Mobiliteitsplan van de werknemers : Enkele opfrissingen, enkele adviezen.


51478

Indien in uw bedrijf gemiddeld meer dan 100 personen werken, dan moet u een diagnose stellen van de mobiliteit van uw werknemers, dat wil zeggen een diagnose van hun woon-werk verplaatsingen.   Deze verplichting en de verplichting opgelegd aan de ondernemingen in Brussel-hoofdstad zijn verre van hetzelfde. De brusselse reglementering wordt  immers opgelegd aan ondernemingen in Brussel met minstens 200 werknemers terwijl de de federale regering haar verplichting oplegt aan bedrijven die minstens 100 werknemers tellen en aan elke vestigingseenheid met minstens 30 werknemers.  

Bovendien en dit in tegenstelling tot het brusselse plan, bent u enkel verplicht een diagnose te stellen.Aangezien het evenwel de bedoeling van de regering is de mobiliteit te verbeteren om het concurrentievermogen van de ondernemingen te vrijwaren en aan te scherpen alsook de levenskwaliteit van de werknemers en van de bevolking te verhogen, kan deze diagnose door de onderneming worden aangegrepen om een mobiliteitsplan uit te werken, hetgeen een initiatief zou zijn waarbij natuurlijk alle spelers van de onderneming van in het begin zouden moeten betrokken worden.      

De bedrijven die de diagnose reeds gesteld hebben in naleving van de Brusselse verplichting kunnen terugrijpen naar de gegevens die destijds werden ingezameld maar die uiteraard moeten worden aangepast aan de inmiddels geëvolueerde realiteit.    Maar laten we terugkeren naar de federale diagnose en de concrete procedure eens onder de loep nemen.  

In de eerste plaats moeten we oog hebben voor de data, meerbepaald de grensdata.

Uiterlijk 31/01/2012 moet de diagnose worden meegedeeld aan de Federale Openbare Dienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer.     Vergeet evenwel niet dat het resultaat van de ingezamelde gegevens door het ondernemingshoofd voor advies moet worden voorgelegd aan de Ondernemingsraad (of aan het overlegcomité/-orgaan), aan de syndicale afvaardiging of rechtstreeks aan de werknemers.   Deze spelers beschikken over een termijn van 2 maand om hun mening te geven over het resultaat van de ingezamelde gegevens. In het licht van die duur, raden wij aan hun het resultaat van de inzameling uiterlijk  in Oktober 2011 voor te leggen.    

De gegevens worden ingezameld met behulp van een formulier dat de werkgever moet invullen en uitsluitend via elektronische weg mag verzenden. Het formulier dat moet worden gebruikt voor de indiening van de gegevens kan worden geopend via de beveiligde weg op de federale portaalsite.    

Dat wil zeggen dat wanneer u nog geen beveiligde toegang hebt tot de federale portaalsite, uw bedrijf verplicht een aanvraag moet indienen met het formulier dat ter beschikking wordt gesteld op het volgende adres: https://www.socialsecurity.be, en per brief op het volgende postadres:    SMALS MvM Centre de Contact Eranova (02/511.51.51)                                                   Rue du Prince Royal 102                                                   1050 Bruxelles      

De gegevens worden in het formulier ingevoerd via de portaalsite: www.belgium.be (ondernemingen/diensten on line voor onderneming /toepassing wonen-werken).    

Meer infos: http://www.mobilit.fgov.be/nl/index.htm

Het ligt voor de hand dat de inzameling van de informatie zal verlopen via een voorbereidingsronde en meerbepaald na een bevraging van de personeelsleden om de informatie over hun voornaamste verplaatsingswijze te bekomen. Het loont zeker de moeite uw werknemers of hun vertegenwoordigers  in te lichten over uw verplichtingen in het bestek van dit plan. Wijs ze vooral op de gewaarborgde geheimhouding van de bevraging en van de ingewonnen gegevens. Overigens, hoe persoonlijker de bevraging, hoe succesvoller  de inzameling van de gegevens. Bied uw werknemers bovendien de gelegenheid u de gegevens naamloos te bezorgen, bijvoorbeeld in een anonieme enveloppe. Tenslotte kan een kleine herinnering na verspreiding van het bevragingsfomulier zeker niet nutteloos zijn. U kunt de tabel van de vragenlijst gebruiken zoals hij is. De tabel is naamloos. Eens de gegevens ingezameld en het advies ingewonnen van de werknemers of van hun vertegenwoordigers, moeten ze worden ingevoerd. De gegevens kunnen worden ingevoerd naarmate ze worden ontvangen. U kan het beste iemand aan te stellen die toeziet op het goede verloop van de procedure want men mag immers niet vergeten dat de procedure om de drie jaar moet worden uitgevoerd.

Zoals wij hierboven hebben gezegd,  moet de overleg- en centralisatieprocedure, ofschoon het federaal plan daartoe niet verplicht, initiatieven tot een mobiliteitsbeleid en de uitvoering daarvan bevorderen.        

 Daartoe volgen hieronder enkele nuttige links waar u advies, hulp en tips kunt vinden: www.mobilit.fgov.be biedt:• algemene informatie over het mobiliteitsonderzoek• het blanco enquêteformulier kan op het scherm worden opgeroepen en afgedrukt worden met de knoppen nl / fr / de. 

Het zal u in staat stellen de enquête in de eenhe(i)d(en) van uw onderneming voor te bereiden. • Het begeleidend handboek bij de enquête• de rechtstreekse toegang tot het invoerscherm  van het formulier

• het vademecum voor de elektronische invoering. www.mobilitymanagement.be• bevat de  «Toolbox- voor het bedrijfsmobiliteitsbeheer »,  een hulpmiddel voor de bedrijven bij de uittekening van hun eigen bedrijfsplan en voor de daadwerkelijke bevordering van het gebruik van het openbaar vervoer, van het collectieve bedrijfsvervoer, van car pooling, van het fietsgebruik en van tevoetgaan in de woon-werk en beroepshalve verplaatsingen. Het werd ontwikkeld door een groep van Europese specialisten in mobiliteitsbeheer.Het biedt u een hulpprogramma bij de besluitvorming in de uitwerking van uw eigen bedrijfsmobiliteitsplan• Het biedt zeer praktische adviezen voor de diverse procesfasen.