Overleg over deconnectie en gebruik van digitale communicatiemiddelen: een recht in de onderneming

Van 
90219

In zijn strijd tegen stress en burn-out bevestigt de wetgever het recht op overleg in de onderneming over digitale deconnectie.

Smartphones, tablets, computers … allemaal communicatiemiddelen waarmee we voortdurend geconnecteerd kunnen blijven. Hoewel deze technologieën een grotere flexibiliteit in de arbeidsorganisatie mogelijk maken, kunnen ze ook nefast zijn voor het welzijn van de werknemers. Ze zien de grens tussen hun privéleven en hun beroepsleven langzaamaan vervagen en dat kan een grote bron van stress zijn.   

Om dit te voorkomen is sensibilisering nodig en moeten er duidelijke akkoorden worden gesloten over het gebruik van digitale communicatiemiddelen zodat er een betere transparantie is inzake het al dan niet bereikbaar zijn van de werknemers tijdens hun rusttijden.  

Dit is nu net het voorwerp van de wet van 26 maart 2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie. Zonder een "recht op deconnectie" voor de werknemers in te stellen zoals dit in Frankrijk het geval is, bevestigt de wetgever het recht op overleg in de onderneming over digitale deconnectie . Met andere woorden: hij verplicht de werkgever op regelmatige tijdstippen overleg rond deze problematiek te organiseren in het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk of, bij ontstentenis hiervan, met de vakbondsafvaardiging. Als er ook geen vakbondsafvaardiging is, richt de werkgever zich rechtstreeks tot zijn werknemers.

Aangezien de noodzaak van een dergelijk overleg verschilt naargelang de behoeften van elke onderneming wordt geen vaste frequentie opgelegd. In twee situaties is het in elk geval aangewezen een dergelijk overleg te organiseren. Ten eerste, telkens als er belangrijke wijzigingen in de onderneming zijn die betrekking hebben op het gebruik van digitale communicatiemiddelen of een impact kunnen hebben op het evenwicht tussen werk en privéleven. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een groot deel van de werknemers vraagt om telewerk te verrichten of wanneer wordt beslist de werknemers een smartphone of tablet van de onderneming te geven. Ten tweede, telkens als de werknemersvertegenwoordigers in het Comité erom verzoeken.

Het Comité kan dan op basis van dit overleg aan de werkgever voorstellen formuleren en adviezen uitbrengen.  Het kan wenselijk zijn de afspraken over deconnectie of gebruik van digitale communicatiemiddelen die uit dit overleg voortvloeien vast te leggen in een collectieve arbeidsovereenkomst of in het arbeidsreglement. Dit is echter niet verplicht en is altijd afhankelijk van de onderneming en haar werknemers.

Ten slotte vestigen we de aandacht van de werkgevers op het feit dat deze maatregelen vanaf 9 april 2018 in werking treden.

 

Bron: Wet van 26 maart 2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie, B.S., 30 maart 2018.