen beroep doen op vertegenwoordigers van hun syndicale organisaties.

De directie kan zich laten bijstaan door vertegenwoordigers van haar patronale organisatie.

Indien geen oplossing gevinden wordt kan de directie of de syndicale afvaardiging beroep doen op de verzoeningsprocedure.

Artikel 19

De tussen de syndicale afvaardiging en de directie gesloten schriftelijke overeenkomsten, zullen door de directie van de instelling ter kennis worden gebracht van het personeel door aanplakking in de lokalen van de instelling, behoudens wanneer het gaat om individuele gevallen.

HOOFDSTUK VI - Statuut en rol van de afgevaardigde

Artikel 20

 Het mandaat van de syndicale afgevaardigde mag geen aanleiding geven tot enig nadeel of speciale voordelen voor diegene die het uitoefent.

Dit betekent dat de afgevaardigden recht hebben op de normale promoties van de categorie werknemers waartoe zij behoren.

Artikel 21

Bewust van de medeverantwoordelijkheid inzake personeelsproblematiek bekijkt en behandelt de afgevaardigde de gestelde problemen met de nodige objectiviteit.

Artikel 22

De afgevaardigde kan in alle omstandigheden met de directie spreken.

Artikel 23

De afgevaardigde mag niet worden ontslagen om redenen die eigen zijn aan de uitoefening van zijn mandaat.

De werkgever die voornemens is een syndicale afgevaardigde om gelijk welke reden, met uitzondering van dringende redenen, te ontslaan, verwittigt voorafgaandelijk de syndicale afvaardiging evenals de syndicale organisatie die deze afgevaardigde heeft benoemd.  Deze verwitting gebeurt bij aangetekend schrijven dat uitwerking heeft op de derde dag volgende op de datum van de verzending.

De betrokken syndicale organisatie beschikt over een termijn van zeven dagen om mee te delen dat zij de geldigheid van het voorgenomen ontslag weigert te aanvaarden.  Deze mededeling zal gebeuren bij aangetekend schrijven; de periode van zeven dagen neemt een aanvang op de dag waarop het door de werkgever toegezonden schrijven uitwerking heeft.

Het uitblijven van reactie van de syndicale organisatie moet beschouwd worden als een aanvaarding van de geldigheid van het voorgenomen ontslag.

Artikel 24

Indien de syndicale organisatie weigert de geldigheid van het voorgenomen ontslag te aanvaarden, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het geval aan het oordeel van het voezoeningsbureau van het paritair comité voor te leggen.  De maatregel tot ontslag mag niet owrden uitgevoerd gedurende de duur van de procedure.

Indien het verzoeningsbureau tot geen eenparige beslissing is kunnen komen binnen de dertig dagen van de aanvraag tot tussenkomst wordt het geschil betreffende de geldigheid van de redenen die door de werkgever werden ingeroepen om het onstlag te verantwoorden, aan de arbeidsrechtbank voorgelegd.

Artikel 25

In geval van ontslag van een syndicale afgevaardigde wegens zware fout, moet de syndicale afvaardiging en de syndicale organisatie die hem heeft voorgedragen, daarvan onmiddellijk worden op de hoogte gebracht.

Artikel 26

Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever verschuldigd in navolgende gevallen:

- indien hij  een syndicale afgevaardigde ontslaat, zonder de in voornoemd artikel 23 bepaalde procedure na te leven;

- indien, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen van ontslag, rekening houdend met de bepaling van artikel 23, lid 1, door het verzoeningsbureau of door de arbeidsrechtbank niet wordt erkend;

- indien de werkgever een afgevaardigde heeft ontslagen wegens dringende redenen en de arbeidsrechtbank het ontslag ongegrond heeft verklaard;

- indien de arbeidsovereenkomst werd beëindigd wegens zware fout van de werkgever die voor de effectieve fgevaardigde een reden is tot onmiddelijke beëindiging van de overeenkomst.

De forfaitaire vergoeding is gelijk aan de brutobezoldiging van een jaar, onverminderd de toepassing van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Deze vergoeding is niet verschuldigd wanneer de effectieve syndicale afgevaardigde, ingevolge artikel 52 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitveoring van hun werk, de vergoeding ontvangt bepaald in de wet van 19 maart 1991 "houdende de bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden", en alle aanverwante uitvoeringsbesluiten.

Artikel 27

De collectieve overeenkomsten in toepassing van deze overeenkomst gesloten, bepalen de te nemen maatregelen en de na te leven opzeggingstermijnen om de voorbarige uitroeping van de werkstaking of lock-out te vermijden en om de bijlegging van de conflicten te bevorderen door een tussenkomst van de vertegenwoordigende organisaties der werkgevers en der werknemers en desnoods door dringend beroep te doen op het paritair comité of op zijn verzoeningsbureau.

Deze maatregelen dienen in overeenstemming te zijn met het koninklijk besluit van 25 mei 1951, waarbij de beslissing genomen door het Nationaal Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, in uitvoering van de wet van 19 augustus 1948 betreffende de prestaties van algemeen belang in vredestijd, bindend wordt gemaakt (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 juni 1951) en met het koninklijk besluit van 10 september 2010 waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing genomen op 12 juli 2010 in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten in uitvoering van de wet van 19 augustus 1948 betreffende de prestaties van algemeen belang in vredestijd (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 11 oktober 2010).

HOOFDSTUK VII - Afwijkend stelsel

Artikel 28

Voor de diensten thuisverpleging die deel uitmaken van een juridische eenheid waarvan een deel van het personeel afhangt van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, waar het statuut van de vakbondsafvaardiging reeds werd vastgelegd, kan worden afgeweken van deze collectieve arbeidsovereenkomst: daarvoor dient een bedrijfscollectieve arbeidsovereenkomst te kiezen voor het gunstigste van de toepasselijke vakbondsafvaardigingsstatuten.  De bepalingen van de verschillende collectieve arbeidsovereenkomsten terzake kunnen dus niet samengevoegd worden.

HOOFDSTUK VIII - Geldigheidsduur van de overeenkomst

Artikel 29

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 14 april 2008 en is voor onbepaalde duur gesloten.

Elk der partijen kan ze beëindigen mits een schriftelijke opzegging van zes maanden.

De organisatie die daartoe het initiatief neemt, verbindt er zich toe de redenen van haar opzegging bekend te maken en gelijktijdig amendementvoorstellen in  te dienen, waarover de ondertekenende organisaties de verbintenis aangaan deze binnen de termijn van een maand na ontvangst in het paritair comité te bespreken.

Artikel 30

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt vanaf de datum van in werking treding de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdienten betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging in de gezondheidsdiensten die minder dan 50 werknemers in dienst hebben (koninklijk besluit van 1 oktober 2008 - Belgisch Staatsblad van 27 november 2008).

(...)

 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
23/12/2011
Registratienr
108647
Geldig van
23/12/2011
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
07/02/2012
Registratiedatum
07/03/2012
Onderwerp
statuut van de syndicale afvaardiging
BS Bericht van neerlegging
27/03/2012
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
13/03/2013
Gepubliceerd in het B.St. van
04/06/2013
Keywords
SYNDICALE AFVAARDIGING, WERKING ONDERNEMING/OVERLEGORGANEN

Historiek
23/12/2011 31/12/2999 2302 Syndicale afvaardiging (minder dan 50 werknemers)