Fonds voor sluiting van ondernemingen : bijdragen voor het jaar 2017


60502

In dit artikel delen wij u mede welke bijdragen u als werkgever in 2017 moet betalen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid om het Fonds voor sluiting van de ondernemingen te financieren.

Er zijn twee bijdragen :

  1. de basisbijdrage;
  2. de bijzondere bijdrage.  

1. Basisbijdrage fonds sluiting ondernemingen

Oorspronkelijk werd het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen opgericht om tussen te komen wanneer een werkgever zijn verplichtingen ten opzichte van zijn werknemers niet meer naleeft (in het algemeen bij faillissement).

1. WERKGEVERS MET EEN INDUSTRIEEL OF COMMERCIEEL DOEL

1.1. Betrokken werkgevers en werknemers

Alle werkgevers (natuurlijke of rechtspersoon) die een onderneming uitbaten met een handels- of industriële finaliteit, zijn deze bijdrage verschuldigd voor al hun werknemers die aan de Belgische sociale zekerheid onderworpen zijn (arbeiders, bedienden, leerlingen en leerplichtigen,...). De autonome overheidsbedrijven bedoeld in artikel 1, § 4 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, worden eveneens geacht een "onderneming" uit te baten met een handels- of industriële finaliteit maar zijn de basisbijdrage FSO enkel verschuldigd voor hun contractueel personeel.

Buitenlandse werkgevers van een land van de Europese Unie, met of zonder exploitatiezetel in België, zijn nu eveneens de basisbijdrage FSO verschuldigd voor al hun werknemers die aan de Belgische sociale zekerheid onderworpen zijn.
Buitenlandse werkgevers van buiten de Europese Unie zijn deze bijdrage enkel verschuldigd als zij een Belgische exploitatiezetel hebben en dan voor al hun werknemers onderworpen aan de Belgische sociale zekerheid.

De bijdrage wordt niet geïnd voor de werknemers voor wie louter een bijzondere bijdrage verschuldigd is (studenten voor wie enkel de solidariteitsbijdrage verschuldigd is, ...).

1.2. Bedrag van de bijdrage

Enerzijds verschilt deze bijdrage naargelang de werkgever gemiddeld minder dan 20 werknemers of 20 werknemers en meer tewerkstelde tijdens het voorgaande kalenderjaar, en anderzijds ondergaat zij de invloed van de loonmatiging.

Voor 2017 is ze als volgt vastgesteld.

  • Voor de werkgevers die in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 30 september 2016 gemiddeld minder dan 20 werknemers tewerkstelden: 0,18% (0,19% met loonmatigingsbijdrage) van de brutolonen.
  • Voor de werkgevers die in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 30 september 2016 gemiddeld 20 of meer werknemers tewerkstelden: 0,22 (0,23% met loonmatigingsbijdrage) van de brutolonen.

Brutolonen zijn de lonen die in aanmerking komen voor het berekenen van de socialezekerheidsbijdragen (aan 108% voor de handarbeiders).

Opgelet: op deze algemene percentages bestaan uitzonderingen voor bepaalde categorieën van werkgevers en werknemers.

Het gemiddeld aantal werknemers tewerkgesteld tijdens het voorgaande kalenderjaar, bekomt u:

  • door het aantal werknemers, aangegeven op het einde van elk kwartaal van dat jaar, op te tellen en,
  • door dit totaal aantal te delen door het aantal kwartalen van dat jaar waarvoor een aangifte bij de RSZ werd ingediend.

2. WERKGEVERS ZONDER INDUSTRIEEL OF COMMERCIEEL DOEL

2.1. Betrokken werkgevers en werknemers

Het betreft werkgevers van de private sector die tot één van de volgende categorieën behoren:

  • verenigingen zonder winstoogmerk;
  • internationale verenigingen zonder winstoogmerk;
  • instellingen of stichtingen van openbaar nut;
  • feitelijke verenigingen zonder handels- of industriële finaliteit;
  • vennootschappen met een sociaal oogmerk waarvan de statuten bepalen dat de vennoten geen enkel vermogensvoordeel nastreven;
  • ziekenfondsen of landsbonden van ziekenfondsen;
  • beroepsverenigingen;
  • burgerlijke vennootschappen;
  • vrije beroepen (een vrij beroep wordt gedefinieerd als elke zelfstandige beroepsactiviteit, die dienstverlening of levering van goederen omvat welke geen daad van koophandel of ambachtsbedrijvigheid is, zoals bedoeld in de wet van 18 maart 1965 op het ambachtsregister en die niet bedoeld wordt in de wet van 14 juli 1991 op de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, met uitsluiting van de landbouwbedrijvigheden en de veeteelt. We merken op dat deze definitie ruimer is dan de definitie van vrij beroep in het kader van de herverdeling der sociale lasten. Dit betekent dat niet alle werkgevers die vallen onder de definitie 'vrij beroep' in het kader van de FSO-wetgeving deelnemen aan de herverdeling sociale lasten.)

Buitenlandse werkgevers die behoren tot de niet-commerciële sector, zijn deze bijdrage niet verschuldigd.

De openbare sector (zowel Belgisch als internationaal) blijft eveneens uitgesloten van de basisbijdrage FSO voor de niet-commerciële sector. Het gaat hier om de openbare sector in de ruime betekenis van het woord, dus zowel Federale overheidsdiensten, Gemeenschappen en Gewesten,openbare instellingen ... als bv. de kerkfabrieken en sociale huisvestingsmaatschappijen.

De bijdrage is verschuldigd voor alle werknemers (arbeiders, bedienden, gesubsidieerde contractuelen, leerlingen en leerplichtingen, ...). Ze wordt niet geïnd voor de werknemers voor wie louter een bijzondere bijdrage verschuldigd is (studenten voor wie enkel de solidariteitsbijdrage verschuldigd is, ...) en evenmin voor de dienstboden en het ander huispersoneel (al dan niet onderworpen aan de sociale zekerheid).

2.2. Bedrag van de bijdrage

De bijdragevoet voor 2017 bedraagt 0,02% (0,02% met loonmatigingsbijdrage) van de brutolonen.

Brutolonen zijn de lonen die in aanmerking komen voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen (aan 108% voor de arbeiders).

2. Bijzondere bijdrage Fonds Sluiting Ondernemingen

Alle werkgevers (zowel uit de openbare als de privé-sector) die verzekeringsplichtig personeel tewerkstellen, moeten de bijzondere bijdrage Fonds Sluiting Ondernemingen (FSO) betalen. Het toepassingsgebied van deze bijdrage, gebaseerd op een fundamenteel verschillend criterium, is beduidend ruimer dan dat van de basisbijdrage. In tegenstelling tot de basisbijdrage, is zij ook verschuldigd door de werkgever die geen personeel had tijdens het voorgaande kalenderjaar.

De bijdrage is verschuldigd voor alle personen onderworpen aan de werkloosheidsregeling.

Deze bijdrage is voor 2017 gelijk aan 0,13% (0,14%met loonmatigingsbijdrage).