Alle werknemers die minimum 18 jaar oud zijn, hebben recht op ten minste het interprofessioneel vastgestelde gemiddeld minimum maandinkomen. Dit GMMI is algemeen bindend voor alle sectoren.
De sociale partners waren overeengekomen om de verlaagde minimumlonen voor jonge werknemers van 18, 19 en 20 jaar, tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst, in verschillende fases weg te werken.
Hiertoe werden op 28 maart 2013 drie CAO's gesloten in de Nationale Arbeidsraad (CAO nr. 43 duodecies en terdecies en CAO nr. 50bis).
De afschaffing werd in 3 fasen voorzien:
- 1 april 2013: het verminderingspercentage werd op 4% (i.p.v. 6%) per jaar gebracht;
- 1 januari 2014: het verminderingspercentage werd op 2% (i.p.v. 4%) per jaar gebracht;
- 1 januari 2015: het verminderingspercentage wordt voor de 18-, 19- en 20-jarigen definitief afgeschaft.
U vindt hieronder de nieuwe bedragen:
|
Leeftijd |
Anciënniteit na |
||
|
0 maand |
6 maanden |
12 maanden |
|
|
18 jaar |
1.501,82 EUR |
1.501,82 EUR |
1.501,82 EUR |
|
19 jaar |
1.501,82 EUR |
1.541,67 EUR |
1.541,67 EUR |
|
20 jaar |
1.501,82 EUR |
1.541,67 EUR |
1.559,38 EUR |
Uitsluiting
Werknemers die jonger zijn dan 18 jaar, werknemers jonger dan 21 jaar die verbonden zijn door een studentenovereenkomst en de jongeren die zich in een stelsel van alternerend leren bevinden, blijven onder het toepassingsgebied van de CAO nr. 50 vallen.
Het suppletieve verminderingspercentage van het GMMI blijft behouden voor deze jonge werknemers.