Fietsvergoeding: verhoging van het maximaal vrijgestelde bedrag vanaf 1 januari 2024

Van 

Als een werknemer een fietsvergoeding ontvangt, is deze tot een bepaalde hoogte vrijgesteld van sociale en fiscale lasten. Vanaf 1 januari 2024, verhoogt dit bedrag van de fietsvergoeding aanzienlijk (0,35 euro per kilometer in plaats van de huidige 0,27 euro). Tegelijkertijd wordt een jaarlijks plafond voor de fiscale vrijstelling ingevoerd.


Werknemers die ervoor kiezen om met de fiets naar het werk te gaan, krijgen een extra stimulans. Hiervoor wordt het maximaal vrijgestelde bedrag van de fietsvergoeding verhoogd.

1. Bedrag van toepassing vanaf 1 januari 2024

Het vrijgestelde bedrag van de fietsvergoeding wordt verhoogd naar 0,35 euro per kilometer. In 2023 is het bedrag 0,27 euro per kilometer. Dit zijn geïndexeerde bedragen.

Om precies te zijn, is het basisbedrag aangepast. Op dit moment bedraagt het basisbedrag 0,145 euro per kilometer (wat neerkomt op 0,27 euro na indexering). Om te komen tot het geïndexeerde bedrag van 0,35 euro per kilometer  op 1 januari 2024, stijgt het basisbedrag naar 0,177 euro per kilometer.

2. Invoering van een plafond

Er is een jaarlijks plafond van 2.500 euro per jaar ingevoerd voor de vrijstelling (geïndexeerd bedrag).

Bij overschrijding bij dezelfde werkgever is het bedrag dat het plafond overschrijdt onderworpen aan de sociale zekerheidsbijdragen en de bedrijfsvoorheffing.

Bij overschrijding bij meerdere werkgevers wordt de regularisatie op fiscaal vlak gedaan in de definitieve belastingaangifte. Op sociaal vlak bepaalt het ontwerp van koninklijk besluit dat het plafond geldt per jaar, per werknemer en per werkgever. Als een werknemer in de loop van het jaar bij meerdere werkgevers in dienst is, moet elke werkgever enkel rekening houden met het bedrag dat hij toekent om de naleving van het plafond te controleren.

3. Nieuwe voorwaarde: forfaitaire aftrek van de kosten

Vanaf 1 januari 2024 kunnen alleen werknemers (en bedrijfsleiders) die in hun aangifte hebben gekozen voor de forfaitaire aftrek van beroepskosten genieten van de forfaitaire vrijstelling voor de woon-werkverplaatsingen per fiets.

Als de werknemer besluit om zijn werkelijke kosten te bewijzen, zullen de kilometervergoedingen belastbaar zijn tegen het progressieve tarief, samen met de andere beroepsinkomsten.

Deze nieuwe voorwaarde is nu ook vereist voor de vrijstelling wanneer een fiets ter beschikking wordt gesteld door de werkgever. Tot nu toe was het voldoende om aan te kunnen tonen dat de fiets wordt gebruikt voor woon-werkverkeer of een deel daarvan.

Let op! Vanaf inkomstenjaar 2024 is het niet langer vereist dat de werkgever aan de werknemer vraagt om schriftelijk te bevestigen dat hij geen aanspraak zal maken op zijn werkelijke beroepskosten.

4. Welke gevolgen heeft dit voor de werkgever?

De gevolgen van deze verhoging verschillen per werkgever.

4.1. Fietsvergoeding voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst en gebaseerd op het maximaal vrijgestelde bedrag

Als een sectorale of bedrijfs-cao voorziet in de betaling van een fietsvergoeding en zich daarbij baseert op het maximaal vrijgestelde bedrag per kilometer, dan moeten de werkgevers die onder deze sectoren ressorteren de fietsvergoeding op 1 januari 2024 verhogen.

4.2. Fietsvergoeding voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst, maar vast bedrag

Als een sectorale of bedrijfs-cao voorziet in de betaling van een fietsvergoeding en hiervoor een welbepaald bedrag vastlegt, dan blijft dit bedrag behouden op 1 januari 2024. Het moet dus niet worden gewijzigd (tenzij de sector of de onderneming hierover een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst afsluit).

Raadpleeg hoofdstuk 12 van de sectorale documentatie van uw sector om uw verplichtingen te kennen.

4.3. Fietsvergoeding op basis van nationale collectieve arbeidsovereenkomst nr. 164

Vanaf 1 mei 2023 moeten werkgevers die vallen onder een sector die geen arbeidsovereenkomst heeft gesloten over fietsvergoedingen of geen bedrijfs-cao heeft gesloten over dit onderwerp, een fietsvergoeding toekennen waarvan het basisbedrag gelijk is aan 0,145 euro per kilometer, of 0,27 euro (geïndexeerd bedrag) voor 2023 (zie ons artikel van 24 april 2023). De maximale afstand waarvoor een vergoeding wordt toegekend is 20 kilometer per enkele reis.

De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 164 bepaalt dat het basisbedrag van 0,145 euro per kilometer elk jaar wordt geïndexeerd volgens hetzelfde mechanisme als de sociale en fiscale vrijstelling voor de fietsvergoeding.

Ze voorziet echter niet om het basisbedrag op hetzelfde moment aan te passen als het basisbedrag dat van toepassing zou zijn voor de sociale en fiscale vrijstelling.

Bijgevolg zullen werkgevers die gebonden zijn door cao nr. 164 geen gevolgen ondervinden van de verhoging tot 0,35 euro per kilometer op 1 januari 2024. Ze zullen echter wel de jaarlijkse indexering van het basisbedrag van 0,145 euro moeten toepassen. Het geïndexeerde bedrag voor 2024 voor cao nr. 164 zal in de loop van december gekend zijn.

Overzichtstabel

Bron van de fietsvergoeding

Bedrag van de vergoeding

2023

2024

Sectorale of bedrijfs-cao

Maximaal vrijgestelde bedrag

0,27 euro/km

0,35 euro/km

Vast bedrag

Bedrag vastgelegd in de cao

Cao nr. 164

Basis: 0,145 euro/km

Jaarlijkse indexering

0,27 euro/km

0,28 euro/km (onder voorbehoud)

5. Belastingkrediet

Voor werkgevers die besluiten de fietsvergoeding te verhogen, wordt een belastingkrediet voorzien.

5.1. Toepassingsgebied

Dit belastingkrediet is van toepassing in zowel de personenbelasting, de vennootschapsbelasting als de rechtspersonenbelasting, alsook in de corresponderende belastingen van niet-inwoners.

5.2. Voorwaarden

5.2.1. Tijdelijk belastingkrediet

Het belastingkrediet wordt beperkt in de tijd en is enkel van toepassing op de fietskilometervergoedingen die worden toegekend voor verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling die in de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2026 en ten laatste op 31 december 2027 werden toegekend.

Let op! Voorwaarde voor het belastingkrediet is dat de verhoging van de fietskilometervergoeding onbeperkt in de tijd geldt.

5.2.2. Verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling

Het belastingkrediet wordt enkel verleend voor de vergoedingen die worden toegekend voor verplaatsingen met de fiets in het kader van het woon-werkverkeer. Wanneer een werkgever een vergoeding toekent voor dienstverplaatsingen met de fiets en die vergoeding verhoogt, wordt er geen belastingkrediet verleend.

5.2.3. Kilometervergoeding ten laste van de persoon die het krediet aanvraagt

De verhoging van de fietskilometervergoeding moet effectief gedragen worden door degene die de fietskilometervergoeding toekent.

Wanneer een werkgever de last van de verhoging aan een derde doorrekent of terugbetaald krijgt van een derde, zal de werkgever niet kunnen genieten van het belastingkrediet.

Een uitzendkantoor dat, als formele werkgever, normaal gezien de fietskilometervergoeding doorrekent aan de dienstafnemer, de materiële werkgever, kan dus enkel de toepassing van het belastingkrediet voor de verhoging van fietskilometervergoeding vragen als het deze verhoging niet doorrekent aan de materiële werkgever.

Wanneer het uitzendkantoor de fietskilometervergoeding (en dus ook de verhoging ervan) wel doorrekent aan de materiële werkgever, komt uiteraard de materiële werkgever, wanneer aan de overige voorwaarden is voldaan, wel in aanmerking voor het belastingkrediet voor de verhoging van de fietskilometervergoeding.

Het belastingkrediet voor de verhoging van de fietskilometervergoeding wordt niet verleend voor de (verhoging van de) fietskilometervergoeding die ten laste is van een buitenlandse inrichting van de belastingplichtige.

5.3. Bedrag

Het bedrag van het belastingkrediet voor de facultatieve verhoging van de fietskilometervergoeding is gelijk aan de facultatieve verhoging van de fietskilometervergoeding vermenigvuldigd met het aantal kilometers waarvoor de fietskilometervergoeding is toegekend.

De verhoging is het positieve verschil tussen:

  • de fietskilometervergoeding die de werkgever toekent voor
  • de verplaatsingen op een bepaald tijdstip;
  • en de referentiefietskilometervergoeding (= vergoeding toegekend op 1 juni 2023 met een minimum van 0,18 euro).

Wij raden  aan contact op te nemen met uw boekhouder voor meer informatie.

5.4. Aftrekbaarheid

De verhoging van de fietskilometervergoeding waarvoor het belastingkrediet wordt verleend is niet als beroepskost aftrekbaar.

Dit belastingkrediet staat naast het tijdelijk belastingkrediet ter ondersteuning van de veralgemening van de fietsvergoeding vervolgens de cao nr 164 (zie ons artikel erover).

Indien de werkgever reeds een compensatie krijgt onder de vorm van het belastingkrediet voor de veralgemening van de fietskilometervergoeding, wordt enkel het excedent van de verhoogde fietskilometervergoeding gecompenseerd door het belastingkrediet voor de facultatieve verhoging van de fietskilometervergoeding.

Bron: Wet van 22 december 2023 houdende diverse fiscale bepalingen (1), BS 29 december 2023.