Bijzondere arbeidsrechtelijke regels voor betaalde sportbeoefenaars nu ook van toepassing op basketbalscheidsrechters

Van 
73348

Vanaf 17 juli 2015 vallen ook basketbalscheidsrechters onder het toepassingsgebied van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor bepaalde sportbeoefenaars. Ook voor hen geldt als voorwaarde dat het jaarloon 9.600 EUR (in 2015) moet overschrijden. Zoals u weet is deze wetgeving – naast de betaalde sportbeoefenaars in de strikte betekenis van het woord – reeds van toepassing op de voetbalscheidsrechters, de voetbaltrainers en de trainers in het basketbal, volleybal en wielrennen.

Wanneer de betrokken basketbalscheidsrechter onder het toepassingsgebied van de wetgeving op betaalde sportbeoefenaars valt, wordt hij door een onweerlegbaar vermoeden verondersteld een bediende te zijn. Er moet bijgevolg rekening gehouden worden met de gemeenrechtelijke regels opgenomen in de wet van 3/7/1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

De belangrijkste afwijkende regels opgenomen in de wetgeving voor betaalde sportbeoefenaar zijn de volgende:

  • Een afwijkende hogere minimumleeftijd voor het sluiten van een arbeidsovereenkomst;
  • De duur van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur mag maximaal 5 jaar bedragen. Opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd zijn bij wet toegelaten;
  • De regels in verband met de verbrekingsvergoeding – zowel voor een arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd als voor een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd – zijn pas van toepassing op ontslagen die plaatsvinden na 17 juli 2015;
  • Verbod om een niet-concurrentiebeding of scheidsrechtelijk beding af te sluiten.

De uitbreiding van het toepassingsgebied van de betaalde sportbeoefenaar op arbeidsrechtelijk vlak heeft geen invloed op het vlak van sociale zekerheid. Trainers en scheidsrechters van wie het loon een bepaald bedrag overschrijdt vallen inderdaad onder het toepassingsgebied van de wet op de betaalde sportbeoefenaars maar dit heeft niet tot gevolg dat de RSZ-bijdragen berekend worden op basis van een forfaitair bedrag zoals bij de betaalde sportbeoefenaars in de strikte betekenis van het woord het geval is. De verschuldigde RSZ-bijdragen worden daarentegen berekend op het werkelijke loon.